Evangelieprikje 2014

Bij ons thuis was het altijd al zo’n beetje een zoete inval, ik kan dus gerust zeggen dat er heel veel mensen bij ons over de vloer kwamen. Toch denk ik niet dat er veel mensen met honger vertrokken zijn bij ons. Ik denk dat mijn moeder het een belediging zou gevonden hebben als één van haar gasten met honger naar huis ging. Ik begrijp de leerlingen van Jezus dus heel goed als ze voor hun gasten willen zorgen in het evangeliestukje van vandaag. Natuurlijk, bij ons thuis zijn er nooit 5000 mensen geweest. En die vijfduizend dat zijn dan, volgens het evangelie, alleen nog maar de mannen. Hoeveel het er dus precies waren, daar hebben we het raden naar. Hoeveel het er volgens de politie waren, dat weten we helemaal niet. En er zijn uiteraard nog meer verschillen. Als mensen bij ons vertrokken, stapten ze in de wagen en waren ze zeker binnen het uur thuis als ze dat wilden. In Jezus’tijd was dat anders, enkele waren waarschijnlijk enkele dagreizen van huis. Dat maakt de verantwoordelijkheid voor de leerlingen en Jezus alleen maar groter. Toch wordt een eenvoudige oplossing – namelijk ze naar huis sturen – door Jezus weggewuifd.  Hij vindt het, ondanks de massa, de taak van de leerlingen om voor hen te zorgen. Fluistert het evangelie ons vandaag dat ook niet in ons oor? Als mensen in nood zijn, honger hebben naar zin in het leven, dan moeten we ze niet verder sturen, dan is het aan ons om hen eten te geven. En meteen zitten we in een andere taal dan de puur beschrijvende. Honger naar zingeving is geen letterlijke honger maar wel de eigenlijke honger waar het hier om gaat.

Hoe gaan de leerlingen dat oplossen? Ze hebben al eens gecheckt wat voor handen is en het is niet echt een rijkelijk buffet dat ze kunnen voorzetten: slechts vijf broden en twee vissen. Vraag is natuurlijk of die vijf broden en twee vissen zijn wat ze zijn in dit verhaal met dubbele bodem. Zijn het gewoon vijf broden of staan ze symbool voor alles wat een honger kan stillen? Is die vijf toevallig of verwijst ze naar de vijf vingers en betekent het zoiets als een handvol? Of gaat het nog dieper: verwijst het naar de vijf boeken van Mozes die al wat honger naar zingeving kunnen stillen? Wie zal het zeggen? Jezus neemt de broden en de vissen aan en vraagt de mensen op het gras te gaan zitten. Dat groene gras verwijst voor de lezer naar het rijk Gods. Het schamele dat de mensen kunnen aanbieden als gave wordt in de handen van Jezus een overvloed. Die overvloed is er niet om er geld uit te slaan, maar om te delen. Er is zelfs over, er is overvloed: een tweede, duidelijke verwijzing naar het Rijk Gods. Het ganse verhaal wordt trouwens door velen gezien als een verwijzing naar de eucharistie. Allemaal goed en wel, maar wat doe ik daar nu mee?

Het is een verhaal waar je verschillende kanten mee uit kan. Ik probeer het op het leven van de Vlaamse geloofsgemeenschappen te leggen, en dus eigenlijk op mezelf en allen die zich in Vlaanderen nog christen willen noemen. Wat hebben wij God en de wereld nog aan te bieden? Onze kerken lopen leeg en veel van de mensen die er nog aanwezig zijn, zijn niet meer van de jongste. Is dat het beeld van een levende geloofsgemeenschap die we aan Vlaanderen en God kunnen aanbieden? Ja. Het lijkt heel weinig, om niet te zeggen bijna niks. Wat doe je met vijf broden en twee vissen als er meer dan 5000 mensen met hongerige ogen je aanstaren? Niks. Of toch? Je legt wat je hebt in de handen van Jezus omdat je wil delen met anderen. Mag ik een andere vergelijking maken? Wat is liefde tussen twee mensen? Het is heel mooi, krachtig, … maar wat is het op wereldschaal? Niks. Tot op de dag dat het liefdespaar besluit die liefde niet voor zichzelf te houden maar ze te delen met anderen: met buren, pleegkinderen, gehandicapten, armen, eenzamen, … en dan wordt die liefde een ongekende kracht. Niet dat alle problemen daarmee opgelost zijn, maar we moeten ergens beginnen. Trouwens, alle problemen, zelfs niet alle honger kon gestild worden tijdens het leven van Jezus.

Natuurlijk, ik hoor u al denken: in theorie klinkt dat zeer mooi, maar de realiteit is anders. Het is inderdaad niet gemakkelijk om je niet machteloos te voelen tegenover al het negatieve, tegenover zoveel lijden in de wereld. En toch is de weg die het evangelie ons vandaag biedt, meer dan wat naïeve prietpraat. Wat had Don Bosco de jongeren van Turijn te bieden? Niet zoveel op het eerste gezicht, maar het werd heel groot. En zo kunnen we allemaal nog wel voorbeelden geven. Het hoeven geen heiligen te zijn, ook in ons leven zijn er waarschijnlijk wel mensen die met heel weinig heel veel mensen hebben kunnen doen proeven van hoe overvloedig naastenliefde kan smaken.  Als wij zelf proberen evangelisch te leven en al wat we hebben en zijn in de handen van Jezus leggen, zijn we misschien zelf bezig met heel weinig middelen naastenliefde te vermenigvuldigen. Statistieken in verband met kerkbezoek mogen ons niet verlammen, het is erg, natuurlijk, maar laten we ook dat, die zorgen en die hartenpijn, in de handen van Jezus leggen. Eens Jezus die zorgen op zijn schouders legt, kunnen wij totaal bevrijd en vanuit Zijn liefde en in Zijn Geest naastenliefde vermenigvuldigen. Zeg dus nooit: we zijn maar met zoveel … zelfs met vijf broden en twee vissen kan je veel.