God herkennen - een liefdesverhaal!

Beste vrienden,

Onlangs vroeg ik aan de leden van een gespreksgroep: „Waar denken jullie aan bij het thema Liefde?” Het eerste antwoord kwam vlug: „Eigenlijk heel veel!“  „Ja, en wat dan?”    

En toen werd het even stil. En dan ineens: “Gij zult uw naaste beminnen zoals uzelf! – Gij zult de Heer uw God beminnen! – Gij zult vader en moeder beminnen!  Gij zult, Gij zult, Gij zult…   

Dat schiet de mensen te binnen wanneer het over Liefde gaat? Gij zult?

Ik vermoed dat dat de klassieke antwoorden zijn wanneer de vraag gesteld wordt in het kader van Geloof en Kerk. Ik hoop dat wanneer onze jongeren aan liefde denken, dat dat dan niet gaat over “Gij zult”. En wanneer diegenen onder u die reeds op heel wat jaren met hun partner kunnen terugblikken, en zich zelfs niet meer kunnen voorstellen hoe het zonder die partner zou zijn, hun relatie met de woorden “Gij zult” zouden omschrijven, dan zou er toch wel iets niet helemaal in orde zijn;

En dan zeker wanneer het om de eigen kinderen gaat, om al de liefde die ouders in die kleine, en dan ook voortdurend in die groter wordende, kinderen investeren. Daar gaat het om een turbulentie van gevoelens, om alles en nog wat, maar zeker niet om “Gij zult” of  “Gij moet”.

Maar wanneer een Priester of Diaken een vraag stelt over liefde, wanneer het over Kerk of geloof gaat, dan komt er bij veel mensen maar een ding op in hun hoofd: “Gij zult!” Want Kerk heeft toch altijd met moeten of zullen te doen. In de Kerk moet ik toch altijd wel iets: Geboden houden, plichten vervullen, mijn geloof bewaren.

En wanneer we dat allemaal gedaan hebben, daarvan zijn er velen overtuigd, dan pas schenkt God zijn genade. Heb ik het niet gedaan, dan val ik bij Hem in ongenade, val ik uit zijn liefde. Zo denken er velen, en ze denken helemaal fout!!

De eerste brief van Johannes is daarin heel duidelijk. Hebben jullie in de lezing daarjuist iets gehoord over Geboden?

Natuurlijk zeggen de brieven van Johannes ook wel dat mensen, die God hebben erkend, zich aan zijn regels houden, hem volgen als was er niets anders op de wereld. Maar ze doen dat toch niet om een of ander Gebod te vervullen, om er in Gods ogen wat beter voor te staan of om wat meer liefde van Hem te krijgen.

Gods liefde, zo zegt de eerste brief van Johannes, Gods liefde onderscheidt zich daardoor, dat hij ons al altijd heeft liefgehad, reeds lang voordat wij in staat waren om zelfs maar te beseffen dat Hij er is.

En Hij ziet ons ook niet graag omdat wij zo goed zouden zijn of omdat we alles fantastisch goed zouden doen. Zijn liefde verdraagt, om te beginnen, al onze fouten en gebreken, en overwint ze op het einde ook nog. Want, zo zegt Johannes: “Hierin bestaat de Liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn zoon gezonden om onze zonden uit te wissen. Hij ziet juist ons mensen graag, wij, die zonder Hem toch maar halfslachtig, slecht en lozers zouden zijn.

En Hij ziet ons ook niet dan pas graag wanneer we ons tot Hem bekennen, wanneer we ons aan zijn kant scharen en in Hem geloven. Hij houdt van alle mensen, om het even hoe oud ze zijn, van welk geslacht ze zijn, welke huidskleur ze hebben, waar ze wonen, ja zelfs om het even wat ze geloven! Het maakt voor Hem geen verschil.

En de eerste brief van Johannes gaat nog verder: God houdt niet alleen van diegenen die in Hem geloven, maar ook van diegenen die helemaal niets van Hem moeten hebben. Wanneer we die brief uit het Nieuwe Testament echt serieus nemen, dan kan het zelfs zijn dat mensen die voortdurend Zijn naam uitspreken en in onze ogen heel vroom en godvruchtig zijn, Hem niet echt hebben herkend, dat ze soms nog verder van Hem verwijderd staan als mensen die wij eigenlijk helemaal niet met God in verbinding zouden hebben gebracht.

Of men God herkend heeft, of men Hem gevonden heeft, blijkt niet uit de belijdenis, uit de studie, niet uit een of andere theologie, en ook niet aan het verinnerlijken van zo veel antwoorden uit de catechismus. Het blijkt zelfs niet uit het lidmaatschap van een of andere kerk.

Volgens Johannes heeft een Mens God pas gevonden, wanneer blijkt dat die mens liefheeft, dat hij liefdevol omgaat met mens en natuur.

Iedereen die liefheeft komt uit God en erkent God – overal ter wereld – en wie niet liefheeft heeft God ook niet erkend; want God is liefde.

Wat voor een tekst! Welk revolutionaire boodschap! Wat voor een God, die alle dimensies, alle grenzen en alle kleinhartigheid doorbreekt!  Amen