Maak het stil...

Beste vrienden,

Over het zelf in elkaar steken van meubels die we, goed verpakt, kunnen kopen in dat Zweedse meubelconcern met vier letters, dat we allemaal zo goed kennen, zijn er heel wat grappen in omloop. Het feit dat hun reclameslogan: “Woon je nog, of leef je al?” Door de volksmond zeer snel veranderd werd in: „Monteer je nog of woon je reeds?“ is een bewijs van die verdeelde gevoelens.   Een bij die montage absoluut onmisbaar werktuig is een kleine zeskant inbussleutel. Dat kleine ding maakt het mogelijk om uit al die verschillende onderdelen uiteindelijk een nuttig geheel te laten ontstaan.  

Een dergelijke figuurlijke zeskantsleutel om het Evangelie van vandaag beter te kunnen begrijpen heb ik gevonden in de tekst van de 19e eeuwde Deense filosoof Sören Kierkegaard: “Als ik arts zou zijn en men zou me vragen: wat denkt u dat er gedaan moet worden? – dan zou ik antwoorden: Het eerste wat moet gebeuren vooraleer er iets gedaan kan worden is: Maak het stil.”  Als we dat toepassen op de boodschap van vandaag betekent dat: “Gods woord kan niet worden gehoord waar niet vooraf gezwegen wordt. Wanneer we onze boodschap met een versterker uitschreeuwen om toch maar boven het lawaai van de omgeving uit te komen, dan geeft dat geen meerwaarde aan dat woord Gods.  Zorg voor stilte...Maak het stil – want lawaai is er overal!  En wij mensen, met ons pienter verstand, breken ons hoofd om altijd weer nieuwe middelen te vinden om dat lawaai nog te vergroten, om dat geraas nog zo snel mogelijk uit te breiden...  Lieve mensen, maak het stil!”  

Wanneer die begaafde theologische denker en filosoof  het in de negentiende eeuw reeds zo aanvoelde, hoe zeer zou hij dan vandaag niet lijden, aanvoelen en schrijven.

De achtergrondgeluiden waren in zijn tijd te verwaarlozen in vergelijking met het geluid waar wij vandaag aan worden blootgesteld. Je kan tegenwoordig niet meer inkopen of zelfs gewoon rustig eten zonder gedurig met muziek te worden „beregend“ of zonder door achtergrondlawaai gestoord te worden. Van de ochtend tot de avond worden we door lawaai omringd. Alles maakt lawaai, en zelfs in de kerk ondervinden we datgene wat Kierkegaard als “geraas” omschreef!

“Veel lawaai om niets”, dat geldt niet alleen voor die luidruchtige geënsceneerde optredens van onze politiekers in het parlement, maar het wordt ook meer en meer op alle kanalen van ons kerkgebeuren geproduceerd. In commissies en colloquia wordt gediscuteerd, luidkeels worden daar structuurdebatten en dialoogprocessen geëist en gehouden – en met welk resultaat?

Allemaal goed gemeend en pastoraal zeker ook goed te rechtvaardigen. Maar in de huidige crisis in de kerk, met het steeds nijpender tekort aan priesters, en ook aan gelovigen, hebben we geen nood aan luid aangekondigde en onrust veroorzakende maatregelen, maar veeleer een in stilte luisterend oor voor de vele dieper liggende problemen in de Kerk.   

Kierkegaard raadt ons aan: “Maak het stil!” En daarmee bedoelt hij niet het hulpeloze zwijgen dat ons dikwijls tegemoetkomt uit de hoogste diocesane kantoren en waardoor de opgestuwde problemen meer doodgezwegen worden. Dat soort stilte is echt niet gevraagd, want het zou toch wel fataal zijn om de bestaande problemen dood te zwijgen en dan de duidelijk aanwezige diepere problemen te ignoreren.

Kierkegaard bedoelt dat lawaai toch altijd juist daar ontstaat waar we niet meer naar elkaar luisteren, maar allemaal door elkaar praten. Waar we niet meer samen naar Gods woord luisteren, maar dat woord in klerikale babbelzucht laten ondergaan in een veelal onbelangrijke verkondiging. Om het woord Gods te verkondigen is het echt niet nodig om dat met veel kabaal, lawaai en met behulp van zware versterkingsinstallaties te doen. Dat veroorzaakt alleen maar gehoorproblemen bij het publiek. Kierkegaard zegt: Je kan het woord Gods alleen maar horen op die plaatsen waar eerst gezwegen werd. Dat geldt in de eerste plaats voor de predikanten, maar ook voor de toehoorders, voor heel het gelovige volk.  De doeltreffendheid van Gods woord ligt in de stilte en, het is bijna niet te geloven, in de slaap. Dat is toch wat het Evangelie van vandaag beweert: „ Met het Rijk Gods is het als wanneer een man zaad op zijn akker zaait. Dan gaat hij slapen en staat weer op, het wordt nacht en terug dag; het zaad kiemt en groeit maar de man weet niet hoe.”    

Die geruisloze parabels van het Rijk Gods die door Marcus werden opgeschreven moeten ons, u en ik, eraan herinneren dat het wezenlijke in het leven dikwijls in het verborgene, in de stilte en zwijgend gebeurt. Van God gaat soms ook een zwijgen uit dat voor ons mensen bedrukkend is of door ons toch als bedrukkend wordt ervaren. Denken we maar even aan de vele situaties waar mensen leed moeten ondergaan en waar ze van God schijnbaar geen antwoord horen. Anderzijds is er ook zijn weldoend en geduldig zwijgen, waar wij niets meer hoeven te zeggen, maar waar we geduldig kunnen wachten en zelfs onbezorgd slapen.

Laten we ons  bij deze woordkeuze niet mis verstaan: De slaap van de zaaier is gewoon een beeld van rustige gelatenheid en geen bevestiging van een overslapen en vermoeid christen zijn. De bodem van de akker moet vooraf ook deskundig worden voorbereid en bewerkt, en kan pas daarna worden ingezaaid. Die voorbereiding, dat is het zware werk en dat moet ook in onze kerk en in onze parochies worden gedaan. En dat werk is ook dringend nodig, want door niets te doen oogst je geen vruchten. Waar niets wordt gedaan, niets wordt geïnvesteerd, en waar de akker niet wordt bewerkt, daar kan ook met de beste wil niets groeien. Maar anderzijds geldt ook dat om het even hoeveel werk we in de Kerk verzetten, en om het even hoeveel activiteiten we organiseren, wanneer dat werk niet doordrongen is van Gods woord, dan moeten we niet verwonderd zijn als het niet goed lukt of dat het bij de mensen niet overkomt.   

Wanneer dat voorbereidende werk echter goed en doordacht is gebeurd, dan hebben we gedaan wat we konden. Dan mogen we erop vertrouwen dat er andere, niet tegen te houden krachten onophoudelijk aan het werk gaan. Of om het met de woorden van het Evangelie te zeggen:”De aarde brengt uit zichzelf vruchten voort, eerst de halm, dan de aar en dan het volle koren in de aar. ... en dat gebeurt allemaal in stilte en zonder enig lawaai!

Om dat beter te leren aanvoelen geeft Sören Kierkegaard een tip: „Wees zwijgzaam, maak het stil... en vertrouw er gewoon op dat de kracht die vervat is in Gods woord en die door Gods Geest aan de toehoorders is gegeven, haar werking ten volle zal ontvouwen. Om dat te kunnen waarnemen zijn stilte en slaap meer geschikt dan voortdurende bedrijvigheid en voortdurend  “lawaaierig” actionisme.   

Wanneer veel mensen in onze tijd aan het geloof en aan Gods woord geen boodschap meer hebben, dan moet dat niet altijd het gevolg zijn van nietszeggende kerkelijke mededelingen, nietszeggende kerkelijke organisaties, of nog erger, nietszeggende vieringen. Misschien zegt het hen niets meer omdat wij Gods woord veel te snel met een opgeheven vingertje in een kerkelijk moraliserende hoek hebben gezet. Het zou misschien zinvoller zijn om Gods woord in stilte en zwijgend gewoon te laten bezinken zodat het op die manier daar kan aankomen waar het „als vanzelf“  veel-zeggend wordt; Bijvoorbeeld omdat het ons spreken en handelen zo doordringt dat onze medemensen ons als geloofwaardig en hulpvaardig ervaren zodat we op die manier de vruchten voortbrengen die de zaaier, God zelf, van ons verwacht. Merkt u nu ook wat ons Christen zijn met die Zweedse meubelketen gemeen heeft?  Het zaad van het Evangelie is onze zeskant inbussleutel, het zien, in stilte oordelen en handelen is onze gebruiksaanwijzing. Laten we er samen het beste van maken!  Amen.