De Hemel is als...!

Beste vrienden,

metaforen zijn niet alleen populair op bezinningsdagen, neen, ook in leerboeken van godsdienst wordt er veel gebruik van gemaakt om bepaalde thema’s voor scholieren gemakkelijker toegankelijk te maken. In één van die werkschriften heb ik ook metaforen voor het feest van vandaag gevonden. Wel niet over het “opstijgen” van Jezus, maar wel over de plaats waar Hij naartoe is gegaan. Daar werd de aanhef: „De Hemel is als...“ door kinderen van het derde studiejaar als volgt vervolledigd – ik citeer enkele antwoorden:

“De Hemel is als...  een huis waarin je kan ravotten; als een grote boom om in te klimmen; als mijn twee cavia’s; zoals geen oorlog; zoals kerstavond; zoals vakantie.” En één kind schreef zelfs heel zelfbewust: “De Hemel is...  zoals ik.”

Hebben jullie zich in één van die uitspraken misschien ook zelf herkend? Ik zou jullie willen uitnodigen om heel even, in stilte, ook een zo een metafoor te wagen: de Hemel is voor mij zoals...” Voelen jullie ook aan hoe belangrijk het is om een eigen voorstelling te hebben van wat de Hemel eigenlijk beduidt en wat we met het feest van vandaag eigenlijk vieren?  Op die manier, daar ben ik van overtuigd, kan dat Hemelvaartsfeest van Jezus misschien terug een heel nieuwe „aarding“ krijgen.  En dat is ook dringend nodig, want hoeveel verwrongen voorstellingen zweven er door dat gemakkelijk mis te verstane woord “Hemelvaart” niet rond in het hoofd van vele Christenen? Te beginnen met het “wegzweven” zoals een losgebroken ballonnetje, tot de verkeerde vertaling van een Spanjaard die, het Nederlands amper machtig, „Ons Heer Hemelvaart” vertaalde als “Jezus vliegt door de lucht”.  Dan zijn de voorstellingen over de Hemel van die kinderen uit het derde leerjaar toch wel realistischer, vinden jullie ook niet?    

In de Handelingen van de Apostelen en in het Evangelie van Marcus wordt Jezus‘ afscheid heel concreet en zeer aards weergegeven. Het verhaal in „Handelingen“ leidt de blik van de leerlingen terug naar de aarde, want hier is er toch echt meer dan genoeg te doen, en de evangelist stuurt de elf weg om Jezus’ boodschap over de hele aarde te verkondigen. Zending en missionering horen dus reeds vanaf het prille begin tot de belangrijkste opdrachten van de Kerk. Maar zeker niet op de manier zoals men het in de middeleeuwen heeft begrepen en zoals sommige fanatieke aanhangers van andere wereldreligies het ook vandaag nog pratikeren, door andersdenkenden met geweld te bekeren. Het woord van Jezus moet in volledige vrijheid kunnen worden verkondigd en Iedereen die het hoort moet vrij zijn om het aan te nemen of af te wijzen.  Wanneer in het Evangelie sprake is van verdoemenis, dan bedoelt men daarmee niet geweld, maar men wil gewoon de aandacht vestigen op de ernst van de toestand. De tijd op aarde is de tijd om onze keuze te maken, om te beslissen. En Christus wil ieder van ons overtuigen om voor Hem en zijn boodschap te kiezen.   

Het is dus altijd weer nodig dat we onze blik naar de Hemel richten, waarin Jezus werd opgenomen en waar Hij, zoals we dat in onze geloofsbelijdenis ook belijden, aan de rechterhand van zijn Vader zit.  Maar opgelet! Het mag niet zijn dat we de verrezen Heer met de handen in de schoot op zijn troon laten zitten. Dat zeker niet! De in de Hemel opgenomen Heer is Gods rechterhand. En die is overal actief waar in zijn naam de goede boodschap wordt verkondigd en ook wordt gehoord.   

In het Evangelie lezen we: „De Heer stond hen bij en bekrachtigde hun verkondiging door de tekenen die Hij liet gebeuren.”  Enkele van die tekenen werden ook vernoemd. Zo staat er: „Ze zullen demonen uitdrijven in zijn naam; ze zullen in nieuwe talen spreken; wanneer ze slangen aanraken of dodelijk gif drinken zal hen niets gebeuren; en de zieken die ze de hand opleggen zullen gezond worden.”   Al die beelden tonen ons aan dat de helende werking van Jezus in en door zijn vrienden verder wordt gezet. Die beelden zijn tekens die ons allen tezamen zeggen: Mensen die geloven kunnen ook schijnbaar onmogelijke situaties aan! Ik ben van oordeel dat we die tekenen in ons huidig taalgebruik moeten omzetten.

Met „demonen“ wordt alles bedoeld wat onze harten in een beklemmende greep houdt. Daartoe behoren ook angsten van alle soort, angsten die ons zo kunnen verlammen dat ze ons ziek maken en tot nietsdoen dwingen; of het Geld, dat ons denken en handelen dikwijls meer bepaalt dan al het andere in ons leven. Demonen uitdrijven in de betekenis van het Evangelie van vandaag betekent voor mij, dat wij mogen en kunnen meehelpen  om anderen te bevrijden uit hun onvrijheid van gelijk welke aard en hen zo terug meer levensvreugde en vertrouwen te geven.

Het beeld: “in nieuwe talen spreken” gaat gewoon over de manier waarop we met elkaar praten.

Dat zou toch heel verschillend moeten zijn van de manier waarop „men“ doorgaans praat, en wij hebben het door ons geloof toch helemaal niet nodig om met een moraliserend vingertje door het leven te gaan.   

Een beeld dat meer verklaring nodig heeft is het beeld van het “aanraken van slangen en het drinken van dodelijk gif”. Ik bedoel dat we zeker geen circusnummer moeten inoefenen om aan dat beeld te voldoen. Het gaat er gewoon om dat we lastige zaken met zelfvertrouwen moeten aanpakken en dat we anderen door onze spot of laster niet mogen vergiftigen of afmaken.  

Het laatste beeld, van het genezen van zieken, bevalt ons doorgaans het best: Anderen genezende nabijheid schenken, door een luisterend oor, door de tijd die we met hen doorbrengen, door handen op te leggen of gewoon handen vast te houden in gemeenschappelijk gebed.  

Al die beelden staan open voor verdere overwegingen of hertalingen naar het heden. Wij mogen daarbij onze fantasie de vrije loop laten. Het is als het ware een geschenk voor ons christen zijn van vandaag. Het enige wat belangrijk en bepalend is, is dat we altijd moeten spreken en handelen in Jezus’ naam.  

Om het feest van Jezus‘ Hemelvaart te verduidelijken ben Ik begonnen met beelden die door jonge kinderen werden aangebracht. En ik sluit af met beelden die voor ons niet vreemd zijn en die samenvatten wat ik u wil vertellen:  "Christus heeft geen handen, Hij heeft alleen onze handen om iets te doen. Hij heeft ook geen voeten en is op onze voeten aangewezen om mensen op zijn weg te begeleiden. Christus heeft geen lippen, alleen maar onze lippen om zijn boodschap te verkondigen. Wij zijn de enige Bijbel die vandaag nog openbaar wordt gelezen. Wij zijn Gods laatste boodschap – in woorden geschreven en in daden verkondigd.“  Amen.