Vertalen we deze Blijde Boodschap naar onze tijd, dan is de vraag hoe wij onze godsdienst beleven. Is het voor ons ook iets dat vooral bestaat uit naleven van regels, niet omdat die regels hun waarde hebben maar omdat het moet? Of leven wij als bevrijde mensen vanuit een groot godsvertrouwen? Gaan wij ook gebukt onder de last (van de crisis) van het geloof of geeft ons geloof ons kracht om "verrijzenismensen" te zijn die nooit bij de pakken blijven zitten en die ook anderen kunnen doen opstaan uit wat hen neerdrukt? Prangende vragen voor kerkmensen, de moeite om over na te denken.
Een veel grotere groep mensen die gebukt door het leven gaan zijn zij die onder sloef liggen van de moderne "godsdiensten" van presteren en consumeren, drugs- en/of seksverslaving, ... Allemaal mensen op zoek naar geluk. Zij denken dat geluk gevonden te hebben in dingen waarvan wij zeggen dat het daar niet te vinden is. Als we dat tegen hen zouden zeggen, dan worden we betweters. Als we hen bijstaan, zonder goed te keuren, maar toch zorgzaam nabij zijn, dan getuigen wij van een leven dat het geluk bij Iemand anders gevonden heeft. Ze zitten daar niet op te wachten, maar op echte liefde zit je ook niet te wachten, het overkomt je: aan jou om er in mee te gaan of niet.
Aan het begin van de vakantie nodigt dit evangelie ons uit om de overbodige ballast overboord te gooien en terug te keren tot de kern, tot die Iemand die ons graag ziet en wil dat we ten volle leven. Daar gaat het om, dat is Jezus komen vertellen. Wie daar in slaagt, zal een rustige en vredevolle vakantie tegemoet gaan!