2e zondag van de advent (2007)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 457 niet laden

Wij tekenen voor de toekomst …
kunnen wij dit jaar lezen op de affiche van Welzijnszorg.

Wij tekenen,
en dan denken wij misschien aan een handtekening plaatsen.
‘Wij tekenen’ is echter letterlijk bedoeld: een tekening maken.

In een aantal scholen is dat deze week reeds gebeurd:
aan kinderen werd krijt gegeven
en daarmee mochten ze tekeningen maken op de speelplaats,
en wel een tekening van hun droom over de wereld …:
wat is voor hen een mooie wereld, hoe dromen zij de toekomst?

Het viel op dat kinderen dan veel huizen tekenen.
En naargelang van de leeftijd
kwamen er naast huizen ook andere dingen:
de kleuters tekenden veel honden en paarden,
de kinderen van het eerste tekenden dikwijls Sinterklaas,
vanaf het tweede ook weer veel dieren, en auto’s,
en die van vijf en zes … die droomden al over mekaar …
en tekenden al hun liefjes en hartjes …

Kinderen dromen blijkbaar van een huis:
zij willen een plaats op de wereld, een thuis,
een huis voor hen en voor iedereen,
een plaats van geborgenheid en eigenheid.

Maar sommige kinderen dromen ook verder.
Zo was er Aicha.  Zij had een zon getekend, met daaromheen dansende mensen.
Wat wilde zij daarmee uitdrukken?  ‘Ik droom dat er licht is voor iedereen’, zei zij,
‘met zon en vreugde, en nergens geen armoede meer’.
Aicha is eigenlijk als moslimmeisje opgevoed
en ze is pas sinds enkele jaren christelijk gedoopt.
Maar zij had misschien wel het best begrepen wat de opdracht was:
een wereld tekenen waar het goed is voor alle mensen.

Eigenlijk maakt Johannes de Doper vandaag ook een tekening:
hij tekent een wereld met rechte wegen,
een wereld met bomen die alleen maar goede vruchten dragen,
de schuren zijn tot de nok gevuld met zuivere tarwe, zonder kaf,
en de mensen zijn vol vuur, vol van het vuur van God.
Dat is de tekening van Johannes de Doper.

Nog beeldrijker is de wereld die Jesaja vandaag voor ons tekent.
Hij tekent ook dieren …, maar hij plaatst dieren bij elkaar
die normaal niet bij elkaar passen:
de wolf en het lam …, zij wonen samen,
de panter en het geitje …, zij vlijen zich neer naast elkaar,
de koe en de berin …, leggen hun jongen bij elkaar,
een klein kindje … speelt met een slang …
Wat een vredige wereld… in de droomtekening van Jesaja.

Advent is een tijd van dromen …
Het is een tijd om stil te vallen …
en onze dromen weer open te trekken.
Als wij onze eigen dromen bewustworden,
ontdekken wij wellicht … dat onze dromen dikwijls klein zijn:
we hebben onze droompjes
voor onszelf, voor ons gezin, voor onze kinderen.
Die eigen droompjes mogen er zijn …
Maar Jesaja en Johannes de Doper zetten ons aan …
om ruimer en breder te kijken
naar de droom van God voor onze wereld.
En dat is een wereld van vrede en rechtvaardigheid voor allen.
Die wereld zoals God die droomt …
die zou in ons hart en in onze dromen moeten leven.

Het mooie van de advent is bovendien:
er wordt ons beloofd dat die wereld van God
geen droom zal blijven,
maar dat die wereld naar ons toekomt.
De droom van God gaat gestalte krijgen
en wel in een mens,
in een bijzonder Iemand die helemaal naar Gods droom heeft geleefd.
Die Iemand komt naar ons
met de vraag om Hem binnen te laten in onze dromen
en zelf ook te gaan leven in zijn Geest.

“Bekeer u, het Rijk der hemelen is nabij”, zegt Johannes.
Mag de bekering in deze advent op de eerste plaats een inkeer zijn:
dat wij ons keren naar onze eigen dromen
en dat wij die verruimen en open trekken
naar de grote droom van God voor onze wereld.
Mogen wij de tijd nemen om daarbij stil te staan
en mogen wij ontdekken …
zoals het meisje Aicha misschien …
dat Jezus eigenlijk de zon is … waarrond alle mensen kunnen dansen …
Mag Jezus en Zijn licht voor allen, onze adventsdroom worden …