Wat vervult ons?

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Niet alles wat we doen, doen we met vreugde. Integendeel, er zijn veel dingen die ons kunnen tegenstaan, die een zekere druk op ons leggen, ons bezwaren. We hebben er dan geen plezier in, geen zin. Bepaalde soorten arbeid doen we uit gewoonte of plichtsbesef, maar dikwijls niet van harte: kinderen gaan soms niet graag naar school, grote mensen hebben wel eens (of vaak?) een ‘baaldag' in hun werk. Je ziet huizenhoog op tegen een bepaald bezoek dat je moet afleggen! Tegenzin, die schijnt te groeien, als je zoiets vervelends ‘voor je uit schuift', altijd maar weer uitstelt. Ik denk dat het ermee te maken heeft of we van harte geraakt zijn. We beleven aan iets vreugde, als we ervan vervuld zijn, er ‘volheid' aan ondervinden. Als we het kunnen meemaken, dat dit of dat ons leven verrijkt, verheldert. Het kunnen heel verschillende dingen zijn, die ons leven ‘vullen'. Iemand kan vervuld zijn van het beroep dat hij of zij uitoefent. Een ander wordt vervuld en beleeft vreugde aan de hobby die hij heeft. Anderen beleven vreugde aan hun omgang met mensen, moeten altijd ‘iemand in de buurt' hebben, met wie ze vreugde en leed kunnen bespreken.

We staan kort voor het afscheid van Jezus. Je kunt het erg vinden dat Hij vertrekt, zoals bij elk geliefd mens. Wie zal ons opvangen, troosten en helpen, ons het leven verklaren, het goede voorbeeld geven? De apostelen hebben het niet gemakkelijker gehad dan wij, die op veel grotere afstand van de mens Jezus moeten leven. Sommige mensen denken dat. Maar ook zij kregen te maken met de wet van het leven: op den duur moet je loslaten en op eigen benen staan. Er komt een moment dat je zelf staat voor de klus. Wat zij met Jezus hadden is niet weg, maar het moet op een eigen manier ingevuld worden, in zijn Geest. Er is een oud Joods verhaal. Het gaat over een winkelier die een knecht aannam om de winkel te beheren, toen hij zelf een wereldreis wilde gaan maken. Soms luisterde hij de knecht af, wanneer die klanten te woord stond: nee mijnheer, voor dat geld wil mijn baas het niet verkopen. En de winkelier dacht: ik wacht met mijn reis nog een paar maanden. Toen hoorde hij zijn knecht tegen een klant zeggen: nee mevrouw, voor dat geld kunnen wij u dat niet leveren. De baas glimlachte maar vertrok niet. Nog wat maanden later luisterde hij opnieuw stiekem: o nee, mijnheer, voor dat geld kan ik u dat echt niet verkopen, hoorde hij de bediende zeggen. Toen ging de winkelier terstond op reis.

Jezus verlaat ons als we echt sterk genoeg zijn. Zijn gedachten, gevoelens, levenswijze zijn zo sterk de onze geworden, dat we kunnen zeggen: stelen? Nee mijnheer, dat doe ik niet. Vloeken, ontrouw zijn, vals getuigen, dat doe ik niet. Dus alstublieft niet: dat mogen we niet van God of dat mogen we niet als christenen. Welke volwassene zal zijn gedrag motiveren met de opmerking: dat mag ik wel of niet van mijn vader en moeder? Niemand toch. Niettemin lijkt ons gedrag vaak sprekend op wat we van hen meekregen. We handelen en spreken in hun geest. Ik zal u een andere helper geven om voor altijd bij u te blijven. Je spreekt en doet zoals ik zou hebben gedaan. Je handelt en spreekt vanuit mijn mentaliteit. Als iemand mij liefheeft, als er zo'n openheid en vertrouwen is tussen ons, als alles gezegd kan worden en alles zonder veroordeling mag bestaan, dan zul je vanzelf leven in mijn richting. Dan zul je op jouw manier invullen, wat je van mij hebt gehoord en gezien. En ik vertrouw je graag en van harte. Dat is pas leven. Dan gaat de eigenlijke en diepste betekenis van je bestaan open. Dat is avontuur, dat is boeiend. En de grens is de liefde, zekerder en veiliger kan niet. Voor niemand...