joh 13,1-15 Voetwassing

Voetwassing  


 
Wat Jezus wil doen is anderen beminnen tot de hoogste graad. Jezus weet waar hij van komt en waar hij naartoe gaat. Dat lezen we in vers 3. Jezus,  wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan.   Als wij niet weten vanwaar we komen en waar we naartoe gaan dan hebben we een probleem, dan wordt het moeilijker. Als we niet weten en geloven   dat we veilig zijn  in Gods handen dan zijn we nergens, alles klinkt dan zo banaal, zo zonder toekomst, zeker als dingen tegenslagen. We gaan  dan op zoek naar wereldlijke belangrijkheden en dat geeft dikwijls veel ontgoochelingen.  Het is belangrijk te weten wie we zijn en waarvoor we hier zijn en dat weten we door te luisteren naar Jezus woorden. Jezus zegt  dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan , Zo is dat dus ook voor ons, we zijn van God gekomen en we gaan terug naar God. God houdt van ons en als we dat niet geloven dan is het beter altijd op reis te gaan en te zorgen dat we enkel kunnen genieten en krijgen. In de boodschap van de voetwassing was Jezus een dienaar . In de warme streken waar Jezus leefde droegen mensen sandalen en mensen die toen voeten wasten van de gasten, behoorden zeker en vast tot de  laagste sociale klasse van de bevolking. De laagste en eenvoudigste  job was ‘voeten wassen’. Als Jezus dus . zijn bovenkleed aflegt , een linnen doek omsloeg, en zich  klaar maakte om voeten te wassen dat moet dat een schok geweest zijn voor de aanwezigen . Waar begint hij nu aan. Het was dus logisch dat Petrus weigerde. ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen, Dat geldt ook voor ons, als Jezus ons niet mag toebehoren dan kunnen wij ook niet bij hem horen. Door  bij Jezus te horen worden we rein, gaan we de taak in ons leven duidelijk zien, gaan we onderscheid kunnen maken van waarheid en leugen dat ook in onszelf kiemt.

‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’vraagt Jezus ons. Ik ben jullie Heer en meester , en terecht, want dat ben ik ook echt. Jezus gaat dus niet slaafs dienen maar dienen in kracht , wetende wie hij is.  Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen.

Wat is ons antwoord? We zijn misschien wel bereid van zeker mensen voeten te wassen, maar Jezus vraagt ons om iedereen te dienen en te beminnen.

Als wijzelf bereid zijn voeten te wassen, zijn we misschien bereid voeten te wassen van mensen die we graag zien, of van mensen die een belangrijk positie hebben. Want dan kunnen we zeggen’ hallo ik ben toch belangrijk he’.Ik ken die en die, ik heb dit en dat gedaan.

 De boodschap van Jezus  is hier echter ‘leer een dienaar te zijn, dien anderen’, verlang er niet naar BV te zijn , misschien is het wel goed om te verlangen om BV te zijn voor de hemel. Bekende Vlaming voor de hemel.  God wil iets speciaal , God wil dat we dood gaan aan onszelf en klaar zijn om anderen te dienen. Gedaan met zelf zelf zelf. Het hoogst beroep hier op aarde is anderen te dienen en  niet om belangrijk te zijn. Gedaan  met eigen trots :ha ik heb iets speciaal gedaan ,ik ben chauffeur voor de ambassadeur, ik werk voor radio  en de mensen horen mijn stem op de radio, ik ik ik. Dienen wil zeggen ik zet al mijn talenten in en die zijn voor iedereen gelukkig verschillend.

 Dienen wil zeggen , ik hou van je , ik waardeer je erg, ik ben blij dat ik dit voor jou kan doen. Maar , er is iets dat hier weer om onze aandacht vraagt: het is gemakkelijk iets te doen voor iemand waarvan we houden. Echter iets doen voor iemand die we niet kennen dat is weer een andere opdracht. En dan flits het weer door onze gedachten, als  we anderen helpen zijn zij misschien ook bereid iets te doen voor mij. Echter, als ik iets doe iets voor anderen is het niet omdat ik iets terug verwacht of weer’geweldig’ ben.  Jezus vraagt ons gewoonte dienen en te beminnen  omdat de andere in nood is. Ik kan iets bijdragen en misschien moedig ik die andere  zo aan ook iets te doen voor anderen.  Een beter weg om te leven is niet vragen ‘waarom moet ik iets doen voor mensen die ik niet ken, wat brengt mij dat bij’? Jezus vraagt ons gewoon doe zoals ik. Wees fier, krachtig en blij om wie je bent en dien en bemin want ik ben altijd bij jou .

 Als laatste en misschien het moeilijkste is om iets doen voor familie. Wat zou het zijn als uw man u zou vragen zijn voeten te wassen, of uw vrouw?  Wat zou u zeggen? Ik denk dat ik zou zeggen , ‘zeg schat was die eens zelf, waarom moet ik dat doen , ik heb wel wat anders rond mijn hoofd.

 We hebben iets te doen voor onze partner, we vergeten dikwijls om kleine dingen  te doen voor onze partner. We doen al genoeg zeggen we! Zoveel huwelijke vallen uiteen. Het voornaamste in onze gedachten is dikwijls de vraag: wat ga jij doen om mij gelukkig te maken. Maar het eerste wat we zouden moeten denken is: wat kan ik doen om jou leven beter te maken. Dat is weer wat Jezus ons vandaag vraagt en dat vraagt hij ook wanneer we met mensen niet akkoord zijn. Jezus vraagt ons altijd wat beteken jij voor de andere. Zo hebben sommige christenen nogal eens kritiek op mensen die homo’s. De vraag is niet, wie is die man of vrouw die homo of lesbienne is voor mij, maar wie ben ik voor die man of vrouw. Bekritiseer ik die persoon of ben ik beminnelijk liefdevol en hulpvaardig. Dat heeft dan niets te maken met het feit dat mijn idee over het beleven van lichamelijkheid en liefde verschillend is. Dat kan ik gerust kenbaar maken, echter zonder te oordelen, en zonder te kwetsen. Wie ben ik voor de andere daar gaat het om dat zegt Jezus ons.

 Wie gaat wat doen voor mij flitst in onze gedachten! Kleine dingen doen voor anderen is de les die Jezus ons wil leren. Zie ik ‘anderen helpen’ als een opdracht van God of is het een onderbreking in wat mijn plan was voor vandaag en voel ik het aan als een opdracht die me belast.

Ieder persoon die zichzelf christen noemt, een bediende, een verpleegster, een dokter, directeur, poetsvrouw, glazenwasser, politieagent, allen hebben wij een opdracht. We zijn hier op aarde voor een doel en we moeten vragen aan God dat hij onze ogen opent om te zien wat er rondom ons gebeurt.  Als we echt willen weten wat God wil voor ons leven dan zal God ons antwoorden. Hoeveel tijd spenderen we om anderen lief te hebben. We denken dat we anderen liefhebben en dat we o zoveel inspanningen doen, maar we beliegen onszelf. De echte liefde is zonder kritiek, zonder oordeel, zonder eisen, noden  worden voldaan, we sluiten niemand uit, we aanvaarden anderen in hun anders zijn.

We zijn geroepen hier om iets te doen voor elkaar. God gebruikt ons te dienste voor anderen.

 Laat ons daarvoor bidden:

Veertig dagen en veertig nachten verbleef Hij in de woestijn.

Wij zouden ’t nimmer overleven van honger en van schrik, van heimwee en gemis.

Wij zijn gewend aan veel comfort dat ons verzadigt en verdooft.

Wij leven in een andere woestijn van mensen die elkaar niet meer vertrouwen,

een uitgestrekte wildernis van leugens en verdachtmaking, grote en kleine oorlogen

en zoveel eenzaamheid.

Kon elke christen weer oase zijn, een kleine bron van hoop in een woestijn van mensen.

Dan wordt het eindelijk Pasen voor iedereen in eenvoud, delen en vertrouwen.

Bidden we samen het onze vader als teken van verbondenheid met Hem en met elkaar.