Drieëndertig dagen paus

Het boek Wijsheid raadt ons een houding aan van deemoed. “Wie van de mensen kan Gods plan doorgronden, wie ontdekken wat de Heer wil?” (Wijsheid 9,13). Op 4 september 2022 wordt paus Johannes Paulus zalig gesproken. Hij wordt geprezen om zijn minzaamheid en zijn deemoed.

De katholieke kerk beleefde in 1978 haar driepausenjaar. Paulus VI stierf op 6 augustus. Hij werd opgevolgd door kardinaal Luciani, die onder de naam paus Johannes –Paulus slechts drieëndertig dagen de Kerk leidde. Als patriarch van Venetië had kardinaal Luciani brieven gericht naar beroemde mannen en vrouwen. Zulke brieftrant openbaart een schrijver wiens denken zich ontvouwde in contact met een andere, met een gij. Het eigene van zijn brieven was dat de schrijver geen antwoord verwachtte, omdat de bestemmelingen gestorven waren. Niettemin was Luciani overtuigd dat we met allen die ons zijn voorgegaan in communicatie blijven. Zo heb ik me kort na zijn overlijden gewaagd om een brief te richten aan deze geliefde paus. Vijftigplussers hebben wellicht nog een aantal herinneringen aan deze paus.

Een verrassende pauskeuze

Beste Paus Jan-Paul,

Een paar keren ben ik gestruikeld over uw naam. Maar, ik vond het toch een mooie naam. Johannes was een grote paus en paus Paulus was het ook. Gij wilde van beide iets overnemen, maar op uw manier. Daarom werd gij Jan-Paul de eerste.

Ik had nochtans zin u te beklagen als gij die zaterdagavond paus werd. Gij waart 65 jaar en dan zijn er bij ons reeds vele mensen met pensioen. Op die leeftijd wordt gij pastoor van de ganse wereld.

Daarbij las ik wat de mensen zo al van een paus verwachten. Men geeft hem bijna niet meer het recht mens te zijn. Maar gij, gij scheen het rustig aan te pakken. De commentatoren schreven en zegden dat ge een goede en kordate man zou zijn.

Ik heb u twee keren gezien op het T.V.-scherm. Het was de zondag na uw pauskeuze bij het bidden van het Angelus. Een week later, bij de plechtige eucharistieviering in open lucht heb ik ook gekeken.

Het was echt fijn die eerste zondag. Gij stondt op het balkon en gij deedt de mensen lachen en gij lachte zelf. Dat was het! Een paus die zijn mensen bemoedigt in het lachen! Een blije man waart gij!

Ge leek zeer bescheiden te zijn. Uw leuze als bisschop over de nederigheid gaf de werkelijkheid weer. Ge zegde dat ge niet de wijsheid van het hart van paus Johannes bezat noch de grote cultuur van paus Paulus. Ik denk dat ge ongetwijfeld van elk van deze pausen iets bezat. In uw vroeger leven hebt ge wellicht veel boeken gelezen, want ge kondt teksten van vele schrijvers aanhalen. Veel mensen zullen nog lang onthouden wat ge over het huwelijk gezegd hebt aan de hand van een tekst van Montaigne. Maar ge hadt ook veel hartelijkheid. Alle T.V.-kijkers hebben gezien hoe hartelijk en vriendelijk ge waart voor al die kardinalen, deze van Rome en deze van ver. In aanwezigheid van koningen, van presidenten, van politici, van bisschoppen, van vele, vele mensen hebt ge eenvoudige woorden gezegd over de grote parochie, waarvan ge de herder werdt! Het was goed te horen dat ge een vroom man waart. Ge hieldt veel van Maria, de Moeder van Jezus. Ik veronderstel dat ge ook een grote schroom hadt voor het mysterie van de heilige Drie-eenheid. Drie keren na elkaar hebt ge de zondag van uw eerste Angelus op het sint-Pieters plein het Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto gebeden.

Ge hebt een boek over catechese geschreven. Ik zou het eens willen lezen. Maar misschien is dit overbodig, omdat men het aan u kon zien hoe ge catechese wilde geven: eenvoudig zijn in taal en optreden, niet alles van he blad aflezen, weten wat ge moet verkondigen en van wie ge moet getuigen. Het schijnt dat gij bij de audiënties nu en dan kinderen en jonge mensen wist te ondervragen. Vragen stellen is een kunst, het wil ook zeggen dat wie vraagt niet alles weet. Ja, ik vond het niet mis te horen dat de paus ook niet alles weet en dat hij kan luisteren.

Ik was benieuwd naar de verrassingen, die wij van u zouden mogen verwachten. En die verrassing is gekomen als een donderslag. Drieëndertig dagen na uw pauskeuze zijt ge gestorven. Ge waart vlug gekozen op de tijd van één dag en ge waart vlug gestorven. Miljoenen mensen konden uw pauskeuze meemaken een maand geleden en nu zijt ge helemaal alleen en eenzaam gestorven in de nacht. Bij het sterven van uw voorgangers waren er helende en biddende mensen. Bij u was er niemand. Zo waart ge echt de broer geworden van zoveel mensen die niemand naast zich hebben.  

Ge zijt maar een korte tijd paus geweest. Ge laat een beste indruk na en ge hebt niemand ontgoocheld. Hadt ge langer geleefd, ge zoudt kritiek gekregen hebben omdat ge de mensen die alleen maar het Vaticaans concilie van honderd jaar geleden kennen, niet in het gelijk zoudt gesteld hebben en de ongeduldigen, die enkel maar dromen van een derde Vaticaans concilie, zouden ook niet gans tevreden geweest zijn, want ge zoudt ze niet helemaal ingevolgd hebben.

Paus Jan- Paul, mogen we u wat vragen? Leer ons verder lachen, leer ons blij te zijn. Neem de druk en de zorg weg die weegt op zoveel mensen. Geef ons uw liefde voor Jezus. Is het juist, dat de allerlaatste zinnen, die ge las, uit het boekje komen van een vrome man uit onze streken, Thomas a Kempis, die zo mooi geschreven had over de navolging van Christus?

Paus Jan-Paul, ge hebt aan alle katholieken en alle christenen gevraagd om voor u te bidden: “Kerk, gooi mij de boei van uw steun en gebed.” Dit was uw wens. Bid gij nu voor ons. Bid ook voor de nieuwe paus. Misschien draagt hij uw naam: Jan-Paul II. Misschien zal hij Paulus VII heten of Johannes XXIV of Pius XIII of Jacobus of Benedictus XVI. Ik weet het nog niet. Maak dat hij vooral een CHRISTUS-wijzer mag zijn, een man die ons Jezus beter doet kennen en liefhebben.

Beste paus, ben ik niet te oneerbiedig geweest? Wellicht niet, want ge hebt in de voorbije weken zelf een streng romeins protocol dooreengeschud. Zelf hebt ge het regelmatig aangedurfd naar grote figuren te schrijven. Vindt ge het dan zo verkeerd dat iemand naar u schrijft die overtuigd is dat ge mens, broeder en vader waart? (Antoine Rubbens, Het driepausenjaar in De Rots, dec. 1978)

Een tweede brief, tien jaar later

Beste Paus Jan-Paul,

Tien jaren zijn reeds voorbij sinds uw afsterven in het Vaticaan. Alles gaat zo vlug, maar ge zijt nog niet vergeten. Er is ondertussen reeds zoveel gebeurd. Er is nog altijd crisis in de wereld, maar toch lijkt er enige verbetering. Het Westen en het Oosten zijn wat vriendelijker voor elkaar, maar de economische tegenstellingen tussen het Noorden en het Zuiden eerder verscherpt. Fanatisme en terrorisme zijn toegenomen. Zelfs in onze kerk is niet elkeen zo tevreden. Een aantal mensen verlaten haar stillekens, zonder veel gerucht. Ge hebt over het recente schisma gehoord? Hadt ge dit kunnen verhinderen? Hoogstwaarschijnlijk niet, want ge hadt gekozen voor het concilie en uw volle eerbied uitgesproken voor uw twee voorgangers.

Ge hebt hun naam overgenomen en werdt aldus de eerste paus in de geschiedeis met een dubbelnaam, een teken van uw zin voor synthese. Een aantal mensen, waaronder jongeren, zijn in de kerk wakker geworden, zij zijn ijverig in het gebed en hebben een grote inzet voor anderen.

Beste paus, ge waart heel kortstondig paus. Drieëndertig dagen, dat is niet lang. Toch waren ze belangrijk, Niets uit een mensenleven gaat verloren. Zoals ouders nooit hun kindje zullen vergeten, zelfs al leefde het maar één uur, zo was uw pontificaat nuttig voor de kerk.

Uw opvolger, paus Karol Wojtyla kon niets anders dan uw dubbelnaam overnemen. Zoals gij is hij een man met pastorale ervaringen. Met U deelt hij de zorg voor een soliede leer, zijn taal is wat geleerder en moeilijker dan de uwe. Ge bezat de kunst van een directe, eenvoudige stijl. Uw opvolger reist nogal graag. Hierin verschilt hij wel van u. Burundi was uw verste reis. Of waart ge toch eens in Brazilië?

De mensen hebben vooral uw lach onthouden. Ge zijt de geschiedenis ingegaan als de lachende paus. Toch leed uw hart binnenin. Dat hebt ge zelf verklaard aan Mgr. Van Lierde. In uw kinderjaren hebt ge ontbering en honger gekend. Uw vader was gastarbeider en moeder had de zorg voor uw twee doofstomme halfzusters en had naast u nog drie kinderen.

Ge zijn ziek geweest. Ge waart sanatorium-patiënt, zes keren verbleeft ge in een kliniek en viermaal zijt ge geopereerd, maar uw glimlach bleef. Doordat ge maar heel kort paus waart, weet niemand of de zware zorgen in de kerk uw glimlach zouden verdrijven. Mensen waarderen die eerlijke oprechte gelaatstrek. De glimlach, zo wordt geregeld beweerd, is de kortste afstand tussen twee mensen. Daarom, lieve paus, dank om die glimlach. Waar ge nu zijt, zal deze nooit meer verdwijnen, want hemel is louter vreugde.

Beste paus Jan-Paul, ge zijt de moderne mens het meest nabij geweest in uw sterven. Immers, hartkwalen zijn zo hedendaags. Waarom zou een paus hiervan gespaard blijven? Daardoor hebt ge ons onder ogen gebracht wat ze zo graag verzwijgen, verdringen en verbergen, ons broos en vergankelijk bestaan.

Vanuit de hemel hebt ge wel gelachen met al dat gefantaseer over uw dood. Daar is immers heel wat over geschreven.

Beste paus, leef verder in vrede bij de Heer, maar blijf zorgen voor uw kerk, opdat de eenvoud en de blijheid in haar niet ten onder gaan. Antoine Rubbens (De paus met de glimlach in Gazet van Antwerpen 17 september 1988).

Een derde brief?

Er zou nog een derde brief kunnen komen om daarin te vermelden dat er in veertig jaar tijd zoveel veranderd is in kerk en wereld. Paus Johannes Paulus I is opgevolgd door een paus uit Polen, een paus uit Duitsland en een derde uit Argentinië. Zo is Luciani de laatste Italiaanse paus.

De wereld heeft bankencrisissen gekend en massale vluchtelingenstroom. We hadden de aanslagen van 11 september 2001 Nine eleven, oorlogen in Syrië, in Afghanistan, in Afrikaanse landen, in de Balkan en nu tussen Rusland en Ukraine.

In onze kerk moeten we leren omgaan met een verdwijnende volkskerk en een toenemende minderheidskerk, alsook met de pijn veroorzaakt door misbruik. Hoe kunnen we de band met onze broeders en zusters bewaren en versterken en hen de vrede van God toewensen en naderbij brengen. Heiligen tonen ons de weg.