Weest zo gezind als Jezus Christus

Beste vrienden,

Als ik naar de gebeurtenissen in de wereld kijk vraag ik me dikwijls af: „Wie is er eigenlijk de baas in dat grote huis dat wij onze wereld noemen?  Hoe bedrukkender die vraag wordt, des te meer waarde hecht ik aan het oeroude Christus lied uit Paulus‘ brief aan de Fillipenzen dat we zonet hebben gehoord.  Eerst is daar de verbazing over die onvoorstelbare stap die God zelf in onze wereld heeft gezet. In een wereld, die de mensen toen ook niet anders hebben beleefd dan wij vandaag: ten prooi aan duivelse en verslavende machten. In die wereld wordt Gods zoon geboren, wordt Hij een van ons en bekommert zich om ons. In dat lied wordt Zijn carrière, Zijn steil naar beneden voerende carrière, bezongen.  

Jesus Christus bestond in de gestalte van God, maar heeft zich niet willen vastklampen gelijk aan God te zijn, integendeel, Hij heeft zichzelf ontledigd en de gestalte van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden.  Het is bijna niet te begrijpen. God en slaaf, twee begrippen die oneindig ver uit mekaar liggen, maar in Jezus worden ze samengevoegd.  
Hij bevindt zich hier in ons midden als iemand die dient, en die zich niet afvraagt wat het Hem zal opbrengen en wat Hij aan ons heeft; iemand die vol erbarmen op de mensen toegaat en vraagt: wat kan ik voor u doen?  Die ons niet, zoals een heerser, een bolwassing geeft, maar die ons nederig, zoals een slaaf, de voeten wast. Die niet gewoon maar even mens speelt, maar die het menselijke lot tot het uiterste zelf doorleeft; die niet opgeeft wanneer het gevaarlijk wordt of wanneer zijn inzet vergeefs lijkt, maar die tot het bittere einde het kwaad met goed vergeldt.  
Hij heeft zich ontledigd – staat er letterlijk in de hymne. Om zijn leven gans aan de mensheid te kunnen schenken en de dood Hem van niets meer kon beroven.  Hij heeft zich vernederd en werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan het kruis.  

Aan de mens gelijk zijn betekent: sterven! Bij Jezus wil dat zeggen: Op het kruis genageld worden en zich totaal door God verlaten voelen. Zijn slavendienst eindigt in de schandelijke slavendood, voor ons en in onze plaats. 

Hier wordt ons een nieuw Godsbeeld voorgehouden. Wij verwachten God altijd boven, hoogverheven, groot en almachtig. HIJ echter is helemaal beneden, hangt totaal machteloos en naakt aan het kruis.  Is dat het einde van het lied? Neen, niet het einde, maar een ommekeer, verkondigt de Hymne.  Daarom ook heeft God Hem hoog verheven, en Hem de naam verleend die boven alle namen staat. God heeft zich tot in de dood met Hem geidentificeerd, heeft de vernederde tot aan zijn zijde verheven en heeft zijn weg gerechtvaardigd. Maar we mogen hieruit zeker niet de verkeerde conclusies trekken! Alles wat geweest is is niet voorbij, helemaal niet!Het kruis is niet weg, neen, het wordt bevestigd! De verrezen Heer zal zijn wonden tonen, want die blijven eeuwig!

Zullen wij ons met die Christus inlaten? Het lied heeft ook voor ons consequenties: Behandel elkaar op zulke manier zodat het met een leven in Jezus Christus in overeenstemming is.  In ons leven gebeurt het toch dikwijls dat we elkaar kwetsen door liefdeloosheid en arrogantie, door onverschilligheid en geldingsdrang, door hebzucht en verachting.  Wij mogen ons niet gedragen zoals de machthebbers in deze wereld, maar Jezus‘ weerloze liefde navolgen en haar laten oplichten boven alle gewelddadigheid. Zijn broederlijke liefde laten schijnen over alle rivaliteit.  Christen zijn betekent u die gezindheid eigen maken, uw ganse leven lang, in vele kleine stapjes.  In het meevieren in deze Paastijd kunnen we ons daar meer en meer bewust van worden;

Weest onder elkaar zo gezind als Jezus Christus.                 Amen