Christus Koning (2003)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 213 niet laden

De vorige week hebben we bij het einde der tijden vooral gedacht aan het einde van ons leven; deze week op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, een soort afsluiting, op het feest van Christus, Koning van het Heelal, denken we meer aan het nieuwe Leven.

We worden gevoed in ons wezen als mensen die "met twee benen op de grond staan, met ons hoofd over de wolken heen zijn en met een hart dat die twee bij elkaar houdt". Mensen kunnen in gedachte de hele wereld doorgaan, aan wat zij ervaren en bedenken een betekenis geven, in hun geest voorstelling maken van wat niet van deze wereld is.

We worden gevoed in ons leven dat ook niét van deze wereld is en blijvend is, ons spiritueel Leven. Het gaat om universaliteit, allesomvattend Heelal - Heelal dat ons omvat, Heelal waar Christus koning is. Nieuw is die gedachte niet: Paulus schrijft aan de Efeziërs:"... alles in Christus onder één hoofd samen te brengen, alles in de hemelse regionen en alles op aarde, in Hem" en menig Joodse zegenspreuk begon toen allang met de aanhef: "Gezegend zijt Gij, Heer onze God, koning van het Al..."

 

De eerste tekst, van Daniël, begint eigenlijk met het visioen dat er een zitting van een hooggerechtshof plaats vindt. Een eerbiedwaardige, hoogbejaarde neemt plaats en de boeken worden geopend. Het kwaad wordt beroofd van zijn macht en dan ziet Daniël "met de wolken iemand aankomen die op een Mensenzoon geleek. Hij ging naar de Hoogbejaarde en werd voor hem geleid. Toen werd hem heerschappij gegeven ..., die nooit vergaat".

We kunnen ons afvragen wat dat voor ons betekent. Is een visioen een ingeving die voor speciale mensen opgaat? We mogen in ieder geval zeggen dat er een aanknopingspunt in ons ligt, anders waren we er niet mee bezig. We willen immers dat het kwaad zijn macht verliest en dat het goede de heerschappij bezit. Die wens, dat streven, leeft in ons aards bestaan. Waarom? Omdat het goede blijvend is, iets opbouwt dat blijvend is, ieder het zijne van het goede geeft, zodat ieder zo goed mogelijk overleeft. Maar het kan meer zijn dan een nuttig overlevingsprincipe. Net zoals in tijd van voorspoed en rust kunst en wetenschap tot ontplooiing en bloei komen, zo ook kan het blijvend goede de bezinning ten goede komen, voor ons een brug slaan naar het leven over de wolken heen, naar die heerschappij, waar die Mensenzoon heer is, de Mensenzoon die ergens - God weet vanwaar - komt met de wolken en die voor de hoogbejaarde wordt geleid en wordt toegerust met de heerschappij die geen einde kent. Die heerschappij - wie wil die niet ondergaan?

 

Bij wat we in het evangelie van vandaag lezen kunnen we ons bedenken dat Jezus bij Pilatus probeert of zijn leer, zijn boodschap, bij Pilatus zelf is binnengekomen: "Zegt gij dit uit uzelf?" Dan zou hij bij hem zelf een aanknopingspunt vinden. Maar Pilatus wijst af. Vervolgens vraagt hij als recht-geaard Romein die de wet moet handhaven naar de daden van Jezus. Jezus zegt niet wat hij gedaan heeft maar zegt wat hij is. Zijn "Koningschap is niet van deze wereld". Maar koning is hij. Een beetje vrij vertaald is hij de koning van de waarheid. Vraagt de Romein wat waarheid is.

Die vraag naar de waarheid geldt ook voor ons. In het N.T. wordt Jezus verscheidene keren "de Mensenzoon" genoemd, het woord van Daniël. Zo belijden zijn leerlingen Hem, als De Mensenzoon, die op zijn beurt omdat hij een Mensenzoon is, ons voor de Hoogbejaarde leidt en voor ons ten beste spreekt als de boeken worden geopend. Maar dat zal hij doen als de koning van de waarheid. Bij de vraag wat de waarheid is, kunnen we ons dood staren op historische waarheid, waarheid van deze wereld. Natuurlijk bestaat die maar als de geschiedenis, ons leven in deze wereld, voorbij is, is er dan niets meer over? Jezus staat uitdrukkelijk voor dé waarheid; daartoe is hij geboren in deze wereld, in deze wereld gekomen. Om in ons zíjn waarheid wakker te roepen, dé waarheid waarmee hij d.m.v. zijn verrijzenis getuigt: zij is er echt en zij is blijvend, over deze wereld heen. Zij gaat nooit ten gronde ook niet door de dood, waar Jezus voor staat. Heerschappij die nooit vergaat - waarheid, die nooit vergaat.

Jezus getuigt er van met zijn eigen lichaam, zijn eigen leven. Is er meer inzet mogelijk, meer liefde omwille van de Luister?

 

Wat is dan de inhoud van de waarheid? Bij die vraag proberen we als mensen in onze geest een voorstelling te maken. Na het stadium van lekker eten van zilveren bordjes en gouden lepels met gevouwen vleugeltjes kunnen misschien we het beste zeggen dat een maximaal geluk blijvend is, dat we nog meer verrukt zijn dan aardse schoonheid ons biedt, dat we zelf schoonheid zijn, dat we voor altijd die heerlijkheid delen die ver boven aardse verhevenheid uitgaat. Daar waar hij koning is, zó als hij koning is. Met majesteit bekleed/luister omkleed.

 

Ik hoop dat e.e.a. ook jongeren aanspreekt. In verliefdheid zingen we wel "Du sollst der Kaiser meiner Seele sein". Dat is verrukkelijk. Als je na de verliefdheid dieper doordringt in liefde, zou het niet zo vreemd zijn als je een gegeven moment ook iets kunt zingen als "Wilt gij de Koning van mijn gedachtewereld, van mijn geest zijn?"

 

"De Heer is Koning met luister omkleed". Vragen we de koning of hij ons van zijn luister wil mee delen. Zullen we ons daartoe even tijd gunnen?