Sterk verhaal

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Het is altijd goed jezelf rekenschap te geven van je eigen reacties en gevoelens tegenover een bijbelverhaal. Niemand vraagt dat je er uitsluitend met vrome gevoelens tegenaan kijkt. Het slotstuk van het Lucasevangelie (er volgt alleen nog het hemelvaartverhaal) kun je gerust rot het genre ‘sterke verhalen uit de bijbel' rekenen. Het wekt verbazing, twijfel en zelfs achterdocht.

Inderdaad, het lijkt een soort spookverhaal. Dat was ook de eerste indruk van de leerlingen: ‘Ze dachten dat ze een geest zagen.' De centrale boodschap is hier nu juist: neen, jullie hebben niet te maken met een spook, jullie zijn niet het slachtoffer van hallucinatie. Het geloof wil ons niet binnenvoeren in een waanwereld, maar ons bij de echte realiteit brengen. En juist die is... ongelooflijk. Jezus heeft er zijn leerlingen met alle middelen van moeten overtuigen dat Hij leefde en bij hen was. En dat Hij het was. Het pleit voor de waarheid van het hele evangelie dat het ook zulke dingen vertelt. Dit verhaal laat zien dat de eerste leerlingen (op wier getuigenis heel ons geloof steunt!) geen naïevelingen waren. Ze waren nuchtere vissers, die het leven en zijn bedrieglijkheid maar al te goed kenden. Ook voor hen - vooral voor hen - was het te vreemd om waar te kunnen zijn.

Toch kwamen ze gaandeweg over hun vrees heen. Hij was het wel degelijk: Jezus, de gekruisigde van Golgota. En dan staat daar een heel merkwaardig zinnetje: ‘Omdat ze het van blijdschap nog niet konden geloven, en verbaasd waren...' Als het over geloofszaken gaat, moeten we nuchter blijven en er inderdaad over waken dat we onze wensen niet voor werke-lijkheid nemen. Maar - en dat is de andere kant van de nuchterheid - we moeten ook durven aannemen dat er dingen zijn die haast niet te geloven zijn, omdat ze te mooi lijken om waar te zijn! Jezus heeft moeten vechten tegen de kleingelovigheid van zijn leerlingen. Bijna ten einde raad vroeg Hij hen: ‘Waarom zijn jullie zo in de war? Waarom die twijfel in je hart?' Ze konden het niet geloven, want ze hadden een te kleine gedachte van Jezus, van God en van.., zichzelf.

Misschien waren de verschijningen van Jezus ook voor zijn leerlingen het moeilijkste moment in die periode na Pasen. Daar konden ze echt niet bij. Anderzijds brengen die verschijningen de definitieve bevestiging van veel gebeurtenissen waaruit bleek dat Hij leef de. Hij die zij herkend hadden bij het breken van het brood, die vergeving schenkt, die de betekenis van de Schriften doet verstaan, die hen drijft tot getuigenis overal ter wereld en op levensgevaar af... Hij leeft! Hier blijkt eens temeer dat ons geloof niet te herleiden is tot principes, overtuigingen, waarden of levensbeschouwing. Dat hoort er allemaal wel bij, maar het volgt uit één iets waar de eerste getuigen op den duur niet omheen konden: Jezus Christus, de gekruisigde leeft. Hij is ‘vlees- en bloedecht' bij ons.