Leg af het kleed van rouw en ellende (Bar. 5,1)

 Baruch, Lucas, Johannes en Paulus zijn profeten en boodschappers van vreugde. Ze zetten ons alle vier op weg om wachtend, biddend en handelend de Advent te beleven. Ze zijn de antipode van de mensen van het grote ‘Nooit genoeg’. 

Het boek Baruch is een deutero-canonisch boek. Het zou ontstaan zijn in de diaspora tijdens de eerste eeuw. Schrijver stelt zich voor als secretaris van Jeremia. Hij trekt het kleed aan van een profeet en neemt de taal over van Jesaja. Hij verkondigt vreugde en roept op tot gerechtigheid. In nieuwe bewegingen wordt met enthousiasme het lied gezongen: Jérusalem, quitte ta robe de tristesse. Een opwekkingslied in de depressielaag die al enkele jaren over het Westen hangt. Wij kunnen ons niet laten overmeesteren door weemoed. Waarom overvalt u de droefheid, vragen we in het Roratelied. Baruch preekt een weg van gerechtigheid. Winst, eigenbelang, speculatie staan daar ver vanaf. Zij liggen aan de oorsprong van ontsporingen in de voorbije jaren. In China hebben een miljoen personen een fortuin van 1 miljoen euro of meer. Bij 100 rijkste wereldburgers met 1 miljard € zijn vijf Chinezen, vijftien Russen, zeven Indiërs.

 Paulus schreef een dankbrief en een vreugdebrief aan de Filippenzen, Hij beklemtoont daarin het belang van het gebed. Hij bevestigt het vertrouwen dat de Heer zal voltooien wat Hij is begonnen.

 Met Johannes treedt opnieuw een profeet op in Israël. Profeten, zijn zij die het woord van God laten klinken en het leven geven. Het woord kwam over Johannes. Deze man kent de oude profeten en staat in hun lijn. Hij is veeleisend. Hij wijst naar de toekomst die aanbreekt en die in Jezus redding betekent voor allen.

De advent is de tijd van Lucas. Hij is doorheen het ganse leesjaar C onze gids. Daarbij stoffeert hij elk jaar de advent met zijn kindsheidevangelie. Hij is de evangelist van de vreugde en kleurt daarmee de advent. Hij is blij om wat komt en blij om wat er reeds is. De Duitse theologe Anke Inselmann schreef twee dikke boeken over Die Freude im Lukasevangelium.

 Lucas bezingt met Maria, Zacharias en Elisabeth de vreugde van het begin. Hij laat ze horen in vier liederen: het Benedictus, het Magnificat, het Gloria en het Nunc dimittis. Dit laatste is een afscheidslied van een oude man, die blij is omdat zijn ogen het nieuwe begin mochten aanschouwen (J. Ratzinger, Papst Benedikt XVI, Jesus von Nazareth, Bd. III: Die Kindheitsgeschichten).

Lucas beschrijft de vreugde om het optreden van Jezus, die Gods redding brengt. Deze uit zich bij verzoening en door de vergiffenis van zondaars. De terugkeer van het verlorene wekt vreugde. Lucas vermeldt de vreugde van zijn leerlingen die in Jezus Gods Geest aan het werk zien en die zich verheugen dat hij als de Verrezene in zijn kerk werkt.

 Wanneer Lucas vertelt over Johannes en hem als profeet voorstelt, denkt hij vooral aan Jezus. Jezus is als profeet groter dan Johannes. Joop Smit brengt in een vlot geschreven boek het verhaal van Lucas. Dit boek verscheen bij de uitgeverij Meinema. Hij probeert de lezer de eenheid in dit evangelie aan te tonen. Aan de hand van een aantal sleutelpassages geeft hij er de grote lijn van aan. “Voor Lucas is Jezus blijkbaar een profeet die vooral de godsdienstige leiders van Israël uitdaagt en die daarvoor met zijn leven betaalt” (op. cit. p. 15). Het evangelie van Lucas begint en eindigt in Jeruzalem. “Jezus is de profeet en Jeruzalem is in letterlijke en figuurlijke zin zijn bestemming. Voor Lucas is het verhaal van Jezus’ optreden het verhaal van zijn confrontatie als profeet met de stad Jeruzalem, opgevat als het centrum van Gods volk Israël” (op. cit. p. 15).

Johannes is als profeet een sleutelfiguur. Hij is de schakel die de grote Bijbelse profeten en Jezus met elkaar verbindt. “Enerzijds presenteert Lucas Johannes als een Bijbelse profeet die de traditie van beroemde voorgangers als Amos, Jesaja en Jeremia voortzet. Anderzijds staat de Doper als profeet model voor Jezus, die in zijn voetsporen treedt. Weliswaar is er tussen beiden zowel kwantitatief als kwalitatief een groot verschil. De korte samenvatting van het optreden van Johannes wordt door Lucas in het geval van Jezus vele malen uitvergroot. Bovendien wordt Johannes als vertolker van Gods woord ver overtroffen door Jezus als drager van Gods Geest” (op. cit. p. 48).

 Op deze tweede adventzondag kijken wij dankzij Johannes niet alleen uit naar het kind Jezus in de kribbe, maar naar de “Jezus uit Nazareth, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk” (Lc. 24, 19).

Met Paulus kijken we nog verder. We zien uit naar de voltooiing van Gods werk in ons en in de wereld op de dag van Christus. Wij kunnen met Paulus ons op die dag voorbereiden door zuiver en onberispelijk te zijn, vol van vruchten van gerechtigheid (Fil. 1,10-11).

 “De citaten zijn met toestemming van de uitgever overgenomen uit Het verhaal van Lucas, dr. J.F.M. Smit, uitgeverij Meinema 2009, www.uitgeverijmeinema.nl