Nieuwsgierigheid en verlangen

Beste vrienden,


Met goede verhalen is het hetzelfde als met goede grappen. Ze zijn onmiddellijk overal gekend, bij iedereen populair en daarom, spijtig genoeg, ook zeer snel afgezaagd.  Ze hebben dan weer een langere tijd nodig vooraleer je er terug van kan genieten. Wanneer dat niet kan, moeten we leren om diezelfde verhalen altijd weer op een andere manier, vanuit een ander perspectief of met andere trefwoorden te vertellen.  

Een dichteres heeft ooit geschreven: “alles begint met verlangen”. Zelf zou ik aan dat verlangen ook nog een goede portie nieuwsgierigheid aan willen toevoegen.  

  • Verlangen is de drijfveer van de vele bootvluchtelingen uit Afrika, die hun leven riskeren omdat ze hopen op, en verlangen naar, een beter leven in Europa.  
  • Bij nieuwsgierigheid denk ik eerder aan al die jongeren die bij één of ander muziekfestival op elkaars schouders, of op afsluitingen klimmen, om één of ander TV-idool of Popster gedurende enkele luttele ogenblikken te kunnen zien.  

Verlangen en nieuwsgierigheid bevleugelen onze fantasie en brengen ons er soms toe om eens iets totaal ongewoons te doen.  Een dergelijk gevoel overkwam ook Zacheus. “Hij wou ook wel eens zien wie die Jezus was“; En omdat hij nogal klein van gestalte  was, klauterde hij in een boom naast de weg.  Voor een hoge ambtenaar van financiën, die in opdracht van het Romeinse staatsapparaat verantwoordelijk was voor alle tolheffingen in het land, is dat toch wel een gek idee, om daar zoals een aap in een wilde vijgenboom te gaan zitten.  Misschien was het voor hem wel pijnlijk daar boven omdat alle mensen, die toch al niet goed over hem te spreken waren, hem daar konden zien zitten. Daarom vond hij het wel goed dat hij zich achter het loof van de takken kon verschuilen. Zo kon hij alles goed zien, zonder zelf gezien te worden.   
Maar juist die positie in de boom geeft ook het eigenlijke basisprobleem van zijn leven weer: aan de ene kant is hij het hoofd van de toldienst, diegene die bovenaan zit omdat hij carrière heeft gemaakt en iets heeft bereikt. Maar aan de andere kant is hij ook “die kleine”, die door iedereen wordt geminacht en die zich voor de blikken van zijn medemensen moet verbergen.  Omwille van zijn job wordt hij gehaat en heeft hij bij het volk helemaal geen aanzien meer. Hij, die gewoon naar willekeur het geld uit de zakken van zijn landgenoten haalt en een deel daarvan door louche manipulaties in zijn eigen zakken doet verdwijnen, die is in hun ogen gewoon een bedrieger, een witte boordencrimineel die hen uitbuit. Daarom kunnen wij ons ook goed de boze en verachtelijke blikken voorstellen waarmee zijn medemensen hem bekeken.  Daar komt dan nog bij dat hij in de ogen van veel mensen ook nog een verrader is, omdat hij met de gehate bezetter collaboreert.  Neen, met die mens heeft men geen contact, die hou je op veilige afstand, want hij is een zware zondaar.   

De man waar Zacheus op wacht en die hij absoluut wil zien, is gehaast. Omringd door een opeen gedromde menigte wordt Hij als het ware door de straten van de stad geschoven, gaan kan je dat al bijna niet meer noemen. Hij moet door Jericho, omdat Hij naar Jeruzalem wil, het doel en het eindpunt van zijn missie. Nog maar enkele uren geleden had Hij tegen zijn leerlingen gezegd dat Hij daar zou worden uitgeleverd, mishandeld en gedood. Hij was dus ook niet van plan om zich in Jericho lang op te houden. Met die gegevens in het achterhoofd is een ontmoeting van beide mannen eerder onwaarschijnlijk. De ene is gehaast en diep in sombere gedachten aan zijn einde verzonken, en de andere verstopt zich voor iedereen.

Dat het toch helemaal anders uitdraait is de eigenlijk pointe van dit ontmoetingsverhaal. Want het evangelie vertelt ons over de bekering van een mens.  En bekering betekent niet: Vlug even heel vroom worden of zich van vandaag op morgen plots voor de kerk inzetten. Bekering is veeleer:  Zichzelf vinden, de goede kern in jezelf waarnemen, terug een raakvlak vinden met de eigen persoonlijkheid en haar beste krachten.  Al het andere vloeit daar uit voort en komt soms als vanzelf. Maar bekering begint altijd met datgene wat wij verlangen en nieuwsgierigheid noemen of wat we met die woorden willen uitdrukken.  Achter elke verslaafdheid en achter elke begeerte liggen wezenlijke zaken verborgen die ons in onze persoonlijke groei vooruit zouden kunnen helpen.  Bij Zacheus ligt achter zijn verlangen en zijn nieuwsgierigheid, zijn schraperigheid en zijn hebzucht, heel veel verborgen.   Misschien is zijn bevordering tot hoofd van de toldienst en de daarmee verbonden erkenning door de Romeinse bezetter wel een surrogaat voor het feit, dat hij door zijn medemensen veracht wordt.  Misschien is die begerigheid naar geld en de daardoor zichtbare welstand voor hem het enige middel om die innerlijke leegte te compenseren. Wat het ook geweest mag zijn – één ding wordt ons duidelijk: De impuls die hem ertoe brengt om in de boom te klauteren om Jezus te zien, is meer dan gewoon nieuwsgierigheid.  Het heeft te maken met zijn onvervuld verlangen, zijn verloren aanzien en met al die dingen waar hij naar op zoek is.  

Waarom Jezus en Zacheus elkaar toch ontmoeten vertelt het evangelie: „De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.“  Wat verloren is zoeken en redden, dat is het programma waarmee Jezus zijn openbaar leven is begonnen. En nu, op het einde van zijn openbaar leven, maakt Hij ons dat nog eens duidelijk.  Hij zoekt mensen die zichzelf hebben verloren! 

In deze ontmoeting komt het verlangen van de ene samen met wat de andere zoekt.   Toen Jezus op de plaats kwam waar Zacheus zat om Hem te zien, keek Hij omhoog. Het was zeker geen beschuldigende of verachtende blik waarmee Jezus Zacheus bekeek, want dan zou een echte ontmoeting niet mogelijk zijn geweest.  Eerder een blik vol genegenheid en medelijden. Goede therapeuten en liefhebbende mensen hebben soms zo’n blik waardoor de ene of de andere zich onmiddellijk begrepen, geaccepteerd, gezocht en gevonden voelt.  Waar dat gebeurt, kan iemand het huis van zijn leven openen, de andere bij zich naar binnen laten en daardoor tot zichzelf vinden – net zoals Zacheus zich bij zijn ontmoeting met Jezus heeft geopend, Hem heeft binnengelaten en zichzelf heeft teruggevonden.  Zo begint de genezing en die vindt haar hoogtepunt in de afsluitende veelzeggende zin: „vandaag is dit huis” – en ik voeg eraan toe: het levenshuis van Zacheus – “redding ten deel gevallen.”  

Die redding valt Zacheus ten deel omdat hij toegeeft aan zijn verlangen. Dat verlangen is de onvermoede en ook niet ingeplande plaats waar God met ons mensen contact opneemt. Jezus ontmoet Zacheus noch in de Tempel, noch in een andere religieuze omgeving. Hij zoekt hem veeleer op in zijn verlangen en neemt dat tot aanleiding voor een diepgaande ontmoeting met onvermoede gevolgen.   

Voor mij betekent dat: Wanneer we God willen ontmoeten, wanneer we genezing en redding van Hem verwachten, dan doen we er goed aan om een verbond met onze verlangens aan te gaan. Met hun hulp kunnen we onszelf op het spoor komen en ontdekken wat ons hart eigenlijk wil en begeert. Dan mogen we ervan overtuigd zijn   dat God zelf ons daarin tegemoet komt en ons opzoekt. En dan? Dan mogen ook wij hopen op die wonderlijke vrijheid, waarin Zacheus zonder druk en zonder enige dwang, veel in zijn leven heeft kunnen veranderen. En dat zouden we toch ook aan ieder van ons toewensen. Amen.