Christus Koning (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 459 niet laden

Christus koning vandaag, wat stellen wij ons daarbij nog voor ? Eigenlijk zo goed als niks. De titel roept het beeld op van een triomferende Christus, hoog op een troon, pracht en praal, de koningsstaf in de hand, de schepping aan zijn voeten. De absolute heerser, de machthebber over leven en dood.

Zo'n beeld hoort duidelijk thuis in een voorgoed verleden tijd.

De tijd van een strijdende kerk die niet terugdeinst voor kruisvaarten en veroveringstochten en die oorlogen soms verantwoord vindt.

Een kerk die Christus - zoals het een koning betaamt - heeft durven uitroepen tot opperbevelhebber van haar troepen.

Maar welke betekenis kan het feest van Christus ‘koning van het heelal' zoals het officieel heet, in onze kerk vandaag dan nog hebben ? We moeten terugkeren naar de oorsprong, de tekst van het evangelie...

De eerste leerlingen hebben moeten leren inzien dat God op een heel andere manier over zijn volk en de wereld regeert.

Niet door macht en geld, maar door de liefde tot het uiterste: het gebaar waarmee de stervende Jezus de goede moordenaar opneemt in zijn begrijpende en barmhartige liefde is openbaring van Gods grootheid. De uitgestrekte armen op het kruis zijn tevens de wijd-opengespreide armen van Gods liefde, Jezus koningsschap is niet van deze wereld - het is gegrondvest op de liefde .

Jezus is geen politieke macht, maar de aanwezigheid van Gods goedheid die alle mensen tot zich wil trekken.

Meer dan voorheen is de voorbije jaren tot de kerk en haar gemeenschap doorgedrongen: God dienen doe je op de eerste plaats door je handen uit de mouwen te steken voor wie in nood zit. Daarbij denken we terecht, het eerst aan landen in de derde wereld waar volop armoe is, honger en dorst wordt geleden en dus allerlei, vaak onnodige ziekten zijn.

Maar we kunnen ook zo ( wat dichter bij ons bed ) naar het evangelie luisteren:

Ik was hongerig, niet naar voedsel - de koelkast was redelijk vol en de supermarkt om de hoek - ik was hongerig naar meeleven, een hartelijk woord, een schouderklop, maar jij ging eraan voorbij.

Ik was dorstig; niet naar drank; de kraan was dichtbij en de kratten frisdrank stonden in de kelder. Maar ik hunkerde naar wat herkenning, een uurtje gezelschap, maar je had het te druk met eigen zaken.

Ik was een vreemdeling; geen buitenlander, maar ik was anders dan jij, we verschillen van mening en levensopvatting en toen dat duidelijk was, bleek ik afgeschreven en niet langer welkom.

Ik was naakt; niet dat ik geen kleren had. Ik zat goed in mijn pak. Maar toen anderen door hun geroddel me in mijn hemd zetten, heb je me niet verdedigd.

Ik was gevangen; niet achter tralies. Maar ik was gevangen door mijn ouderdom.

Ik zat door mijn handicap vast in mijn eigen huis, maar je hebt me nooit eens bevrijd... Ik heb je niet gehoord of gezien.

Bij het laatste oordeel zal ons gevraagd worden... of we één van de minsten hebben bijgestaan. Of we de gewone en alledaags dingen hebben onder ogen gezien en een helpende hand hebben aangereikt aan hen die dat nodig hadden.

Waar zulke zaken gebeuren, groeit zijn rijk van vrede en rechtvaardigheid. Van zulke wereld wil Hij koning zijn.

Bidden we samen dat wij Christus Koning eren...

Door oog en oor te hebben

voor wie vreemd en onbegrepen is.

Door warmte te geven

en een goed woord te hebben

voor allen die in de kou staan.

Dat is onze opdracht en daar gaan we voor.