Dapper door doen (2006)

Vrijdag jongstleden vierde Mgr. Wiertz het koperen bisschopsjubileum. Voor degenen die deze viering meemaakten had het gebeuren in Roermond een feestelijk tintje: een mooie eucharistieviering, een herkenbaar verhaal voor mensen in het pastoraat over het proces van revitalisering en daarna een ongedwongen samenzijn. Thuis gekomen en nog na genietend van deze mooie ervaringen werd in een programma van een Limburgse zender kritische notities gemaakt bij het functioneren van de feesteling. Weg was de beleving van een mooie feestdag. De opmerkingen waren niet onwaar, maar deden ook geen recht aan de persoon. Want wie alleen maar op grond van dit programma zijn oordeel vormt zal versterkt worden in een negatief beeld over de Kerk. Gelukkig waren er ook andere benaderingen op de teevee en in de krant. Die bevatten eveneens delen van waarheid. Op dat moment besef je hoe wij slechts  een deel van de waarheid kunnen benoemen en dat onze eigen affiniteit tot een bepaald persoon of gebeuren doorwerkt in de verslaggeving. Wie dit aanvoelt, zal de berichtgeving op zijn waarde kunnen schatten."Waarom zou het de leerling beter vergaan dan de meester", heeft Jezus eens gezegd. 
Jezus was zich er duidelijk van bewust hoe mensen hem eerst bejubelden en naderhand meegingen in de kritiek, die hen door anderen was ingegeven uit eigenbelang. Het ging hier niet meer om de waarheid. Jezus was overtuigd van een onbaatzuchtig handelen. Anders was Hij wel in de anonimiteit verdwenen.  Degene voor wie Hij Zijn leven wilde geven was Hem meer waard dan Zijn eigen leven. Vluchten beschouwde Hij als een daad van ontrouw. Duidelijk liep Zijn leven steeds meer gevaar en  rondom Hem werd een cordon gevormd van stromingen die Hem steeds meer in hun greep kregen. Mensen die Hem met goede bedoelingen van de reis naar Jeruzalem wilden weerhouden, waren voor Hem een ‘satan'.  Hij was er van overtuigd  dat het recht zou zegevieren en alles goed zou komen. Hierin komt het sterke geloof van Jezus naar voren. Hij liet zich niet leiden door zijn omgeving, maar door de verbondenheid met de Vader. 
De Kerk verkeert samen met Jezus in een situatie dat er krachten zijn die uit zijn op een versterking van negatieve beeldvorming. En dit werkt door op het leven van afzonderlijke mensen en  kerkleiders. Wie trouw blijft aan zijn geloof weet dat met ernstige zaken zoals het opkomen voor het leven als schepping van God en het opkomen voor waarden  en verworvenheden niet kan niet worden gemarchandeerd. Maar het maakt ons ook kwetsbaar. Waar je vroeger om geprezen werd, word je nu op afgerekend. Waar vroeger plaats voor God werd ingeruimd, wordt die ruimte niet meer gegeven. In die zin vraagt het christen zijn van mensen offers. Dit kan alleen maar als je gelooft in een nieuwe toekomst. Gelovige mensen stralen hoop uit. Ze berusten niet in het heden en beklagen zich niet over de teloorgang, maar blijven trouw werken aan de toekomst. Zo heeft ook dit koperen jubileum een bijzondere duiding gekregen: een kwetsbare kerkleider die trouw wil zijn aan zijn ambt met zijn eigen gaven. Dit gebeuren nodigt ons uit om stil te staan bij de gedachte waar wij als Kerk staan en hoe wij verder willen gaan. Met een rotsvast vertrouwen willen wij ook onze weg vervolgen naar Jeruzalem. In de Goede Week willen wij het geheim van sterven en verrijzen opnieuw vieren en beleven. Het geeft ons kracht om met vertrouwen in God onze weg te vervolgen. Want de geschiedenis van de Kerk helpt ons altijd tegen elkaar te zeggen: gewoon dapper doordoen.