3e zondag van de vasten A (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
In de jaren dat ik in de Filippijnen gewerkt heb, ben ik eens in een kustplaats geweest waar brak water uit de kraan kwam. De mensen daar waren het gewend, maar mijn verwend maagje kon er niet tegen. De opa van het gezin waar ik logeerde, ging speciaal voor mij zoet water halen uit een bronnetje buiten de stad. En in Manila deed men in de droge tijd zoveel chloor in het leidingwater dat je dacht in het zwembad te zitten als je een glas water voor je had. Het was hygiënisch wellicht verantwoord maar het smaakte vies.
Aan onze moderne samenleving zit ook een bijsmaakje. Maar omdat we het zo gewend zijn, hebben we het meestal niet eens in de gaten. De samenleving geeft ons nogal eens brak water te drinken en je hebt mensen die er ziek van worden, ziek van de verstarde bureaucratie die alles beheerst, ziek van de druk van mode en reclame, ziek van de haast en de stress die het leven beheerst, ziek van de vervreemding en de eenzaamheid die dat tot gevolg heeft.
Aan onze samenleving zit een bijsmaakje en er lopen nogal wat mensen rond die niet lekker in hun vel zitten.
"Wij hebben het echt veel te goed," zo luidde een kop in de Gelderlander van de afgelopen week. Die woorden kwamen van een vijftien jarig meisje uit Langeboom dat een week in Ethiopië had rondgekeken.
We hebben het te goed. Geeft dat die nare bijsmaak in onze samenleving? Daar zullen de meesten het denk ik niet mee eens zijn. Wanneer heb je het te goed?
Ik zou zelf liever zeggen: we zijn gruwelijk verwend. We zijn verwend door de luxe en overvloed die we zo gewoon vinden. En we krijgen meteen buikpijn als we met iets minder moeten doen, als niet alles kan wat we graag zouden willen. En we willen zoveel.
Je komt wel eens kinderen tegen die gruwelijk verwend zijn. Meestal zijn het lastige kinderen, met weinig vriendjes, kinderen die naar niemand luisteren en steeds hun eigen zin willen doen. Maar met volwassenen is het niet veel anders.
Wie zijn als levend water, wie geeft een goede smaak aan de samenleving? Dat zijn de mensen die tijd en aandacht hebben voor elkaar, mensen die naar elkaar kunnen luisteren, mensen die wat over hebben voor anderen.
Wie zijn als brak water, wie geeft een slechte smaak in de samenleving? Dat zijn de mensen die ongeïnteresseerd langs anderen heenlopen, mensen die alleen aan eigen belangen denken. En soms laten mensen in hun spreken en doen echt een vieze smaak na.
Jezus roept ons op om zoet water, smakelijk water te zijn voor elkaar. Hij gaf zelf heel concreet het goede voorbeeld door in gesprek te gaan met die Samaritaanse vrouw. Joden keken neer op de Samaritanen en liepen er in een boog omheen. Jezus niet: voor hem was zij een medemens die geen gemakkelijk leven had gehad. Zo was hij levend water voor haar en voor ieder die in hem gelooft.
Als wij in zijn geest levend water willen zijn voor elkaar, dan moeten we ons toch eens bezinnen op de vraag of we niet te zeer verwend zijn door alles wat we hebben, of we nog echt tevreden kunnen zijn en dankbaar voor alles wat we hebben, of we wel genoeg tijd en aandacht hebben voor anderen.
Daarom kijken we in deze veertigdagentijd naar mensen elders in de wereld, die het met veel en veel minder moeten doen. Vaak hebben ze geen schoon en gezond drinkwater maar zijn ze in hun grote onderlinge verbondenheid wel levend water voor elkaar.