Gij hebt mij een lichaam gegeven (2003)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden

Wij hoorden de bekende woorden van de profeet Micha, in de eerste schriftlezing. Micha is één van de zogenaamde kleine profeten van Israël. Hij leefde ongeveer 600 jaar voor Christus. De liturgie van de kerk leest hem graag kort voor kerstmis, want Micha spreekt over Bethlehem, het kleinste onder Juda's geslachten. Het kleine Bethlehem, het ligt heel dichtbij Jerusalem en kan amper in de schaduw staan van die grote stad. "Uit u, Bethlehem zal geboren worden die over Israël moet heersen".

De profeet Micha trad op in Jerusalem, waarschijnlijk vooral op het plein van de tempel. Hij was een bijzondere profeet. Hij werd er niet voor betaald, hij was geen broodprofeet, die in de dienst stond van het godsdienstige instituut. Niemand had hem uitgenodigd, aangesteld of gewijd.
Hij was geen stadsmens, hij kwam van het platteland, had geen opleiding genoten en sprak de taal van het volk, maar hij praatte het volk niet naar de mond. Het heeft er alle schijn van dat hij niet veel moest hebben van de hoge geestelijkheid, die in wapperende gewaden zich rond het heiligdom bewoog.
Zou Gods komst in de wereld uitgaan van de tempel, het verheven, luisterrijke heiligdom, waar de plechtige offers werden gebracht?

Die vraag wordt elke generatie weer gesteld. Hoe kunnen wij God ervaren, waar kunnen wij God vinden? De leiding van de godsdienst nodigt de mensen naar de liturgie, spreekt de mensen toe door middel van haar leergezag, haar kennis, schriftgeleerdheid en zij verklaart van zichzelf dat zij onmisbaar is voor het heil, vcoor het geluk, voor het vinden en ervaren van God.

Micha gooit een beetje roet in het hoogkerkelijke eten. Niet in Jerusalem, niet in het middelpunt van de georganiseerde godsdienst zal hij ter wereld komen die over Israël moet heersen, maar in Bethlehem, Efrata, het kleinste onder Juda's geslachten zal hij geboren worden...Hij die een man van vrede zal zijn.

Micha heeft geen hekel aan de godsdienst en ook niet aan de liturgie. Hij heeft zijn plattelandsdorp verlaten en is naar de tempel getogen. Maar hij brengt zijn tijdgenoten, 2600 jaar geleden en ons opnieuw iets belangrijks en - naar mijn smaak - troostrijks in herinnering. De tempel, de officiële godsdienst kan beter maar houden van zulke niet-geïnviteerde profeten.

In de krant konden wij dezer dagen lezen dat steeds meer mensen buiten het georganiseerde kerkelijke leven en buiten de liturgie op zoek zijn naar God. Juist de generatie van twintigers zoekt het niet vaak in de kerken. Wat moet de kerk dan doen? Moet zij dit gegeven voor kennisgeving aannemen en zich verder bezighouden met haar eigen activiteiten?

Ja, ik denk dat de kerkgemeenschap zichzelf moet blijven en dat zij zich niet moeten laten meeslepen door teleurstelling en zich niet moet laten verlammen door machteloosheid. De kerk heeft namelijk iets unieks te bieden, te bewaren en door te geven. Maar zij zal wel moeten leren kijken met de ogen van Micha. Wij, kerkelijke mensen, moeten ons niet blindstaren op onze institutionele vormen van godsdienstigheid en wij moeten niet moedeloos worden als vele van onze tijdgenoten die niet meer delen. We moeten met Micha niet alles verwachten van Jerusalem, het centrum, maar ook leren zien naar naar de periferie, naar het kleine en onaanzienlijke van Bethlehem. En daar, zoals de engelen deden in de velden van Bethlehem, Gods glorie zingen en ter sprake brengen.

Deze week gaan wij weer dankbaar de geboorte van Jesus gedenken: Christus, Gods Zoon is in de wereld gekomen. Hij komt niet om de offerdienst, het grote tempelritueel te volbrengen, hoorden wij in de brief aan de Hebreeën. Wanneer Hij in de wereld komt zal Hij zeggen: "Hier ben ik". Hijzelf, zijn eigen lichaam is voortaan de tempel, het offerdier en het altaar. Het zal voortaan niet meer gaan om uiterlijke offerrituelen. Voortaan zet Jesus zichzelf op het spel. Heel zijn leven werd eredienst. Hij zegt: "Gij, God, hebt mij een lichaam bereid". Mijn lichaam, mijn leven is voortaan een heilige plaats waar God te vinden is. De eer, de glorie van God is de levende mens.

Twee vrouwen plaatst het evangelie vandaag, aan de vooravond van kerstmis, in het midden. Maria en Elisabeth. Twee zwangere vrouwen. In haar lichaam dragen zij Gods komen in de wereld. Zo menselijk, zo kwetsbaar, zo vol verwachting komt God onder ons.
Wij zijn zo gewend aan dit verhaal. Maar het was en het is een ongehoord verhaal. God maakt de mens zelf tot tempel van zijn aanwezigheid, in verwachting van zijn komst. Wij zijn niet langer afhankelijk van een verre, verheven tempeldienst. Wij zijn zelf zijn lichaam geworden. Ten teken daarvan breken wij dadelijk het brood: zijn lichaam aan ons gegeven, opdat wij elke dag van ons leven zijn lichaam worden.

Amen.