Evangelieprikje (2008)

Kent u ze ook, de onverbeterlijke betweters? Zij die altijd en overal het laatste woord willen hebben en door de band ook weinig openstaan voor andere meningen. Onderwijsmensen lijden nogal eens aan deze ziekte, maar het is te veel eer om ze allemaal in dat kamp te gaan zoeken. Ook bij de onderwijsmensen zullen er wel andere zijn. Toch hoeft het ons niet te verwonderen dat die kwaal meer de kop opsteekt bij hen dan bij andere bevolkingsgroepen. Zij worden immers verondersteld "specialist" te zijn en kennis door te geven. Het is heel verleidelijk te denken dat je alles beter weet als je je erin gespecialiseerd hebt. In die zin hoeft het ons niet te verwonderen dat schriftgeleerden en Farizeeën ook aan deze kwaal leden. In een bezet land hadden zij de weinig benijdenswaardige taak er voor te zorgen dat de joodse godsdienst overeind bleef en men niet ging meeheulen met de goden van de bezetter. Godsdienst was nog iets dat van de joden zelf was en was in die tijd bijna synoniem van de joodse identiteit. Het hoeft ons dus niet te verwonderen dat ze uit de Wet van Mozes 613 geboden en verboden getoverd hebben. Je moest toch weten wat het concreet inhield "jood" te zijn. Zij zijn de wijzen en verstandigen aan wie God zijn diepste geheim niet onthuld heeft. Jezus is er dankbaar om, want misschien hadden ze ook dat gewoon omgezet in wetten die naar de letter moeten nageleefd worden, zonder vragen te stellen bij de geest van de wet. En laat het duidelijk zijn: de kern van de Blijde Boodschap is moeilijk in wetten en regels om te zetten. Die kern is dat God de mensen graag ziet en dat kan je nu toch niet omzetten in regeltjes? De meeste pogingen die daar in de loop van de Kerkgeschiedenis voor ondernomen zijn, vormen niet het pronkstuk van christelijk leven, integendeel soms. In wezen gaat het er om dat God de mensen zo heeft liefgehad dat Hij Zijn eigen Zoon heeft gezonden. Enkel eenvoudige mensen die nog openstaan voor wat anderen te vertellen hebben, kunnen dat ontdekken. Wie te veel bezig is met regeltjes en zich zorgen maakt of ze wel nageleefd worden, ziet dat niet, ze missen de openheid die daarvoor nodig is. Dat is al erg voor hen, maar het is dubbel erg voor de mensen die naar hen luisteren en voor wie godsdienst gereduceerd wordt tot regels naleven. Elke dag leven met een last van 613 geboden en verboden, ik kan het mij niet voorstellen, maar eenvoudig is waarschijnlijk anders. Tegenover die last zet Jezus de milde last van de liefde. Hij gebruikt daarvoor het beeld van het juk. Jezus wil de mensen dus niet zonder iets de woestijn van het leven insturen, ook Hij legt hen een juk op. Wat doet een juk? Het geeft aan welke richting de paarden moeten uitgaan. Jezus geeft ons dus een richting mee, een wegwijzer die ons door het leven gidst. Wie bij Jezus komt, zal ook nog zijn problemen hebben, maar hij mag wel in vrede met God leven.

Vertalen we deze Blijde Boodschap naar onze tijd, dan is de vraag hoe wij onze godsdienst beleven. Is het voor ons ook iets dat vooral bestaat uit naleven van regels, niet omdat die regels hun waarde hebben maar omdat het moet? Of leven wij als bevrijde mensen vanuit een groot godsvertrouwen? Gaan wij ook gebukt onder de last (van de crisis) van het geloof of geeft ons geloof ons kracht om "verrijzenismensen" te zijn die nooit bij de pakken blijven zitten en die ook anderen kunnen doen opstaan uit wat hen neerdrukt? Prangende vragen voor kerkmensen, de moeite om over na te denken.

Een veel grotere groep mensen die gebukt door het leven gaan zijn zij die onder sloef liggen van de moderne "godsdiensten" van presteren en consumeren, drugs- en/of seksverslaving, ... Allemaal mensen op zoek naar geluk. Zij denken dat geluk gevonden te hebben in dingen waarvan wij zeggen dat het daar niet te vinden is. Als we dat tegen hen zouden zeggen, dan worden we betweters. Als we hen bijstaan, zonder goed te keuren, maar toch zorgzaam nabij zijn, dan getuigen wij van een leven dat het geluk bij Iemand anders gevonden heeft. Ze zitten daar niet op te wachten, maar op echte liefde zit je ook niet te wachten, het overkomt je: aan jou om er in mee te gaan of niet.

Aan het begin van de vakantie nodigt dit evangelie ons uit om de overbodige ballast overboord te gooien en terug te keren tot de kern, tot die Iemand die ons graag ziet en wil dat we ten volle leven. Daar gaat het om, dat is Jezus komen vertellen. Wie daar in slaagt, zal een rustige en vredevolle vakantie tegemoet gaan!