26e zondag door het jaar B - 2018

Zusters en broeders,

Wellicht heb je ook gehoord dat in de eerste lezing en in het evangelie eigenlijk hetzelfde verhaal verteld wordt: mensen die geen deel uitmaken van een bepaalde groep, treden op alsof ze er wel toe behoren. In de eerste lezing gaat het om twee mannen die ineens beginnen profeteren, net alsof ze door God zelf geroepen zijn om zijn profeet te zijn. In het evangelie drijft een man die geen volgeling is van Jezus toch duivels uit in zijn naam. In beide lezingen wordt daar door een leerling boos op gereageerd. In de eerste lezing wordt die leerling daarom terechtgewezen door Mozes, en in het evangelie door Jezus. Opvallend daarbij is dat zowel Mozes als Jezus heel positief op die zogenaamde valsspelers reageren. Mozes zou niets liever hebben dan dat Gods geest over heel het volk zou neerdalen, zodat ze allen zouden profeteren, en Jezus formuleert een heel opvallende leefregel, namelijk ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons.’

‘Wie niet tegen ons is, is voor ons.’ Het lijkt vanzelfsprekend, maar makkelijk is anders. Want wij zijn dikwijls geneigd om alles en iedereen: collega’s, kennissen, concurrenten enzovoort door onze eigen bril te bekijken en met onze eigen maat te meten, en dat komt nogal eens neer op afwijzen wat niet beantwoordt aan ons eigen doen en denken. We reageren dus zoals Johannes, en wellicht ook zoals de andere de leerlingen van Jezus: alleen zij hebben het brevet van apostel, dus alleen zij mogen werken in Jezus’ naam, en alleen vanuit hun groep kan er iets goeds verwacht worden.

Maar Jezus zet hen – en dus ook ons - op hun plaats, want de geest kan ook werken in en door mensen buiten onze enge kring van gelovigen. Mensen die helemaal anders denken en doen dan wij, zijn zeker niet altijd tegen ons, en zullen ons ook niet altijd tegenwerken. We moeten dus, net zoals de apostelen, aanvaarden dat mensen anders kunnen denken en doen dan wij. Ook ongelovige mensen kunnen goed zijn voor hun naaste, kunnen opkomen voor vrede, voor rechtvaardigheid enzovoort. Ze gaan dus, zonder dat ze dat uitdrukkelijk willen, de weg van Jezus. En die weg is instaan voor armen, het welzijn van anderen bevorderen, geen struikelblokken installeren. En de weg die daartegen ingaat, is de weg van uitsluiting, uitbuiting, onverdraagzaamheid, machtswellust, privilegies, alleen voor zichzelf leven. Dat is de slechte weg. Een weg waar Jezus ongewoon onbarmhartig tegen reageert. Voor iemand die zo’n weg gaat, zou het beter zijn dat men hem met een molensteen om de hals in zee wierp, zegt Hij. Dat Jezus zoiets zegt, doet ons schrikken, want het gaat rechtstreeks in tegen zijn geboden van liefde en vrede. ‘Oordeel niet opdat ge niet geoordeeld wordt,’ zegt Hij ook heel uitdrukkelijk. Die molensteen is dus niets anders dan een beeld, dat trouwens gevolgd wordt door nog andere merkwaardige beelden over afgehakte handen en voeten, en uitgerukte ogen. Natuurlijk zet Jezus ons niet tot zelfverminking aan, maar zegt Hij in beelden wat we niet moeten doen. ‘Snij jezelf af van het kwaad dat je probeert in te palmen’, zegt Hij, ‘en herleid je leven niet tot een negatief gedrag van achterdocht, afgunst en haat. Ga niet de weg van het kwaad door alleen je eigen verlangens te volgen, zodat je de weg naar het goede, naar je naaste, naar de liefde en de vrede niet eens meer ziet. Richt je blik niet op jezelf, en nog minder op slechte dingen als egoïsme en eigenbelang.’ Dat is wat Jezus met die beelden zegt.

Zusters en broeders, vandaag is het Mediazondag. De Kerk wijst daarbij op de aandacht die ze heeft voor de digitale media. We leven nu eenmaal in een tijd waarin zo goed als ons hele denken en doen digitaal gebonden is via computer, internet, smartphone, gsm, Facebook en ga nog maar even door. Ons leven is zelfs zo goed als ondenkbaar geworden zonder die dingen. Het is dus goed dat de Kerk daar aandacht voor heeft, dat ze via haar website kerknet.be het kerkelijk leven op de voet volgt en dat ze aan internetapostolaat doet. Mocht Jezus vandaag op de wereld komen, dan zou Hij dat zeker ook doen, want het internet is grenzeloos en bereikt zo goed als iedereen. Maar de Kerk wil ook wijzen op de gevaren van die digitale wereld, want iedereen kan zo goed als alles vertellen via het internet, kan propaganda maken voor gelijk wat, kan liegen en bedriegen, kan kwetsen, kan nepnieuws lanceren, kan het hele negatieve gedrag promoten dat Jezus in het evangelie in pijnlijke beelden schetst. Niet voor niets roept de Kerk daarom in de collecte onze steun op voor kerknet.be. Het zou goed zijn als we via onze bijdrage op die aanvraag zouden ingaan, want daarmee ondersteunen we de Boodschap van het Rijk van God op aarde. En dat is een Boodschap van liefde en vrede, en niet van haat en eigenbelang. Amen.