Goede Vrijdag (2008)

In Uw handen beveel ik mijn geest.

Het laatste kruiswoord.
Het  zijn er zeven.
Wij hebben ze gehoord en overwogen.
Zeven woorden van Jesus
als bekroning op zijn zending.
Hij legt zijn geest in Gods handen.
Lang heb ik erover nagedacht.
Zijn geest, mijn geest.
Ik geloof dat er bij mijn geboorte
iets wonderlijks is gebeurd.
Bij uw geboorte, bij de geboorte van alle mensen.
God heeft iets van zichzelf
in ieder van ons gelegd.
Een vonk, een stukje liefde,
een talent zoals de bijbel het noemt.
Dat hebben wij gekregen, om niet,
om het te koesteren, ja zeker,
maar ook om het verder uit te bouwen.
Dat wordt  mijn geest, mijn levensinstelling,
mijn liefde, mijn gedrevenheid,
mijn bewogenheid, mijn creativiteit..
Dat geef ik terug,
dat geeft Jesus terug.
Het is als een stem in je binnenste,
die je niet hoort, maar wel ervaart
als uitnodigend, als een stem van God.
Jesus heeft die stem van God, die vonk van God
als heel sterk ervaren.
Die stem van God, die ons uitnodigt
tot liefde en verdraagzaamheid,
tot mededogen en rechtvaardigheid.
Jesus gaat ons daarin voor.
Hij kiest de kant van de armen,
de misdeelden en de uitgestotenen.
In Jesus begint God weer te stralen
als een menselijke God, die
ook om mij zorgen heeft.
Die ook huilt als ik door vreselijk lijden wordt getroffen.
Die er  is, ook na mijn dood.
Jesus weet het.
Hij kan met een gerust hart zeggen:
In uw handen leg ik mijn geest.
Zijn geest, alles wat hij van zijn geest,
zijn gedrevenheid, zijn vonk van God,
gemaakt heeft.
Dat geeft hij terug.
Hij was zich heel zijn leven bewust
van die stem  van God. Paulus zegt dan ook:
"En daarom heeft God hem hoog verheven
en hem de naam geschonken
die alle namen te boven gaat
opdat in de naam van Jesus elke knie zich zal buigen
in de hemel,op aarde en onder de aarde
en elke tong zal belijden:
Jesus Christus is de Heer,
tot eer van God, de Vader".

( uit de brief van Paulus aan de inwoners van Filippi)