Geef ons heden ons dagelijks brood

18e zondag door het jaar       Cyclus B     2012                                Exodus 16, 2-4.12-15

                                                                                                             Joh 6, 24-35 



Geef ons heden ons dagelijks brood!



Beste vrienden

In het jaar 1989 werd in Canada een film over Jezus gedraaid die toen wereldwijd opgemerkt werd en waarover toen zwaar werd gediscussieerd. Onder de talrijke films over de persoon van Jezus van Nazareth is deze film, met als titel:“ Jezus van Montreal“ toch wel uitzonderlijk en buitengewoon.   

Een katholieke priester vraagt aan een jonge acteur, Daniël, om het wat oubollige passiespel dat jaarlijks in de parochie wordt opgevoerd, wat aan de moderne tijd aan te passen. Daniël begint eraan en verdiept zich intensief in de persoon van Jezus van Nazareth. En zoals Jezus zijn apostelen riep, zo stelt Daniël ook zelf zijn toneelgroep samen. Onder zijn regie ontstaat langzaam een volledig nieuwe enscenering van Jezus’ leven. Het publiek is begeesterd, maar in sommige hogere kerkelijke kringen wordt het met diepe verontwaardiging afgewezen.   

De spanning van de film bouwt zich hoofdzakelijk op rond de persoon van de jonge acteur die deze nieuwe enscenering heeft gewaagd en die, eerst alleen in zijn rol, maar dan ook meer en meer ook in het werkelijke leven, Jezus van Nazareth belichaamt.  Midden in de wereldstad Montreal leeft Daniël zich in de rol van Jezus in -  zo zeer dat de buitenstaanders het onderscheid niet meer kunnen maken: wat is hier toneel en wat is het eigen leven van de acteur?    

Ja, de Jezus van het passiespel en de acteur Daniël versmelten tot één persoon: de Jezus van Montreal. Het einde van de film is schokkerend: Bij een nieuwe opvoering laat de kerkelijke overheid door de politie een einde maken aan de voorstelling. Er ontstaat, juist tijdens de Kruisiging, een tumult, waarbij Daniël met het kruis zo ongelukkig ten val komt dat hij aan de gevolgen van die val bezwijkt. De film eindigt ermee dat zijn organen worden vrijgegeven voor transplantatie

Waarom ik U vandaag over die film vertel? Wel, het brood, dat vandaag in het middenpunt van zowel de eerste lezing als van het Evangelie staat, speelt ook in een andere scene van de genoemde film een bijzondere rol.  In die scene draagt de Jezus van Montreal een korf met broden onder de arm. Eerst lijkt het brood alleen maar een bijkomstigheid te zijn. Maar het krijgt plots alle aandacht als Jezus het begint uit te delen.  Op datzelfde ogenblik versmelten in de film de beelden van de Bijbelse voeding van de mensen op geniale manier met de woorden van Jezus uit de Bergrede.  Meer nog: ze versmelten ook met het verbaasde publiek.  Want die scene speelt zich niet alleen op het podium af. De Jezus van Montreal gaat tussen de rijen toeschouwers door, richt zich rechtstreeks tot hen, spreekt hen aan en verkondigt de boodschap met de richtlijnen uit zijn bergrede: “Jullie hebben gehoord dat er wordt gezegd...  Maar voorwaar ik zeg u...“ 

„Voorwaar ik zeg u!“, zo zegt hij het tegen iedereen persoonlijk en iedereen die hij zo aanspreekt, geeft hij ook een stuk brood. Volgens mij heeft de regisseur in deze scene iets heel bijzonders klaargespeeld.  Hij heeft namelijk niet alleen de kern van Jezus’ boodschap opgenomen en in beelden omgezet; neen, het is hem gelukt om de Bergrede, de ethische eisen van Jezus – dit „voorwaar ik zeg u...”  niet als zwaar wegende stenen, niet als zware lasten uit te delen, maar als brood. De Jezus van Montreal geeft zijn aanwijzingen en zijn ethische eisen aan de mensen als een voedzaam woord, een woord waarvan ze kunnen leven!  En alhoewel de zelfopenbaring van Jezus „Ik ben het brood dat leven geeft“ uit het evangelie van vandaag in de film niet wordt uitgesproken, ken ik geen enkele andere filmscene die datgene wat in het evangelie van vandaag wordt getuigd, in haar handeling zo harmonisch sluitend en zo innemend weergeeft:  Het brood dat God ons aanbiedt en schenkt, dat brood komt uit de Hemel opdat de wereld leven in overvloed zou kennen, opdat wij allen leven in overvloed zouden hebben.

“Ik ben het brood dat leven geeft..  “

Tot op vandaag heeft men het, niet alleen in onze kerk, dikwijls moeilijk met de vorderingen en de ethische eisen die Jezus in zijn bergrede naar voren brengt. Misschien ook wel omdat deze in het verleden dikwijls als basis werden gebruikt voor strenge moraalpreken, waardoor ze door de mensen als een zware last werden ervaren.  De bergrede van de Jezus van Montreal doet helemaal niets af van de instructies van Jezus van Nazareth, maar je voelt in deze filmsequentie duidelijk aan wat ze reeds sinds Jezus tijd altijd wilde zijn: een boodschap die ons doet herademen.    

De boodschap van de Jezus van Montreal opent de harten en de oren van de mensen en nodigt zo iedereen uit om zich met Jezus Christus en zijn boodschap in te laten – Hem als brood voor ons leven te aanvaarden – en dat niet alleen in een toneelvoorstelling of als een stuk geschiedenis uit het begin van onze jaartelling.   De film voert ons midden in het bruisende leven van de wereldstad Montreal en dus ook midden in het leven van onze moderne tijd. Het brood dat door Jezus aan de mensen wordt uitgedeeld is ook helemaal geen gewoon zacht wit brood. Jezus deelt geen malse zoete broodjes uit die je zo en passant bij het ontbijt kan verorberen en dan terug naar de dagorde overgaan.  Zijn brood is krachtig, er moet duchtig op gekauwd worden om het te kunnen verteren – daarom is het ook zo voedzaam; het is brood waar ge echt van kunt leven.   

Als dat het brood is dat Jezus uitdeelt, dan mogen wij allemaal, en vooral ook wij in de zielzorg, in onze broodkorf enerzijds ook geen zoete broodjes leggen die iedereen lekker vindt en anderzijds mogen er ook geen stenen in meegebakken zijn, want die liggen bij iedereen op de maag.   Het gaat er veeleer om dat we aan de mensen duidelijk maken dat die mensen die Jezus begrepen hebben, die zijn brood hebben gesmaakt en Hem dan ook zijn gevolgd, die weten dat het er niet om gaat iemand te vinden die onze buiken vult, maar wel iemand die het verlangen in onze harten vervult.  Dat het er niet om gaat iemand te vinden die onze wensen vervult, maar iemand die in een rijp en volwassen geloof onze levenshonger stilt.  Wij zijn allemaal Gods evenbeeld en zo kijkt Jezus ook naar ons – naar U en naar mij: als een evenbeeld van die God die het leven liefheeft en die ons dat leven ook in overvloed wil schenken. Daarom reikt Hij ons zijn brood, dat ons doet leven.  Misschien kunnen we daar straks aan denken wanneer we in het Onze Vader bidden: „Geef ons heden ons dagelijks brood!“ Amen.