33e zondag door het jaar (2006)

Beste dorpsgenoten,

Zo juist hebben we het aangrijpenden lied "Groter dan ons hart"gehoord. Een van de mooiste die ik ken. Ik werd getroffen door de woorden tegen het einde: "Gedenk uw mensen." Om die tekst niet te vergeten wil ik daar nu alvast van zeggen: "God gedenkt zijn mensen niet!" Dadelijk meer daarover.

Over drie dagen hebben we verkiezingen. Laat de stem van Heibloem horen. Meer kan ik u aan stemadvies niet geven! Want ik heb het eerder nog niet zo moeilijk gevonden een keuze te maken.

We zijn aan het einde van het kerkelijke jaar en dan horen we weer die voorspellingen van de verschrikkelijke dingen die op het einde van de tijd zullen plaats vinden.

De profeet Daniël hield er van om angstaanjagende taferelen voor te stellen. En volgens de Evangelist Marcus dacht Jezus dat het einde van de wereld voor de deur stond en dat zijn tijdgenoten het nog zouden meemaken.

Jezus rekende als kind van zijn tijd op Gods ingrijpen in de geschiedenis. Maar God grijpt niet in. Toen Jezus op het kruis hing, bad hij: "Mijn God, mijn God, waarom verlaat gij mij?" Maar zelfs toen liet God niets van zich horen. Jezus past in de rij van de ontelbare mensen in verleden en heden, die bij groot onheil hun hoop op Gods ingrijpen hadden gevestigd maar allemaal ontdekten dat hun wensen niet werden vervuld. Denk maar aan Auschwitz, denk maar aan Irak, aan Afrika, aan de Gazastrook, waar de zeer christelijke president Bush de staat Israël zijn gang laat gaan, want dat is goed voor zijn wapenindustrie.

We hoeven God niet af te schrijven maar als het om hulp gaat kunnen we beter op mensen rekenen, ook al komen we dan soms van een koude kermis thuis.

Ik wil u niets van uw geloof afnemen. Alleen, het blijft een feit: elkaars wel en wee dragen, dat komt het dichtste bij wat Jezus en heel de bijbel beloofde maar dat nooit is uitgekomen. Misschien erkende Matteüs daar iets van toen hij in zijn evangelie de Gouden Regel aanhaalde: "Wat gij wilt dat anderen u doen, doet dat ook aan hen. Dat is de hele wet en de profeten."(Mat. 7, 12).

En nu moet ik toch weer denken aan de verkiezingen. Bijna vanaf na de oorlog heeft de regering haar burgers verzorgd, from womb to tomb, zeiden ze op zijn Engels, van de wieg tot het graf. Maar de laatste jaren hebben we mee moeten maken dat zelfs het CDA, de partij van en voor de christenen, juist als God, zou je zeggen, de mensen in de steek laat. "Los je problemen zelf maar op. Daar word je groot van en het is goed voor je beurs," horen we uit die hoek.. Niemand kan meer voor ons zorgen van de wieg tot het graf, hoe graag we het ook zouden hebben. Dat is de boodschap van de politiek.

Naar elkaar omzien klinkt toch heel anders dan ‘Zorgplicht'

Toch sloeg Jezus met zijn kijk op de toekomst de plank niet helemaal mis. Want we hebben in het evangelie zijn woorden gehoord: "Trekt uit de vergelijking met de vijgenboom deze les: Wanneer zijn twijgen al zacht worden en beginnen uit te botten, weet ge dat de zomer in aantocht is."

Ons land is behoorlijk onherbergzaam geworden omdat het eigen-ik-eerst normaal gedrag geworden is. Dat vraagt dat je met je ellebogen werkt.

Pas wanneer wij weer "zacht" met elkaar leren omgaan, met respect, met hulpvaardigheid, wanneer we ons weer goed en veilig gaan voelen in ons land, "weten we dat de zomer in aantocht is." Dan zijn we op weg naar betere tijden. In de woorden van Jan Peter Balkenende: "Een welvarend land, een land dat zekerheid biedt en vooral een land dat zich kenmerkt door onderling respect." En uitgerekend dat laatste ligt helemaal in onze handen. Daar helpen geen God en geen lijsttrekker bij.

In dit opzicht verdient Jezus ten volle dat we naar hem luisteren. En dan komt Gods gezicht ook ons nabij, zoals het eens in Jezus de mensen nabij was: als we elkaar in genegenheid en verdraagzaamheid nabij zijn gekomen.

Zou het zover kunnen komen?