Het heil heeft voorrang

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Vandaag treffen wij Johannes de Doper in de gevangenis aan, als een profeet die diep ontmoedigd is. Ook grote profeten kennen hun uren van ontmoediging en twijfel, dat kan misschien voor ons een troost zijn. Johannes ziet het niet meer zitten, hij is niet alleen gevangen in de duisternis van de kerker, maar nog veel meer door de duisternis in zijn eigen hart.

Het is pijnlijk in een vriend ontgoocheld te worden, dat zal ieder­een wel eens hebben meegemaakt. Zo zit Johannes hier, geïso­leerd, ontgoocheld in de gevangenis, zijn geloof in de komende Messias is zwaar geschokt: zou Jezus dan toch niet de Messias zijn, die het kaf komt scheiden van het koren, die een vernietigend oordeel zal uitspreken over alle boosheid in deze wereld? Heeft hij zich dan toch vergist? Vertwijfeld stuurt hij zijn leerlingen naar Jezus met de vraag: "Zijt Gij de komende, of hebben wij een ander te verwachten?" In het antwoord dat Jezus aan Johannes gaf, klinkt geen enkel verwijt. Niets van: "Dat had ik van jou toch niet verwacht". Hij antwoordt ook niet met een duidelijk ‘ja’ of ‘nee’ maar met een verwijzing naar wat men hier en nu kon zien en ho­ren als een aankondiging van de Messiaanse tijd: kijk naar de kleine hoopvolle dingen, die je overal ziet gebeuren: blinden zien, kreupelen lopen, aan de armen wordt de Blijde Boodschap ver­kondigd. Jezus geeft Johannes weer vaste grond onder zijn voeten en voegt er bemoedigend aan toe: je moet je aan Mij niet ergeren, ook al heb je een heel andere voorstelling over de komst van het heil.

Johannes dacht dat met de komst van de Messias, ook het grote oordeel zou komen, waarop het kaf zou worden gescheiden van het koren, eerst als de Messias eens degelijk orde op zaken had gesteld zou het rijk van ongestoorde vrede aanbreken. Jezus had een heel andere voorstelling van het heil. De Messias komt niet eerst als rechter en zijn komst zal niet vergezeld zijn van oordeel en straffende rechtvaardigheid. De Messias zal komen als een afstraling van Gods goedheid en menslievendheid tegenover alles wat ziek, zwak en zondig is. De Messias zal zijn rijk niet opbou­wen met geweld en wraak, maar in goedheid en vrede en wel in een wereld vol goddeloosheid en onmenselijkheid. Niet het dreigende oordeel zal voorrang hebben maar het heil. Voor het oordeel is er nog altijd tijd, maar eerst moeten de tekens van heil gesteld wor­den zodat de mensen vrij kunnen kiezen.

Wij kunnen ons heel goed terugvinden in deze Johannes de Doper. Hoe dikwijls zijn wij niet ontgoocheld over God, van wie wij verwachten dat Hij direct orde op zaken stelt, de bozen straft en de goeden beloont. Onze ontgoocheling brengt tot ergernis omdat God zwijgt, schijnbaar werkeloos toeziet. Een verwijzing naar het laatste oordeel helpt ons dan ook niet. Wij ergeren ons ook vaak als de goedheid voorrang krijgt op het oordeel.

Jezus vermaant ook ons: verander van mentaliteit, geef voorrang aan het goede, verheug u telkens als je weer kleine tekens van heil ziet gebeuren.

Wij hoeven geen vuurdoop of godsoordeel te verwachten maar mogen ons tevreden stellen met die bonte reeks kleine tekens, die de komst van het Gods Rijk aankondigen.

Jezus is nog altijd de komende in deze wereld, misschien niet altijd volgens onze verwachtingen of voorstellingen, maar als wij willen horen en zien, dan zien wij hoopvolle tekens: hoe blinden gaan zien en tot inzicht komen, hoe lammen levendige christenen wor­den, hoe een melaatse zich reinigt van zijn zonden, hoe een dove opengaat en zich bevrijdt van zijn krampachtige ik-gerichtheid, hoe aan armen de Blijde Boodschap wordt verkondigt, als iemand de rijkdom en de vreugde van ons geloof mag ervaren.

Nee, wij hebben, evenals Johannes geen andere te verwachten, als wij ons maar niet ergeren aan het feit dat bij God het heil voor­rang heeft op het oordeel…