Ommekeer (2008)

De huidige economische crisis heeft in ieder geval één positief aspect. Een aantal lege ballonnen knappen uit elkaar, onbeschaamde zakkenvullers worden aan de kaak gesteld, en een ongebreidelde graaicultuur is voortaan niet meer mogelijk, omdat het geld dat sommigen dachten binnen te halen, er gewoonweg niet is. Er valt niets meer te speculeren. Zo wordt door de huidige crisis het financieel-economisch functioneren weer naar normale proporties teruggebracht, en dat men weer herontdekt dat economie er is voor de mensen, en niet voor het grote geld. Er vindt een ommekeer plaats. Een ommekeer: dit kon zo niet doorgaan, het wordt tijd om weer naar normale proporties terug te keren.
Er vindt ook een belangrijke ommekeer plaats in de bezinning. Een ommekeer, dat economen weer spreken over ethiek en moraal, dat ook een liberale economie ethisch verantwoord moet zijn. Dat het niet ethisch is als de ene rijkdom vergaart, terwijl de ander aangewezen is op voedselhulp.
Het grote drama van de huidige economische crisis is natuurlijk dat de jongeren, de werklozen, de werkzoekenden, de zwakkeren in de samenleving, er het slachtoffer van worden. Ik hoef de krant maar open te slaan, of de radio maar aan te zetten, en men kondigt 5.000 ontslagen aan hier, 30.000 daar.
De aanklachten van de profeten uit het Oude Verbond zijn weer even actueel als ooit. Ja, want dan denk je weer aan die oude visioenen, die van de profeet Jesaja, die vandaag spreekt over een blijde boodschap aan de armen in de samenleving, om mensen die opgesloten zijn, vrij te maken. Want het zijn natuurlijk weer die zwakkeren, die mensen die vastzitten, die geen kant opkunnen, geen mogelijkheden hebben, die de eerste slachtoffers zijn.
Enkele maanden geleden was in deze kerk een viering, waarbij ook politici uit onze stad aanwezig waren. Na afloop sprak ik met één van hen, vertegenwoordiger van een linkse partij, die getroffen was door de Lofzang van Maria, het Magnificat, dat zojuist als antwoordpsalm gezongen werd. "Het is een beetje een socialistisch manifest", zo zei hij tegen mij. "Behoeftigen schenkt Hij overvloed, maar rijken gaan heen met ledige handen" ... "Ja, zo gaf ik toe, zo zou je het kunnen betitelen". Een omgooien van gevestigde waarden, een op de kop zetten van oude patronen. Een einde maken aan onbeschaamde rijkdom en ondersteuning van armen. Een ommekeer.
Een profeet die ommekeer predikt, die ook alle gevestigde waarden omkeert, is Johannes de Doper. Zoon van één van de meest aanzienlijke families van Israël, zoon van Zacharias de hogepriester, vanuit zijn familiebanden bestemd voor een veelbelovende carrière, kiest voor een leven als kluizenaar, als monnik, als marginale volkspredikant. Dat brengt de priesterkasten zodanig in beroering, dat ze toch eens willen weten wat hem bezielt, wat hij eigenlijk wil. En ze dringen bij hem aan, en ze bestoken hem op een drammerige manier met vragen: ben je de Messias? Ben jij Elia? Ben jij de profeet? Waarom doop jij dan? Antwoord krijgen ze niet. Alleen negatief. Het is altijd: dat ben ik níét, ik ben níét de Messias, ik ben níét Elia.
Johannes is het prototype van degene die de ommekeer al gemaakt heeft. Hij schuift zich niet naar voren, hij plaatst zichzelf op de achtergrond. De omkering van alle waarden heeft hij al gemaakt. De tegenpool van de waarden van alle carrièreplanners in onze wereld, die zichzelf op de voorgrond plaatsen, strevers met ellebogen, mensen die geld willen binnenhalen. Dat zijn de waarden van onze wereld, en die waarden zijn goed, zo doet men ons wel eens geloven. De huidige economisch/financiële crisis leert ons dat die waarden ethische grenzen moeten hebben, anders werken ze tegen de mens. Johannes de Doper als Voorloper getuigt er al van, en hij leeft het voor, die omkering van waarden. Hij is de ‘getuige', zo luidt het vandaag, van Jezus en Zijn boodschap van ommekeer van waarden, waarden die haaks staat op veel waarden die de menselijke samenleving ons voorhoudt.
De vragen die de Farizeeën aan Johannes stellen, stellen zij niet aan de goede persoon. Ja, we verkijken ons vaak. Overtuigd dat we goed zitten, overtuigd dat díé persoon het is, omdat die zo goed is, zo belangrijk is, zo invloedrijk is. En helemaal niet in de gaten hebben, dat je naar de buurman moet kijken, een gewoon iemand. Johannes maakt hen daarop attent. Jullie zien het niet. Is het omdat jullie het niet kunnen zien ? Of niet willen zien ? Jullie zijn niet bij de goede persoon. Want degene aan wie jullie deze vragen moeten stellen, die staat midden onder jullie. "Midden onder u staat Hij, en u kent Hem niet !". Gooi je waarden maar eens om. Om mij gaat het niet. Het gaat om die Ander. De ommekeer moet je niet zoeken bij mij, maar bij jezelf.