20e zondag door het jaar A (2008)

Goede vrienden,

 

" Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is, aan de honden te geven."

De kinderen: dat zijn Jezus' tijdgenoten, het Joodse volk.

De honden:dat zijn de heidenen, de inwoners van Tyrus en Sidon. Op dat ogenblik is Jezus ervan overtuigd dat Zijn zending tot het huis van Israël beperkt is.

" Ik ben alleen geroepen tot de verloren schapen van Israël."

Wij kunnen vandaag Jezus moeilijk begrijpen.

Een Kananese , heidense vrouw in nood luid roepend:

" Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David !

Mijn dochter is van een duivel bezeten..."

Maar Jezus luistert niet eens...

En de leerlingen zeggen zelfs tot Jezus:

" Stuur die vrouw toch weg..."

Maar in haar nood bleef zij aandringen - tot drie keer toe -

"HEER , HELP MIJ ! "

Het was die hardnekkigheid die Jezus tot andere gedachten bracht. Hij zei het ook:

"VROUW, JE HEBT EEN GROOT GELOOF,

JE VERLANGEN WORDT INGEWILLIGD ! "

En van dat ogenblik was haar dochter genezen.

De grondhouding om tot geloof te komen, is blijkbaar ook bij de heidenen aanwezig.

Het is wat Paulus, als apostel van de heidenen, later ook zal verkondigen.

Goede vrienden, deze ontmoeting met de Kananese vrouw is een kantelmoment waarin Jezus de kring verruimt.

Elke mens noemde Hij sinds die dag Zijn broer en zus.

MENSENZOON: kind van de mensen en van God, broer van de uitgeslotenen, behoeder van eigen volk én van de vreemdelingen.

Jezus prijst haar geloof en geneest haar zieke dochter.

Zoals bij de honderdman toont Hij, dat het heil verder reikt dan de grenzen van Israël.

Met een vraag naar ieder van ons.

Tot hoever reikt onze liefde ? Hoe dikwijls wijzen wij iemand af of sturen wij iemand weg ? Of we vergeten te luisteren naar de nood van medemensen en we lopen in een boogje er omheen.

Wie mag bij ons aan tafel zitten ?

Met dit verhaal maakt Jezus ons duidelijk dat onze liefde en zorg niet mag ophouden bij de eigen voordeur , je eigen familie -of vriendenkring, je eigen landgrenzen of de muren van je eigen kerk.

We mogen het geluk, de grond, het geloof, het land, de kerk niet voor onszelf reserveren...

Goede vrienden, een VOLKS GEZEGDE LUIDT:

" NOOD KENT GEEN GRENZEN ! " In nood zou een mens alles proberen om uit de ellende te geraken.

Er zijn zovéél noden bij ons mensen !!!

Ziekte, problemen met opgroeiende kinderen, spanningen in een relatie.Waarom moest mijn echtgenoot of echtgenote zo vroeg sterven ?Waarom dit ongeluk, die handicap ?

NOOD DOET ROEPEN. NOOD ZOEKT ZICH EEN UITWEG. Mensen in nood gaan overal te rade.

Ook vandaag keren mensen zich met groot vertrouwen naar God: zij gaan op bedevaart, zij bidden een noveen, zij ontsteken een kaars bij het Mariabeeld of bidden tot broeder Isidoor. Soms wordt hun gebed verhoord: zij verkrijgen waar zij om smeken ! Niet altijd, maar toch vaak.

Nogal wat gelovige mensen getuigen dat zij via het gebed veel verkregen hebben. Goede vrienden, dat leert ons het

evangelie vandaag dat we te pas en te onpas mogen vragen.

" UW HEMELSE VADER WEET WAT GIJ NODIG HEBT.

VRAAGT EN GIJ ZULT KRIJGEN, ZOEKT EN GIJ ZULT VINDEN, KLOPT EN ER ZAL WORDEN OPENGEDAAN " .

Zo groot was Jezus' vertrouwen in God,Zijn Hemelse Vader.

Bidden en blijven BIDDEN, zoals die Kananese vrouw. Niet bang zijn om te vragen en te blijven vragen,zodat onze Goddelijke Vader tot ons dezelfde woorden kan spreken als Jezus tot die vrouw: " Gij hebt een groot geloof!

Uw verlangen wordt ingewilligd." Amen Deo gratias.