3e zondag advent(2007)

Johannes de Doper neemt in de evangelielezing van vandaag een centrale plaats in. In Jezus' dagen was de Doper een bijzonder invloedrijke figuur. Niet alleen in de bijbel wordt er over hem gesproken. Ook in niet-bijbelse literatuur van die tijd wordt zijn naam genoemd. Zo vertelt de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, dat koning Herodes Antipas Johannes heeft laten vermoorden, omdat hij bang was, dat uit de talrijke aanhangers van de Doper een opstandige beweging zou kunnen groeien. Zoals u weet, wordt in het bijbelverhaal een andere reden gegeven voor de moord op Johannes. Hij had Herodes een verwijt gemaakt over diens ongeoorloofde huwelijksrelatie. Hoe dan ook, alles wijst erop, dat Johannes in die dagen een persoonlijkheid met groot aanzien was. De confrontatie van de "nieuwkomer" Jezus met deze gevestigde grootheid moest daarom wel van groot gewicht zijn voor het al dan niet slagen van Jezus' zending. In de dagen, dat dit verhaal speelt, zat Johannes nog in de gevangenis. Maar hij kon nog contact onderhouden met zijn leerlingen. Die hadden hem verteld over ene Jezus, een nieuwe leraar, een die zo anders was. Heel wat mensen zagen in hem zelfs de Messias. Uit de opdracht, waarmee Johannes zijn leerlingen naar Jezus stuurt, blijkt wel dat hij in grote onzekerheid verkeerde. Zelf had Johannes uitgesproken ideeën over de komende Messias. Hij wist, dat hij diens voorloper was "Hij die na mij komt is sterker dan ik ", had hij gezegd.Zijn opvattingen over de aard van de Messias had Johannes vooral ontleend aan uitspraken van de profeet Jesaja. Die Messias zou met kracht komen, had Jesaja gezegd, met de heerschappij in de hand. Kracht, dat was in de visie van Johannes dé karakteristiek van de Komende. Met krachtige hand zou de Messias hardhandig vonnis vellen over al wat niet deugde. Als een verslindend vuur zou hij al wat verkeerd was verdelgen. Alleen bekering van zonden zou de mens kunnen behoeden voor het vreeswekkend ingrijpen van de Messias. Vandaar zijn oproep: "Bekeert u want het rijk der hemelen is nabij." Bekeren of weggevaagd worden, dat was het alternatief. Aldus de toch nogal simpele redenering van de Doper.            Het antwoord, dat de leerlingen  mee terug brachten van Jezus, moet onthutsend geweest zijn voor Johannes. Geen onverbiddelijk oordeel maar barmhartigheid. En ook Jezus beroept zich daarbij op uitspraken van diezelfde profeet Jesaja. Die had namelijk ook over de wéldaden van de messiaanse tijd gesproken. Daarvan hoorden we iets in de eerste lezing: "Dan worden de ogen van de blinden ontsloten en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme". Jezus voorziet het schokeffect, dat zijn woorden op Johannes moesten hebben. Daarom vraagt Hij Johannes heel discreet de rol van de Messias ook eens vanuit een andere gezichtshoek te willen bezien: "Gelukkig, is hij, die aan Mij geen aanstoot neemt ". Het voor Johannes zo teleurstellende antwoord van Jezus mag geen afbreuk doen aan Johannes' geloof in Gods beloften.   In plaats van als de Sterke, die de fiolen van Gods toorn gaat uitstorten over het zondige mensdom, presenteert Jezus zich als de manifestatie van Gods barmhartige liefde voor wie arm is en te lijden heeft. Zou Johannes die grote tegenstelling, dat scherpe contrast kunnen aanvaarden? Deze beproeving van Johannes herinnert aan de manier waarop de profeet Jona op de proef gesteld werd. Jona werd door God naar Ninivé gestuurd om aan de mensen daar de ondergang aan te kondigen vanwege hun zondige manier van leven. Maar het pakte anders uit dan Jona verwacht had. De mensen bekeerden zich en de vernietiging ging niet door. Maar dat pikte Jona niet. Hij voelde zich voor joker gezet met zijn onheilsprofetieën. Hij werd nijdig en ging God toen verwijten maken van een soort, waarvan je je afvraagt hoe ze kunnen opkomen in een profetenhoofd. " Ach Heer, had ik het niet gedacht? Ik had kunnen weten, dat U een medelijdende God bent, barmhartig en lankmoedig, rijk aan liefde en altijd geneigd om spijt te krijgen over aangezegd onheil. Laat mij nu maar liever dood gaan!" De godsgezant durft God ervan te beschuldigen, dat Hij te goed is voor de mensen! Hoe is het mogelijk? Johannes verkeert een soortgelijke situatie als Jona toen. Hoe Johannes zijn beproeving in feite verwerkt heeft, dat staat niet met even zoveel woorden in het  evangelie verhaal. Maar de woorden van Jezus tot de omstanders spreken een duidelijke taal: "Onder wie uit de vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan, die groter is dan Johannes de Doper."Jezus wist, hoe Johannes deze geloofscrisis zou doorstaan.Johannes, die opriep tot verandering en loslaten, wist zelf los te laten. Hij is niet verbitterd blijven steken in zijn eigen actie. Hij wist de fakkel door te geven en kon daardoor een schakelfiguur worden tussen de oude en de nieuwe heilsbedeling, een scharnier tussen het Oude en het Nieuwe Testament. God zal komen, daarvan was Johannes diep overtuigd en ook wij geloven dat. Maar God zal telkens nieuw komen en anders dan wij gedacht hadden.  Daarom zullen we telkens weer oude, verouderde ideeën en beelden moeten loslaten, zonder verbitterd te worden en te verstarren in onwrikbare overtuigingen. Moge Gods Geest, die soepel maakt wat is verstijfd, ook ons een grote en wijze soepelheid geven ten opzichte van Gods heilsplannen.