Wordt wakker en staat op!

Beste vrienden,

Wordt wakker en staat op -  het is een oproep die we in de Advent elk jaar weer te horen krijgen en waarmee we in een nieuw kerkelijk jaar worden gestuurd. In het Evangelie vraagt Jezus aan zijn leerlingen: „Weest waakzaam!“ In Paulus‘ brief aan de Romeinen horen we: „Het uur is gekomen om uit de slaap op te staan “ – Zo worden we gemotiveerd voor een fris en een opgewekt leven – of niet? 

Wordt wakker en staat op! Dat een dergelijke oproep voor ons allemaal af en toe wel nodig, ja zelfs noodzakelijk is, dat vertelt ons de Jezuïet Anthony De Mello met de nodige humor; Hij sluit daarbij aan bij het Evangelie en schrijft: „De meeste mensen slapen zonder het te weten. Ze werden slapend geboren, ze leven al slapend, ze trouwen in hun slaap, ze voeden hun kinderen al slapend op en tenslotte sterven ze ook nog in hun slaap zonder ooit wakker geworden te zijn..” En om die uitspraak te onderlijnen vertelt hij het volgende verhaal: 

„Een tijdje geleden hoorde ik op de radio het verhaal van een man, die op de deur van de kamer van zijn zoon klopt en roept: "Jan, word wakker!". En Jan antwoordt: „Ik wil niet opstaan papa.“ Waarna de vader nog luider roept: „Sta op, je moet naar school!“  - „Maar ik wil helemaal niet naar school!“ – „Waarom niet?“ vraagt de vader. „Drie redenen, zegt Jan: De school is vervelend, de kinderen pesten mij altijd en trouwens ik kan de school niet uitstaan.” Waarop de vader antwoordt: “Ik geef je drie redenen waarom je toch naar school moet:  Het is je plicht, je bent al 45 jaar en je bent titularis van de klas!”  

Wakker worden en opstaan, daartoe wil De Mello ons provoceren, want hij weet ook: Op één of andere manier zijn wij allemaal wel een beetje zoals Jan; dikwijls sluiten wij gewoon onze ogen voor de werkelijkheid. En tegen de slaap van de gemakzucht, van de oppervlakkigheid en van het gebrek aan interesse is niemand van ons helemaal immuun.  De Mello provoceert ons omdat hij weet dat we maar al te dikwijls lijden aan een vermoeidheid van de geest. En die vermoeidheid vernevelt ons zicht op de waardevolle en belangrijke dingen in het leven. Hij wil ook ons ook iets voorspiegelen waar hij zichzelf goed van bewust is: dat een hoge mate van tevredenheid met onszelf ons kan doen inslapen en tot een soort apathie kan leiden. En hij weet ook dat wij wakker moeten zijn als wij het willen horen wanneer God op onze deur aanklopt, en wanneer wij, ieder voor zich, willen ontdekken wat het werkelijk betekent om naar de geest van Jezus te leven. 

Daarom zou ik vandaag, bij het begin van deze adventstijd, samen met Anthony de Mello en met de kaarsen van onze adventskrans, een lans willen breken voor een waakzaam en opgewekt christen zijn en u daartoe wil ik U drie punten aanbevelen:

Wek de dromer in u! Wees niet tevreden met een wereld waarin hebzucht, geweld en haat de bovenhand halen, maar plan een toekomst zoals je ze voor jezelf en voor alle mensen toewenst.

Wij hebben onze dromen nodig om tot bewuste en opgewekt christenen te kunnen uitgroeien. Wanneer Jesaja niet had gedroomd van een jonge twijg die uit een oude afgehakte boomstomp ontsproot; wanneer hij niet had gedroomd van een woestijn die een bloeiende tuin werd en wanneer hij niet had verteld van die zwaarden die geen nut meer hadden en tot ploegscharen konden worden omgesmeed. Wanneer hij dat alles niet zou hebben gedroomd, dan zou zijn volk het hebben opgegeven en in lethargie zijn verzonken.      

En wanneer Jezus zijn visioen van het Rijk Gods niet in verhalen en gelijkenissen verder had verteld, dan zouden er velen hem niet zijn gevolgd en ook nooit met Hem in een nieuw leven, een leven in overvloed, zijn verrezen. 

De kaarsen van de Advent kunnen ons tot dromen aanzetten, dat is zeker. Ze staan voor ons groot verlangen naar geborgenheid, naar harmonie en vrede. Ze tonen ons een wereld zoals we die diep in ons hart zo zeer wensen. Deze kaarsen willen ons inspireren en ons ertoe aanzetten om die wereld ook werkelijk mee te bouwen. Hoe luidde ook weer het motto van de Braziliaanse bisschop der armen, dom Helder Camara: “Wie de moed niet heeft om te dromen, die heeft ook geen kracht om te handelen.” Daarom beste vrienden: Maak a.u.b. de dromer in u wakker!  

Mijn tweede voorstel luidt: Wek de detective in u! Observeer nauwkeurig wat er om u heen gebeurt. Ontwikkel uw speurzin om die wegen te vinden die u verder brengen. Laat u niet op een dwaalspoor brengen, maar kijk ook eens achter de coulissen. Waakzame Christenen zijn een soort geloofsdetectives. Ze zijn vooral nieuwsgierig. Ze zoeken in de bijbel naar woorden die hen een richting geven, die hen kunnen troosten en bemoedigen. Dan speuren en combineren ze. Ze nemen het spoor van Jezus op en toetsen zijn ideeën  aan hun eigen leven. En ze proberen uit te vissen waar en hoe God hen wil ontmoeten, en wat Hij met hun leven van plan is!     

De kaarsen van de Advent zetten ons aan om op speurtocht te gaan. Ze helpen ons om licht in ons leven te brengen en om in ons leven de vingerafdruk van God te ontdekken. Ze brengen ons tot rust zodat we kunnen luisteren, ons oor diep in onszelf te luisteren leggen en waar te kunnen nemen waar God met ons leven naartoe wil. Onlangs las ik in een meditatietekst: “Laat de dag niet voorbijgaan zonder aan God een groot of een klein geheim te ontfutselen. Uw leven zij waakzaam met elke dag een nieuwe ontdekking.”  Daarom beste vrienden, wek die Detective in u!

En een derde en laatste voorstel luidt: Wek de speelsheid in u! Zet heel bewust een accent tegen gejaagdheid en drukte in je directe omgeving. Zet je eigen aangeboren opgewektheid en gelatenheid in tegen de verkramptheid en verbetenheid die je van buitenaf wordt opgedrongen. Speel je eigen bekwaamheid en talenten uit om de wereld een klein beetje menselijker en dus ook aangenamer te maken. Hoe tegenstrijdig het ook mag klinken, maar bij een bewust en ernstig Christendom hoort ook altijd een reusachtige portie speelse charme. Wie ervan overtuigd is dat hij als een verlost en bevrijd mens mag leven, die kan dit leven ook als het grote spel van God zien; die kan zijn „slapende munten“, zijn sluimerende talenten, wekken en spelen met al die gaven die hem werden geschonken. Hij kan ook medespeler worden en zich inzetten voor die anderen wier vrijheid en waardigheid op het spel staan. 

De kaarsen van de advent zetten ons terug aan tot zingen, tot musiceren en tot spelen. Ze willen ons een klein beetje laten aanvoelen dat ons allemaal, u en mij, door de komst van het kind Jezus een last van de schouders wordt genomen en dat we opgelucht en dankbaar mogen leven. En ze zetten ons ook aan om ons eigen licht te laten schijnen en ook anderen met onze vreugde aan te steken.

Het leven is een spel, en wie het goed weet te spelen, die bereikt zijn doel!  Wek daarom de speler in u, het doel is binnen bereik!

     

Dat waren dus mijn drie aanbevelingen voor Jullie allemaal, maar ook voor mezelf in deze tijd voor Kerstmis. Wakker worden en opstaan, en niet zoals Jan in het verhaal van De Mello, gewoon blijven liggen, de dekens over uw kop trekken en uw levensreis in de slaapwagen van de trein doorbrengen. Wij moeten meesters worden in de waakzaamheid en de alertheid, dat is de levensopgave van ons Christenen. Laten we dus opgewekte dromers zijn die zich laten begeesteren door de hoopvolle beelden en visioenen in de Bijbel. Laten we ook wakkere detectives worden, die in hun leven naar de sporen van Jezus zoeken, en laat ons ook opmerkzame spelers worden die hun charisma, hun bekwaamheden en hun talenten als Christen laten spelen in hun leven. En omdat we dat alleen op ons eentje niet klaar kunnen spelen hebben we gemeenschappen nodig die tegelijk dreamteams, speurgroepen en speelgemeenschappen zijn – elke week en elke zondag opnieuw. Amen.