Hij trekt ons aan B (2012)

Het is intussen al een jaar of tien geleden. We zaten met een paar kleinkinderen aan de ontbijttafel en ik had net verteld dat de we de honing eigenlijk aan de bijtjes te danken hebben. Ze vonden dat blijkbaar interessant en ik raakte in een educatieve bui en vroeg: "En waar halen wij onze melk?" En prompt kwam het antwoord: "In de GB!" Gelukkig was het niet in den Aldi, want dan had ik het misschien niet durven voortvertellen.

 

Dat de melk eigenlijk van de koe komt, dat moeten we aan de kinderen van vandaag uitleggen. Zoals een heleboel andere dingen. Wat hoorden we daarnet in het evangelie? "Als de graankorrel niet in de aarde valt, blijft hij alleen; maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort." Dat ons dagelijks brood begint met een graankorrel die in de aarde valt, daar denken wij zelf ook nooit meer aan.

 

Als wij een brood nodig hebben, dan gaan wij naar de bakker. En onze eerste communicanten weten intussen heel goed dat we bloem nodig hebben en gist en water en dat we moeten kneden en geduldig laten rijzen en bakken.

En een aantal jaren geleden was er zelfs een kleine rage om op die manier zelf brood te bakken. Maar tegenwoordig zijn er van die handige broodbakmachines: alle ingrediënten erin en dan gewoon op de startknop drukken.

 

Dat beeld van de graankorrel: het behoort niet meer tot ons dagelijkse leven, maar we begrijpen het nog wel. Wellicht hebben we meer moeite met wat volgt op dat beeld. "Wie zijn leven bemint, verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat, zal het eeuwige leven verwerven."

Het lijkt bijna alsof sterven wordt verheerlijkt, alsof de dood iets is om naar uit te kijken of te verlangen. We hebben de voorbije week genoeg beelden gezien vanuit Lommel en Heverlee om ons tegen zulke interpretatie af te zetten.

 

Trouwens, ook Jezus zelf heeft het er moeilijk mee. Het gaat hier natuurlijk om zijn eigen lijden en kruisdood, die Hij hier voorspelt. Maar Hij voegt er ook aan toe: "Nu is mijn ziel ontroerd". Andere vertalingen zeggen: nu is mijn ziel verontrust, of in verwarring. En Hij vraagt zich af of Hij toch maar niet aan de Vader moet vragen Hem uit dit uur te redden.

En toch roept Hij mensen op om Hem na te volgen, om met Hem mee te doen. Dan heeft Hij het niet over sterven in de letterlijke zin. Dan gaat het niet over het offeren van het leven, door het te beëindigen. De dood van onschuldige kinderen is niet zinvol en kan alleen maar machteloosheid oproepen en onbegrip en medeleven.

 

Maar we kennen allemaal ook andere voorbeelden van mensen die hun leven hebben gegeven voor anderen. Niet door te sterven, maar door een volgehouden dienstbaarheid. Zuster Leontine bijvoorbeeld, promotor en pionier van de  palliatieve zorg in België. Na haar pensioen zette ze haar werk verder en ze mocht sterven in de palliatieve eenheid die ze zelf had opgericht.

Nog niet zo lang geleden konden we in "God en klein Pierke" Jeanne Devos volgen in de sloppenwijken in India. Ook zij geeft op haar manier haar eigen leven weg aan anderen.

Er is Jan Vermeire, een welgestelde dokter die in de Marollenwijk in Brussel ging wonen en er Poverello startte, een opvangtehuis voor de armsten der armen. Er is Phil Bosmans, van wie we onlangs moesten afscheid nemen en alle goeds dat hij heeft gedaan. We kunnen nog moeder Theresa noemen en pater Damiaan en zovele anderen.

 

Maar we kennen allicht ook allemaal voorbeelden van mensen die niet de krant of het televisienieuws halen, maar die ook hun leven ten dienste stellen en voor een stuk weggeven. Mensen die een zieke of hulpbehoevende partner jaren en jaren blijven verzorgen. Of een vader of moeder. Mensen die uren en uren, dagen en dagen wijden aan het verwezenlijken van een project, van een ideaal.

En waarom doen ze dat?

Hiervoor ga ik even terug naar de eerste lezing. Daar zegt Jahweh bij monde van de profeet: "Ik leg mijn wet in hun binnenste, Ik grif ze in hun hart". We kunnen zoveel wetten en regeltjes en geboden en verboden opleggen als we willen, pas als mensen echt overtuigd zijn van de zin van al die voorschriften, gaan zij er ook naar leven.

Er zijn weer voorbeelden genoeg.

 

Jongeren gaan pas studeren, als ze zelf overtuigd zijn van de noodzaak ervan. Sportlui gaan veel trainen, als ze begrijpen dat dat nodig is om prestaties te leveren. We kunnen voorzichtig rijden met de auto, omdat we bang zijn om geflitst te worden. Maar als we één keer iets ernstigs hebben meegemaakt, gaan we uit onszelf wel wat minder hard op het gaspedaal duwen.

Zo hopen de vele vrijwilligers en medewerkers van Broederlijk Delen ook dat de bekommernis voor de mensen in het zuiden ook in ons hart gegrift staat. Dat de graankorrels die zij met veel moeite en arbeid in de aarde stoppen ook vrucht mogen dragen. En dat die vrucht niet wordt vernietigd door de drang naar winst in andere continenten.

 

In het evangelie wordt Jezus ondervraagd door Grieken. Zij zijn naar Jeruzalem gekomen voor het grote joodse feest. De toenmalige wereld is er heel sterk aanwezig. Er ging van Jezus een grote aantrekkingskracht uit. Mensen uit andere landen kwamen erop af en waren op zijn minst nieuwsgierig.

Onze wereld is intussen veel kleiner geworden. We weten alles van andere continenten.

Alleen trekken we het ons vaak te weinig aan. En we hebben een touw nodig om ons eraan te herinneren. En toch hopen we dat de aantrekkingskracht van Jezus ook nu de wereld niet uit is.

Vandaar de hoopvolle titel van deze viering: Hij trekt ons aan.