3de zondag Advent A (2007)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

OPENINGSWOORD

Broeders en zusters, wij spreken altijd van de ‘donkere dagen voor kerst'. Het donker is op z'n sterkst.

Zo voelen wij het soms ook in ons leven: het kan er af en toe heel donker zijn. Maar het licht van Christus schijnt altijd. Het is een heel onopvallend licht, net als de vlammetjes op de adventskrans. Je moet het willen zien, anders zie je het over het hoofd, zoals de meeste mensen doen, die aan de kerk voorbijrijden op weg naar schijnbaar belangrijker zaken.

Als het eens donker is, moeten wij ons niet blindstaren op die duisternis, maar rustig om ons heenkijken. Christus is geen vuurtoren, die voor iedereen te zien is. Alleen wie zoekt zal het licht zien. Gaan wij er heen, dan wordt het al snel groter.

Vragen wij in deze viering, dat wij zijn licht mogen ontvangen voor onszelf, maar ook om het te kunnen doorgeven aan elkaar.

OPENINGSGEBED

God, Gij weet hoe uw volk met geloof uitziet naar het feest van Christus' geboorte. Wij bidden U: laat ons de vreugde van dit heilsmysterie beleven en dit feest steeds weer met blijdschap vieren. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon ... . Amen.

Ofwel

Heer onze God, altijd zijt Gij bezorgd om ons geluk. Geduldig en getrouw bereidt Gij uw volk voor op de komst van de Heiland. Doorbreek onze onmacht, ontsluit ons hart; dat wij onbevangen Hem erkennen die midden onder ons zal komen: Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer. Die leeft en heerst ... . Amen.

KINDERWOORDDIENST

PREEK

Beste medegelovigen, twee belangrijke woorden in de lezingen van vandaag zijn ‘komen' en ‘wachten'. Er is iemand, die gaat komen, maar... wij moeten nog even wachten. Dit gebeurt heel vaak in het dagelijkse leven en als wij dan niet kunnen wachten, kunnen wij een hoop verliezen.

Je broer heeft beloofd om te komen helpen bij een groot probleem, dat zich plotseling voordoet bij de verbouwing van je keuken, maar... hij kan pas overmorgen komen. Als je dan niet kunt wachten, en je gaat moeilijk doen, dan loop je kans, dat je de goede sfeer verpest en dat de afspraak in het geheel niet doorgaat.
Je wordt op 31 maart 2008 65 jaar oud en je vindt het leuk, dat je dan voor de eerste keer je AOW krijgt. Maar je zult toch nog drieëneenhalve maand moeten wachten. Je wilt zo graag met je vriend of vriendin naar de disco, maar hij of zij is in het buitenland of is ziek en dus moet je wachten.

Wij wachten op zoveel verschillende dingen. Een middelbare scholier zit zuchtend naar de klok te kijken, die tergend langzaam naar drie uur toe kruipt. Een zieke in het ziekenhuis wacht op het bezoekuur. Iemand die krap bij kas zit, wacht op de overschrijving van zijn salaris, zodat hij wat schulden kan afbetalen en weer iets leuks kan gaan doen.

De adventstijd is ook een tijd van wachten. Wij wachten op de komst van Jezus Christus en het fraaie is, dat Hij ons soms heel bewust laat wachten. In het Johannes-evangelie kunnen wij lezen hoe de zusjes Martha en Maria Jezus laten waarschuwen, dat hun jonge broer Lazarus stervende is. Lazarus is nota bene een goede vriend van Jezus. Toch blijft Jezus nog twee dagen op de plaats waar Hij is en dan pas vertrekt Hij. En als Hij dan eindelijk aankomt, is Lazarus al vier dagen begraven.

Jezus wacht, misschien ook wel om het geduld van Martha en Maria op de proef te stellen, maar ook wacht hij om het wonder nog groter te kunnen laten zijn. En het blijven wachten bleek de moeite waard: Lazarus staat op uit zijn graf. En door dit wonder kwamen vele mensen tot geloof.

Zoals gezegd: de drie lezingen van vandaag gaan over komen en wachten. En ook hier is het de moeite waard om te wachten. Het zijn maar symbolen, die uitgesproken worden, wij moeten ze vertalen naar ons eigen leven. Jesaja spreekt over de woestijn en de steppe, die tot bloei zullen komen. Hij zegt, dat wij de glorie van de Heer zullen aanschouwen. En dat daarom de mensen, die de moed hebben verloren moed kunnen vatten en niet meer bang hoeven te zijn. God zal komen om de wraak te voltrekken.

In de tweede lezing van vandaag spreekt de heilige apostel Jacobus over de boer, die met geduld moet uitzien naar de heerlijke vruchten van zijn land. En in het evangelie zegt Jezus van zichzelf, dat Hij degene is op wie wij moeten wachten. Hij zal de blinden laten zien, de doven laten horen, de melaatsen genezen en aan de armen de blijde boodschap verkondigen.

Het is heel groot nieuws dat Hij verkondigt, maar de mensen zullen moeten kunnen wachten. En juist dat is in deze tijd voor veel mensen heel erg moeilijk! Wij leven in een tijd waarin onze wensen meteen vervuld moeten kunnen worden. Bestellen, liefst per internet, en de volgende dag brengt de Overtoom de spullen aan huis! Maar zo werkt God niet! God wil zeker weten, dat wij ons geluk van Hem en van Hem alleen verwachten! Daarom wacht Hij soms met het aanbieden van een oplossing of met het geven van kracht om te kunnen dragen. Als wij blijven vragen, dan weet Hij, dat wij op Hem alleen vertrouwen.
Wij hebben al onze zorgen, dingen, waarvoor wij bang zijn. Leggen wij ze aan God voor en wachten wij. De heilige Monica moest 17 jaar lang wachten - en in de tussentijd blijven bidden - voordat God haar zoon Augustinus bekeerde. Gelukkig hoeven wij niet altijd zo lang te wachten, maar dikwijls moeten wij wèl wachten.

Nu brandt al de derde kaars op de adventskrans. Steken wij - bij wijze van spreken - ook zelf een kaarsje aan iedere keer als wij met onze vraag bij God komen. Misschien moeten wij niet zoals hier in de kerk vier kaarsen aansteken, maar 10 of 20 of misschien zelfs 100. Wij weten allemaal hoe belangrijk het is om met elkaar geduld te hebben. Hebben wij geduld met God. Hij heeft een groot plan met ieder van ons. Hij zal het ten uitvoer brengen op zijn tijd en op zijn manier.