Het laatste woord

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Voor Jezus is dit de ultieme confrontatie. Hij staat oog in oog met Pilatus, de man die over zijn lot zal beslissen. Hoe het afloopt, zal afhangen van twee vragen. Een: zijn de beschuldigingen tegen Jezus waar? En twee: wie is hier de sterkste?

Het antwoord op de eerste vraag is voor de landvoogd vrij vlug duidelijk: Jezus heeft niets misdaan. ‘Ik acht hem volstrekt onschuldig,' zegt hij herhaaldelijk. Dat is de waarheid betreffende Jezus. Het verdere verloop brengt ook de volle waarheid omtrent Pilatus aan het licht. Onder druk van het volk zal hij Jezus toch laten terechtstellen. De man die de eindverantwoordelijkheid draagt voor orde en recht, pleegt een afschuwelijke misdaad. Om zijn eigen hachje te redden. Ondertussen sust hij zijn slechte geweten met een schijnbaar gewichtige filosofische vraag: ‘Wat is waarheid?'

Daarmee lijkt de tweede vraag ook al beantwoord: wie is hier de sterkste? In laatste instantie gaat het immers om macht tegen macht. Jezus wordt koning der joden genoemd. Als dat zo is, dan heeft Hij de macht in handen. Nu is dat het enige wat in Pilatus' ogen telt. Achter de vraag naar de waarheid gaat de vraag naar de macht schuil. En Jezus gaat die niet uit de weg. Hij legt zijn laatste bekentenis af: ‘Ja. Koning ben Ik.' Maar met die koninklijke macht doet Jezus volstrekt het tegenovergestelde van Pilatus: in plaats van er zichzelf mee te redden, gaat Hij zelf de dood in. De Koning gaat de weg van de totale machteloosheid. Koningen ‘van deze wereld' plegen zoiets niet te doen.

Die tekst lezen we op het feest van Christus Koning, de laatste zondag van het kerkelijk jaar. In de tijdsbeleving van de liturgie is dat veelbetekenend. De laatste zondag van het jaar gaat over ‘het laatste', over de vraag wie het laatste woord zal hebben over ons. In geloof belijden en hopen wij dat het laatste woord aan Jezus Christus zal zijn.

In de confrontatie tussen Pilatus en Jezus komt de gang van zaken in deze wereld in een schril licht te staan. Om het eigen hachje te redden gaan de machtigen van deze wereld soms over tot de gruwelijkste misdaden. Om die waarheid te ontlopen stellen ze dan maar de schijnbaar gewichtige vraag wat waarheid dan wel is.

De echte Koning gaat aan de kant van de slachtoffers staan. Hij redt zichzelf niet, maar geeft zijn leven om anderen te kunnen redden. Zoiets is inderdaad niet ‘van deze wereld'. Over de grens van deze wereld meldt dit feest dat het laatste woord nog moet en zal vallen. Het is een gedurfd vertrouwen in macht en waarheid tegelijk, in de macht van de waarheid. Of juister: in de macht van Degene die de waarheid zelf is. Dat zal de ultieme confrontatie zijn voor allen, zowel voor wie met macht bekleed is als voor wie door de machtigen van deze wereld verpletterd wordt.