Een ontmoeting kan je leven veranderen

Beste vrienden,

Die slotzin van het Evangelie van vandaag is toch wel een fantastische uitspraak! „Zalig zij die geloofd heeft!“

Zou er op ons geloof ook zo’n loflied kunnen worden aangeheven? En is die uitspraak echt het belangrijkste aspect van het Evangelie van vandaag?

Tijdens de gesprekken in onze Bijbelgroep heb ik ervaren dat ons geloof vandaag toch heel wat complexer lijkt dan dit eenvoudige vertrouwen van Maria. Voor heel veel medemensen is geloof vandaag alleen nog maar een verzameling van onbegrijpelijke theologische formuleringen die door experten in het verre Rome zeer streng worden bewaakt. Ja, dat Christelijke geloof van ons lijkt wel een antiek overblijfsel uit voorbije tijden dat we nog wel willen bewaren als een belangrijke zuil van onze westerse cultuur, maar dat voor de meesten blijkbaar geen echt vernieuwende toegevoegde waarde meer heeft. Het lijkt alleen nog een kleurrijke traditie voor bepaalde dagen in de loop van het jaar. Wanneer je aan mensen vraagt wat het geloof voor hen betekent, dan valt er meestal een stilte, of je merkt een onzeker ophalen van de schouders, sprakeloosheid en betrapte blikken. En wanneer ik dan niet direct voor dom word aanzien omdat ik als diaken ook nog actief ben in die „Kerkelijke vereniging“, dan krijg ik op mijn vraag meestal stereotiepe antwoorden zoals: “Ik geloof eigenlijk nog wel dat er een opperwezen bestaat, maar…” En dan volgen met horten en stoten alle denkbare redenen om het geloof opzij te schuiven, redenen die jullie ook allemaal kennen: Het gaat dan over het toch zo dikwijls goddeloze gedrag van de Kerk in de loop van de geschiedenis; over haar wetten en structuren, die voor de meeste mensen toch van eergisteren zijn, en dan hoor je ook nog: “Wanneer we dan eens iemand van jullie nodig hebben, dan komt er niemand!”  En de Bijbel? Ja, natuurlijk. Maar Jezus, Gods zoon? En Maria, een maagd? Wat heb ik daar aan? Daar kan ik echt niet warm van lopen.    

Je zou die uitspraken natuurlijk met één enkele scherpe opmerking over de onwetendheid van veel mensen van tafel kunnen vegen. Je zou ook kunnen jammeren en klagen dat alles, wat vroeger zo mooi bloeide, nu verdroogt en verdampt. Maar is dat echt het enige wat we daarop kunnen antwoorden?  Er moet toch echt nog wel meer mogelijk zijn!

En dat “meer” kan ons misschien duidelijk worden gemaakt door het Evangelie van vandaag. Want aan Maria zelf, en aan haar ontmoeting met Elisabeth, wordt zichtbaar hoe geloof ook levend en veranderend kan overkomen en werken.   

Het eerste wat ons opvalt is dat Maria luistert, dat ze beseft dat God tot haar spreekt. En dan vraagt ze hoe datgene wat ze heeft gehoord in vervulling kan gaan, hoe het voor haar tot een blijde boodschap kan worden. Ze zegt niet zomaar blind “Ja”, maar ze luistert, denkt na en vraagt ook na! Geen afgestompt „ dan geloof ik dat ook maar“, en ook geen onverschillig „ik zal wel zien wat het wordt“. Neen, Maria luistert heel aandachtig en geëngageerd naar wat God haar te zeggen heeft en ze denkt er ook open en eerlijk over na. Ze gaat er gewoon van uit dat Gods woord niet altijd zo gemakkelijk verstaan kan worden en dat wij, om het te begrijpen, diep moeten nadenken, overleggen en eventueel ook navragen, en dat ondanks dat alles, zijn woord nog altijd veel verder gaat dan wat wij ons kunnen voorstellen. Maar: Voor Maria is Gods woord een goed en een helend woord, een woord dat voor haar een toekomst opent.

Geloof ontstaat dus wanneer we geduldig luisteren, nadenken, en toelaten dat het Evangelie in en met ons werkt. Het komt er op aan dat ik niet reeds vooraf in het geheim voorwaarden stel, maar dat ik het nieuwe in mij laat ontkiemen en niet altijd de slechte ervaringen uit het verleden er tegen afweeg. Wie met een open hart luistert, kan het geloof in zich laten ontkiemen, groeien en zoeken naar de ontmoeting met anderen.   

Zo weten we van Maria dat ze spoedig op weg is gegaan. Gehaast heeft ze haar eigen vier muren verlaten om datgene wat ze had gehoord en gedacht ook aan anderen mee te delen en na te gaan of dat woord van God ook bij hen zou werken.

 

Wij weten toch ook uit eigen ervaring dat geloof op onvaste bodem altijd weer op zoek gaat naar anderen. Geloof zoekt gesprek op en dialoog en heeft die ook nodig, want geloof wil zichzelf meedelen – soms met de nodige twijfels, soms met veel vragen, maar dikwijls ook als vreugdevolle of dragend geworden zekerheid. Geloof wil zich altijd aan anderen toetsen om de hoop te kunnen delen.

Wie naar dit evangelie goed heeft geluisterd, voelt aan dat er nog een tweede ontmoeting plaats heeft, die tussen Johannes en Jezus. Johannes voelt reeds in de schoot van zijn moeder aan dat hij aan Jezus, de Messias, zijn  hele leven zal wijden. Het zal altijd zijn levensdoel zijn om de mensen op de ontmoeting met de Messias voor te bereiden; om hen zo ontvankelijk te maken dat het tussen hen en de Messias tot een werkelijke ontmoeting kan komen.   

Aan de persoon van Johannes wordt duidelijk dat geloof en ontmoeting de mensen kan veranderen. Wie er niet toe bereid is om zijn leven te laten veranderen, wie wil dat alles altijd bij het oude blijft, die is ook niet ontvankelijk, niet voor de mensen, en ook niet voor Gods woord. Zo iemand voelt ontmoetingen ten hoogste als lastig aan, als iets wat men moet ondergaan. Voor die mensen is de gedachte dat geloof vreugdevol en bevrijdend kan zijn een soort dwaalleer die hen bijna ketters voorkomt.  

Geloof veronderstelt altijd ontmoeting. Een ontmoeting, die zowel mij als mijn leven verandert, veronderstelt dat ik geestelijk beweeglijk ben, dat ik bereid ben om op nieuwe dingen in te gaan, net zoals Maria in het evangelie van vandaag. Maar wie het zich in de cocon van zijn eigen kleine omgeving gemakkelijk heeft gemaakt, wie niet bereid is om ontmoetingen aan te gaan en zich te laten veranderen, die zal de betekenis van Kerstmis aan zich voorbij zien gaan.

Maria heeft ons in het evangelie verteld dat we bereid moeten zijn om ons leven een nieuwe richting te geven. Dat we moeten openstaan voor veranderingen, want alleen dan kunnen we de Heer ontmoeten; alleen dan kunnen we aanvoelen wie we in de kerstnacht ontmoeten: God zelf!!  In die zin wens ik ons allen die openheid en die bereidheid tot geloof en ontmoeting toe. Dan zullen we God, die zich op weg heeft begeven om ons, mensen, te ontmoeten, niet mislopen.  Amen.