Goedheid met andersmands beurs (2010)

 

Uit de tijd dat de Mijnen nog draaiden was het niet ongebruikelijk om goede maatjes te zijn met de magazijnmeester. Wanneer je gereedschap nodig had werd een bon afgegeven voor oud materiaal en daarna kon nieuw materiaal voor een prikje worden meegenomen. De betreffende mensen voelden dit niet aan als een verkeerde handeling, want het ging toch van de grote hoop af. Ook tegenwoordig zijn er heel wat mensen in bedrijven die anderen een plezier doen op kosten van hun baas. Er is natuurlijk niets aan de hand wanneer er aan de chef of eigenaar toestemming verleend word om een bepaalde dienst te verlenen. Open en eerlijk met elkaar omgaan houdt het langste stand. Waar dit niet gebeurt verdwijnt in stilte heel wat bezit zonder dat een ander er weet van heeft. Terwijl men weet dat dit eigenlijk niet volgens de regels is ontstaat er steeds meer een vrijmoedige houding totdat mensen een keer tegen de lamp lopen. Met brutaliteit kun je veel bereiken Zo hoorde ik in Lourdes dat een aannemer zand gestort had om een bepaald stuk te bestraten. Iemand had ook wat zand nodig en ging met zijn kruiwagen naar de betreffende plek om wat zand mee te nemen. Terwijl hij daar mee bezig was, kwam er een politiewagen. De agent vroeg: "Wat bent u aan het doen", waarop de man met de kruiwagen zei: "Ik ben zand, wat ik te veel had, op deze hoop aan het gooien". Dat mag niet zei de agent: "Laadt het zand maar weer op en vertrek".

Corruptie is iets van alle tijden. Het gebeurt omdat mensen grote waarde hechten aan het verkrijgen van bepaalde dingen die in de ogen van Jezus vergankelijk en betrekkelijk zijn. Hij prijst de manier waarop de onrechtmatige rentmeester, na betrapt te zijn op corruptie, zijn toekomst wil veilig te stellen. Door mensen met schuld een bepaald bedrag kwijt te schelden probeert hij op een onrechtmatige manier vrienden te maken. Hij kiest de weg van oneerlijkheid en redeneert. Dan kan ik ook op hun kan rekenen wanneer ik door mijn baas ontslagen ben. Heel zijn energie zet de rentmeester in zijn toekomstig leven. Daarom stelt Jezus de vraag: "Wat investeren mensen in het verwerven van het eeuwige leven". Dat is al gelovige onze toekomst. Doen zij daar ook alles voor om dat zeker te stellen. Hij constateert dat de kinderen van deze wereld onderling met meer overleg handelen dan de kinderen van het Licht. Als gelovigen is aan ons het beheer van de schepping toevertrouwd. In plaats van de goederen der aarde te verkwanselen moeten wij proberen ze zo goed mogelijk te beheren. Daarom moeten wij eigenbelang op zij zetten en ons dienstbaar opstellen. Ook al hebben wij de neiging om uit te zijn op eigen voordeel, toch zal eerlijkheid en betrouwbaarheid het uiteindelijk winnen van corruptie. Sterker nog: waar mensen zich inzetten voor een goed beheer van het leven zal dat ten goede komen aan Gods bedoelingen met Zijn Schepping.

We merken ook in onze eigen omgeving dat het niet eerlijk omgaan met anderen het leven verziekt. Daar waar men onrechtmatig zich probeert te verrijken ten koste van de ander zal men uiteindelijk daar zelf de dupe van worden. De sociale voorzieningen kraken niet alleen in hun voegen omdat er te weinig geld is, maar ook omdat er vaker onrechtmatig van deze voorzieningen wordt geprofiteerd. Wie eerlijk voor God wil staan zal moeten beginnen met eerlijk te staan tegenover de mensen met wie men te maken heeft. Daarom spreekt Jezus ook zo vaak over liefhebben en dienen. "Heb je naaste lief als je zelf" en "streef altijd naar het geluk voor de ander". Twee woorden die een goede basis zijn om ons rentmeesterschap goed te vervullen.