Evangelieprikje 2014

"Tegen x, is tegen mij". Een uitspraak die ik nogal eens hoor, gemeend of om mee te lachen. Ik vind het een mooie, weliswaar negatieve, formulering van het evangelie van vandaag. Als er iets duidelijk wordt met dit evangelie, dan is het wel dat een zeer innige band bestaat tussen God en mensen. Mochten we enkel dit evangelie hebben, dan zouden humanisten en christenen weinig verschillen van elkaar, op het eindoordeel na. Het toont ook dat gelovigen niet leven voor het hiernamaals, neen, gelovig zijn heeft al duidelijk gevolgen in dit leven. Maar boven alles is dit evangelie echt evangelie, Blijde Boodschap. Uiteraard in eerste instantie voor de mensen die genoemd worden: de hongerigen, de dorstigen, de naakten, de vreemdelingen, de gevangenen en de zieken. God heeft hen lief en vereenzelvigt zich er mee. Het is maar normaal dat God die mensen liefheeft maar Hij gaat verder. Het lijkt wel alsof Hij ons wil zeggen: ik ben maar gelukkig als zij gelukkig zijn. Dat is echte liefde. Wanneer je je echt bemind weet door iemand, weet je dat je er nooit alleen voor staat. Dat is toch fantastisch nieuws. De vraag is natuurlijk of deze mensen zich bemind weten. Er zijn heel wat mensen die in de miserie zitten en die het opgegeven hebben. We kunnen denken aan de duizenden mensen die op de vlucht zijn voor IS, maar we hoeven het niet zo ver te zoeken. Ons land staat nog altijd hoog in de top 10 van landen met een hoog zelfdodingscijfer. We kunnen als christen uiteraard niet verantwoordelijk gesteld worden voor elke medemens, dit evangelie wil ons geen schuldgevoel geven. Maar het doet ons wel nadenken of wij door ons druk leven nog tijd en oog hebben voor de hongerigen, de dorstigen, de naakten, de thuislozen, de zieken, de gevangenen, ... De hongerigen en de dorstigen zijn niet alleen de mensen die letterlijk honger en dorst hebben, het zijn ook de mensen die hongeren en dorsten naar een opbeurend of zin-gevend woord. Zo heb je ook figuurlijke naakten: de mensen die zich te veel bloot gegeven hebben en daardoor gekwetst werden. En dat geldt eigenlijk voor alle mensen die Jezus hier opnoemt: we kunnen het letterlijk of figuurlijk lezen. Maar hoe we het ook lezen, het vraagt een open hart en een geoefend oog om die mens in nood te zien. Het vraagt in eerste instantie dat we verder kunnen kijken dan onze eigen beperkte leefwereld. Is in onze agenda daar nog ruimte voor? Het vraagt ook om verder te kijken dan het uiterlijk, want veel mensen doen er alles aan om hun miserie te verbergen. Dit evangelie vraagt ons eigenlijk om medemens te worden van de mens in nood. Het vraagt dat we echt als broeders en zusters gaan leven.

Ok, dat is goed nieuws voor mensen die het moeilijk hebben, maar is het dat ook voor anderen? Uiteraard, want iedereen maakt wel eens iets mee waardoor we het niet meer zien zitten. Dan moeten we kunnen terugvallen op een echte, hechte gemeenschap die ons toont met woord en daad dat God ons graag ziet. Een gemeenschap die weet dat God pas echt vereerd wordt, echt gelukkig is als de mens gelukkig is. Het is aan elke christen om aan die gemeenschap hier en nu te werken.

Waar mensen er in slagen Gods liefde voor de mens zichtbaar te maken, wacht er een mooie toekomst. Maar wie dat niet doet, wacht een minder fraaie toekomst. Dat kan ons misschien verontrusten: wie kan er zeggen dat hij elke honger stilt, elke dorstige te drinken geeft? Wie kan dan ooit in de hemel geraken? Ik denk dat het evangelisch is te zeggen dat ons pogen al belangrijk is voor God en dat we altijd weer mogen rekenen op Gods barmhartigheid. Alleen mogen we die barmhartigheid niet misbruiken om niks te doen en geen oog te hebben voor de naakte, de thuisloze, ... Als iemand je graag ziet, weet je ook dat die persoon je veel kan vergeven, het betekent niet dat je voor die mens niets meer moet doen of dat je met alles weg geraakt. Zo is het ook bij God want God kunnen we alleen begrijpen als we de relatie God-mens zien als een liefdesrelatie.