Een man, een vrouw, een waterbron

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Een man, een vrouw, een waterbron; het middaguur, ‘t is warm. Zo zou het begin kunnen luiden van een roman, een romance. Zij helpen elkaar aan het levengevende water. Ze raken met elkaar in gesprek, in elkaar geïnteresseerd. Waarom niet? Omdat wij zo goed weten hoe die man heet? Ook hij had zijn eigen geschiedenis met men­sen.

En daarom nodig ik u toch uit, nog even te blijven kijken of te lezen, zo u wilt. Er hangt een vraag van een dorstig mens tussen die twee in. "Geef je mij te drinken? Ik heb dorst." En de vrouw wil niet, ze scherpt de tegenstellingen nog aan: "Kom nou, jij bent een jood, ik een Samaritaanse. Mijn hele leven ben ik door jullie met de nek aangekeken. Wij zijn een ander volk, een andere cultuur, een andere godsdienst."

"Ik heb dorst", zegt Jezus, "en als jij ook maar genoeg dorst had, dan zou je mij vra­gen: Ik kan je levend water schenken, water waar je nooit meer dorst van krijgt." Nou, na wat vijven en zessen voelt ze daar wel voor. Wie niet? En Jezus schenkt haar inzicht in haar situatie: "Haal uw man." "Vertel me wat over mannen! Ik heb geen man." En in één klap ligt heel haar armzaligheid op tafel. Haar onmogelijkheid om zich te binden; de manier wellicht ook waarop ze met haar zijn omgegaan. Haar pure eenzaamheid. Nu kan ze ook zeggen: ik heb dorst. Nu wordt zij echt gezien. Niet als gebruiksvoorwerp, lustobject of levensverzekering, maar om wie zij is. Het wordt nog wel iets tussen die twee. Maar dat is Gods geheim.

U en ik begrijpen, dat die twee vandaag niet aan ons gegeven zijn vanwege hun grote begrip, of vanwege het mooie verhaal. Wij hebben andere zorgen. Want ons bereikt evengoed dag in dag uit de vraag, het schreeuwen van talloos velen: wij hebben dorst, honger, kou. Wij hebben geen huis, geen school, geen werk! Jezus komt ons tegemoet in duizendtallen. En wij weten er geen raad mee, zijn ronduit bang voor de toekomst. Ze zijn zo verschillend, andere kleur, andere cultuur, andere godsdienst. En wij hebben uitvluchten van allerlei soort: "We zijn vol; we hebben zelf niet genoeg; onze pers zegt, dat de motieven niet kloppen; we doen al zoveel." Wij zijn vaak een harde rots, weerbarstig en niet in staat of bereid om het gevraagde water te schenken. Maar tegelijk gaat het ons niet goed, we hebben alles en zijn niet gelukkig. Er is heel wat verdoving nodig om armzaligheid te vergeten.

Drugs, alcohol, nog meer geld en goed, reizen en trekken, haast, carrière. Dat is onze situatie, waarin mensen er ternauwernood voor mensen kunnen zijn. Er is dienstverle­ning genoeg, maar het heeft allemaal zijn prijs. Ook wij hebben dorst, vooral naar echte belangeloze menselijkheid, naar meeleven en gezien worden. Zo staan we met onze armoede en onze rijkdom, met onze behoeften en mogelijkheden bij de put van het leven. Gaan wij voor elkaar putten, uit de bron van eeuwig leven? Zoeken naar iets wat echt zinvol is, wat niet verwijdert, maar nabij brengt. Vandaag worden we uitgenodigd ten bate van onszelf, ten bate van onze kinderen om te kijken en te oor­delen hoe wij voor onze consumptie putten uit de levensbronnen. Hoe veeleisend, hoe schaamteloos egoïstisch vaak. Vandaag wordt ons gevraagd: wil je eens nadenken over biologisch gewas en tuinieren; wil je eens nadenken over seizoengebonden gewassen; wil je eens nadenken over de manier waarop je mobiel wil zijn en over verminderd gebruik van de auto; wil je eens nadenken over gedrag dat minder milieubelastend is; wil je eens nadenken hoe wij tot fundamenteel andere verhoudin­gen kunnen komen met andersdenkenden? Wil je eens nadenken of Jezus misschien voor jou een bron kan zijn? Maar wat we ook bedenken, we zullen moeten inleveren en dat zal de grootste moeilijkheid zijn...