Uit ons midden en toch anders

 

De toehoorders van Jezus wijzen hun stadsgenoot af in Nazareth (Mc. 6,1-6). Ze nemen aanstoot aan zijn afkomst. Welk mekanisme verklaart de drang om mensen te verlagen en ze te reduceren naar ons model?

Kritiek

Het is moeilijk om voor iedereen wel te doen.” Dit is een ervaring van elke dag. Wie verantwoordelijkheid draagt, ondervindt dit. Er zijn zoveel meningen en gedachten, zoveel verschillende visies. Je kan je daardoor niet van je weg laten afhouden en je taak opgeven. Toch is het echt lastig en werkt het remmend wanneer mensen zich onverschillig opstellen, meer, nog je afwijzen.

Jezus heeft zijn leven lang kritiek gehad. Van bij het begin van zijn optreden kondigen zich verzet en tegenkantingen aan. Nadat Jezus een man met een verschrompelde hand op een sabbat genas, smeedden de Farizeeërs en de Herodianen al plannen om Jezus uit de weg te ruimen (Mc. 3,6). De tegenstand is uiteindelijk uitgelopen op zijn kruisdood. Jezus stuit op onbegrip bij zijn familieleden. Hij stoot op moeilijkheden in Nazareth waar hij is opgegroeid. Hij komt in discussie met wetgeleerden en Joodse groeperingen omdat hij de wet anders uitlegt en een God verkondigt die niet strookt met hun opvatting over God.

Neerhalen

De reactie op het optreden van Jezus in de synagoog van Nazareth is pijnlijk. Enerzijds zijn de toehoorders daar verbaasd over zijn spreken en zijn optreden. Anderzijds weigeren ze erop in te gaan en wijzen ze Jezus af op grond van gevoelens en argumenten die niets met de kern te maken hebben. Ze halen zijn her- en afkomst aan. Jezus komt uit hun midden. Ze kennen zijn familie en daarom erkennen ze hem niet. Ze verdragen niet dat hij met gezag kan spreken. Ze weigeren de wijsheid te aanvaarden die hem geschonken is.

De spreuk ”Niemand is profeet in eigen land” gaat terug op Jezus; “Een profeet wordt overal geëerd, behalve in zijn eigen stad, bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.” "Familiarity breeds contempt."

Het is verkeerd iemand af te wijzen omwille van zijn afstamming, zijn ouders en familie. Nochtans gebeurt dit dikwijls. Het kan jaloersheid zijn omdat iemand het verder brengt in het leven en carrière maakt. Maar dit laatste is niet het geval bij Jezus. Wel zegt hij ongewone dingen. Hij spreekt woorden die het hart raken en tot ommekeer verplichten. Daar willen ze niet van horen. Om niet te moeten luisteren, halen ze Jezus naar beneden, naar hun niveau, of misschien nog iet wat lager. Ze kleineren en nivelleren. Hij is toch maar een van de hunne! Bijgevolg kan zijn boodschap hen niet aanspreken.

De andere

Jezus getuigt van een andere en diepere dimensie. Hij vraagt ons een andere spoor te betreden. Hij verkondigt een God, die anders is dan wij denken. Juist dat schijnen we niet te willen. Ofwel trekken wij het zo naar ons toe dat het andere ons niet meer aanspreekt en zo vlak en alledaags wordt dat het ons niet stoort. Ofwel plaatsen we het zo ver van ons af en verpakken we het in zulk vreemd omhulsel, dat het ons niet kan schaden.

De mensen van Nazareth zijn geen uitzonderingen in hun reactie. We doen zo vaak hetzelfde. We willen mensen vasthouden op ons niveau, ze herleiden tot een kopie van wat we reeds kennen. Bij het waarnemen van iemand willen we de bekende trekken terugvinden van een vader of een moeder. “Op wie gelijkt hij of zij?” wordt zo gemakkelijk gevraagd in een familiekring. Maar we zouden kunnen vragen: “Welk is zijn en haar oorspronkelijkheid? Waarheen en waartoe zal hij of zij opgroeien?”

Een ander moet passen in ons model. Welke kansen geven we dan aan creativiteit, aan nieuwheid en originaliteit?

Door het uiterlijke heen

We vinden het spijtig dat wij Jezus niet in levenden lijve ontmoet hebben, dat we geen beeld, geen video, geen schilderij van hem hebben. Zo we tijdgenoten van Jezus geweest waren, zouden we eerst en vooral op zijn uiterlijk gestoten zijn. We zouden de kleur van zijn haar goed of minder goed gevonden hebben. We hadden zijn blik beoordeeld, we zouden ons gedacht gehad hebben over zijn gestalte en zijn kledij. We zouden ons eveneens afgevraagd hebben hoe een timmerman, zonder lange schoolse opleiding, zo over levensvragen kon spreken. We zouden wat te zeggen gehad hebben over Jakobus, Jozef, Judas, Simon, zijn broers en zijn zussen.

Door deze bijkomstige vragen staan wij niet open voor wat hij ons te zeggen heeft en werken we niet mee aan zijn project. En als we dan toch zijn spoor willen volgen en willen doorgeven wie Jezus is en wat hij van ons verwacht, ervaren we dat dit in het dagelijkse leven niet zo gemakkelijk is.

Het is gemakkelijker van achter een schrijftafel of zittend voor het computerscherm een homilie, een artikel, een boek te schrijven over Jezus dan in een direct contact met mensen over Jezus en over levensvragen te spreken. Het is gemakkelijker een homilie te houden van aan de lezenaar (ambo) dan in kleinere kring en in familie het evangelie te benaderen.

God als ik de mensen voor me zie,
braaf, op rijen in de kerk.

Dan is het zo gemakkelijk
om over U te spreken,
me te verschuilen achter Uw Woord,
uit te pakken met Uw gezag
en ‘Amen’ te zeggen: “Zo moet het zijn.”

 

God als ik tussen mensen sta,
pratend over niets en over alles
komt het gesprek
vanuit links of vanuit rechts,
altijd terecht op Uw naam/
Dan hoor ik hoe mensen
zo vol zijn van leegte,
zo vol van heimwee naar U.

Zij vinden U niet meer langs de oude wegen
en de nieuwe zijn nog ongebaand.

 

God, als er maar één weg openblijft
om U te vinden:

de weg van de moedige plicht,
van de vergeving
en van de keuze voor  de zwakste.

Dan pas weet ik wat geloven is
en hoe moeilijk het is om dat te zeggen
als ik de mensen voor mij zie,
braaf op rijen in de kerk.

(Manu Verhulst)

 

Profeten nu

Na jaren talmen is het proces om de zaligverklaring van de vermoorde Salvatoriaanse bisschop Romero afgesloten. Hij werd op de vooravond van Pinksteren 2015 zalig verklaard. Hij bekeerde zich tot de armen. Vier van de zes bisschoppen van zijn land stuurden negatieve rapporten naar het Vaticaan over hun aartsbisschop. Bij zijn eerste contact met paus Johannes Paulus II voelde de bisschop een terughoudendheid. (J.P. Van Schoote, Communio, n° 6, 1966).

Joseph Wresinski werd geboren in de grauwe armoede van een straatarm gezin te Angers. Hij werd priester en heeft met de armen een beweging op gang gebracht. Hij wist dat uiterste armoede geen stem heeft om te schreeuwen, maar ontdekt moest worden. Hij is nu erkend als profeet en advocaat van de armen (A. de Vos van Steenwijk, Père Joseph, de man in wie de armsten zich herkennen).

Tot de meest gewaarde personen in Frankrijk behoren l’abbé Pierre en de Frans Belgische zuster Emmanuelle. Zij en zoveel andere hebben het woord van Jezus in Nazareth ernstig opgenomen: ‘Ik ben gezalfd om aan armen de blijde boodschap te verkondigen.”

Volgens Marcus kon Jezus in Nazareth geen enkel wonder doen. Hij geeft ermee aan dat ongeloof verlammend werkt. Jezus was niet de al-sterke die alles kon.  Wanneer wij ons niet openen voor hem, kan hij niets.

Heer, ontsluit onze handen
wanneer ze gebald en gesloten zijn,
zodat we voor U open komen en van U mogen ontvangen.

Verbreed onze blik opdat we doorheen het alledaagse en het nabije
U aanwezig weten en in het vlakke zowel de diepte als de hoogte ontdekken.