Aswoensdag B (2012)

“Keer tot Mij terug.” God zelf spreekt ons mensen aan: “Keer tot Mij terug.” Terug naar de Bron, terug naar de bedoeling van ons leven, terug naar onze diepste overtuiging en keuze, terug naar de kern, naar dat waar het allemaal om gaat, loskomen van alles wat bijkomstig is, wat zo tijdelijk en vluchtig is, terug naar het Leven met een hoofdletter. Aswoensdag als een oproep, een aansporing en aanmoediging van God zelf.

Aswoensdag lijkt soms een beetje op Oudjaar en Nieuwjaar. We maken goede voornemens en aan het einde van de eerste dag van het nieuwe jaar zijn we al teleurgesteld omdat er die dag zo weinig van is terechtgekomen. 

Voornemens van Oud en Nieuw hebben vaak te maken met minder snoepen, stoppen met roken, minder alcohol, om over andere drugs maar te zwijgen, meer sporten, regelmatiger en gezonder leven. Ik noem er maar een paar.

Zoiets zie we ook met de veertigdagentijd. Allerlei goede voornemens die zeer zeker de moeite waard zijn.

Toch wijst de Kerk ons vandaag in een andere richting. Het is heel goed om je iets te ontzeggen. We mogen ook best wat wilskrachtiger worden, vooral tegenover onszelf. Maar in de gebeden en in de prefatie horen we waar de aandacht van de Kerk vooral naar uitgaat.

De Kerk bidt: “Heer, help ons door daden van boetvaardigheid en liefde onze neiging tot het kwaad te bedwingen. Zuiver ons van zonden”. Dit is een tijd van meer toeleg op het bidden, van grotere aandacht voor de liefde tot de naaste, een tijd van grotere trouw aan de sacramenten waarin we zijn herboren.

Voornemens als minder snoepen, roken, drinken, TV, internet et cetera zijn prima, maar als het daarbij blijft is het onvoldoende voor de veertigdagentijd. Het gaat erom dat we ons opnieuw en met meer inzet oefenen in ons Christen zijn, Kind van God zijn, Katholiek zijn, en dan zijn al die dingen slechts een aanzet om te komen tot dat waar het echt om gaat, de relatie met God en de naaste. Daar gaat het om: Meer aandacht voor het bidden en meer aandacht voor de liefde tot de naaste.

Dit is de oproep die de profeet Joël namens God uitspreekt: “Keer tot mij terug”. Aswoensdag is een mooie dag om daar weer een nieuw begin mee te maken. Geen grote plannen, dat wordt zelden iets. Grote liefde toon je in kleine daden. Wat klein en goed is wordt gaandeweg groot en goed.

In de prefatie die we vandaag bidden, staat ook dit: “Een tijd van meer toeleg op de sacramenten waarin we zijn herboren.” De Kerk roept ons ook op in deze periode meer dan anders gebruik te maken van de Eucharistieviering. Natuurlijk in het weekend, maar vooral ook door de week. Wie overdag werkt, heeft die luxe niet. Maar er zijn er meer en meer die wel die tijd hebben. In de veertigdagentijd kunnen we andere prioriteiten stellen. Dat geldt ook voor de biecht. Het sacrament van Gods verzoenende liefde. U kunt het volgende maand ontvangen in de Jozef, tijdens de viering van Boete en Verzoening op dinsdag 27 maart. Maar als u liever een persoonlijk biechtgesprek hebt, bent u welkom bij kapelaan Kuik of bij mij of bij pastor Somerwil. Een e-mail of telefoontje is genoeg om af te spreken.

Aswoensdag. Zoals het Joodse Volk weg moest uit Egypte voor een tocht van veertig jaar, op weg naar het Beloofde Land, zo gaan ook wij op weg naar Pasen in een tocht van veertig dagen. En zoals zij, na hun vertrek steeds meer merkten hoe ze met alle vezels vast zaten aan dat land daar. Zo mogen ook wij merken dat het je iets kost om los te komen.

Hier en nu wil Hij ons sterken, bemoedigen, een zetje geven. Dat askruisje is een teken. Dat wij het willen ontvangen betekent dat we deze veertigdagentijd serieus nemen en dat we Hem vragen ons daarbij te helpen.

Een veertigdagentocht. Meer aandacht voor gebed, voor de sacramenten, en zo weer herbronnen, terug naar Hem en weer groeien in liefde voor de naaste. Amen.