Omgaan met de mammon

“In God we trust”, deze schone zin uit psalm 130 staat op muntstukken en biljetten van de VS. In de wereld lijkt de mammon God te zijn.

Mammon, is een Aramees woord om de rijkdom aan te duiden.

Mammon, het staat voor het geld waarmee we bezit kunnen verwerven.

Jezus waarschuwt ervoor bij Lucas (Lc. 16,10-13) en bij Mattheus (Mt. 6,11-14).

Mammon, het is ook komen te staan voor het vele, dat wij als afgod vereren.

Whang Xioshuai, een Chinese cineast van films zoals Red Amnesia (2014) en So long, My Son (2019), kijkt nogal kritisch op het recente verleden van zijn land, onder meer op de politiek van het enige kind. In het hedendaagse China draait alles rond het geld, zei hij in een interview. De veranderingen zijn er enorm. De mensen merken de grote onrechtvaardigheden en een kolossale afstand tussen rijk en arm (LLB. 24.07.2019). Een kloof die op wereldvlak blijft bestaan.

Het aantal miljardairs groeit. Om de twee dagen zou er een nieuwe bijkomen. Er zijn de hoge bedragen bij transfers in de sportwereld. Er is zoveel ongelijkheid die de ogen uitsteekt en politieke ontevredenheid uitlokt.

Onrecht en bedrog

Er wordt met geld geknoeid. Dit doet de man in de parabel die Jezus vertelt.

Hij heeft met overleg gehandeld en maakt vrienden door middel van het geld.

Hij wordt er zelfs om geprezen.

Vandaar dat dit wel een heel moeilijke parabel is.

Het is het verhaal van een dubbel bedrog. Het is een misdaadverhaal. Waarin een sluw man met berekening zijn toekomst veilig stelt. “De misdadige rentmeester heeft geen half werk verricht. Hij zette alles op alles. Hij heeft alles geriskeerd en alles ingezet. Dit en alleen dit bewondert Jezus in hem en Hij zegt: als mijn leerlingen nu maar – onder hun voorwaarden – precies op dezelfde wijze tewerk gingen als deze rentmester!” (G. Lohfink, Jezus van Nazaret, p. 181).

Onbetrouwbare rentmeester

Maar de correctie volgt na de parabel, Jezus verwijt de rentmeester dat hij onbetrouwbaar is geweest in het beheren van andermans goed. Dit werd geactualiseerd in de bankencrisis van 2008 en haar nasleep. Kleine gedupeerden zijn er slechter aan toe dan de bazen die nog een riante uitkering bekomen.

In de Schrift wordt het geld niet veroordeeld, maar wel het miskennen van de rechten van de armen. De profeet Amos valt daarom zwaar uit naar hen die armen uitbuiten en verdrukken (Am. 8,4-7). Door op te komen voor gerechtigheid, krijgt de profeet Amos vijanden en wordt hij niet gaarne gezien in het heiligdom waar hij het onrecht aanklaagt. Hij wordt er weggejaagd

.

De psalmist benadrukt dat wij onze hoop niet moeten stellen op macht.

“Vertrouw niet op geweld; oOp iets vluchtigs als geroofd bezit,

Ook al groeien geld en goed, houd je hart ervan vrij” (ps. 62).

De volkstheoloog zegt het op zijn manier: “Geld kwelt, schoonheid smelt.”

Een goede dienaar en een slechte meester

L’argent est un bon serviteur, mais un mauvais maître. Geld is op zich een goed middel zoals zoveel andere goederen waarover de mens beschikt. Het bevordert zijn vrijheid en het schept mogelijkheden. Geld macht zwar nicht glücklich, aber es beruhigt, wenn man rechtzeitig darauf schaut, dass man es hat, wenn man es braucht. Rijkdom werkt echter verslavend (Dossier Goed en kwaad in geldzaken, Tertio 12 juni 2018). Geld blijft een moeilijke zaak. L’argent n’a pas d’odeur. We mogen geen beslag leggen op iets of iemand door middel van het geld. Hoe kan de economie bijdragen tot meer welzijn? Laat ze zich leiden door ethische overwegingen?

De sociale leer van de kerk stelt het algemeen belang voorop. Ze erkent de waarde van de persoon en heeft oog voor een voorkeuroptie naar de armen. Haar drie basisbeginselen zijn: (1) Elk economisch systeem moet bijdragen tot de globale kwaliteit van het leven, het integrale welzijn van de geheel persoon en van alle mensen; (2) de universele bestemming van de goederen en (3) de preferentiële optie voor de armen.

De Catechismus van de Katholieke Kerk bevat enkele paragrafen over de sociale leer van de kerk. “Elk systeem waarin de sociale verhoudingen volledig zouden worden bepaald door economische factoren, is in strijd met de natuur van de menselijke persoon en haar daden” (K.K.K.2423).

Een theorie die van de winst de exclusieve norm en het uiteindelijk doel van de economische activiteit zou maken, is moreel onaanvaardbaar. De ongebreidelde geldzucht zal ongetwijfeld leiden tot rampzalige gevolgen. Het is een van de bronnen van de talrijke conflicten, die de sociale orde verstoren. Een systeem "dat de fundamentele rechten van de menselijke persoon en van groepen opoffert," is in strijd met de waardigheid van de mens.

Elke aan de georganiseerde collectieve productie handelwijze die de personen herleidt tot pure middelen in dienst van de opbrengst, maakt de mens tot slaaf, leidt tot verafgoding van het geld en draagt bij tot de verspreiding van het atheïsme. "Gij kunt niet God dienen en de mammon" (Mt. 6, 24; Lc. 16, 13)” (2424).

“De Kerk heeft de totalitaire en atheïstische ideologieën afgewezen die in de nieuwe tijd met het "communisme" of het "socialisme" verbonden waren. Overigens heeft ze ook in de praktijk het "kapitalisme", het individualisme en de absolute voorrang van de vrije markteconomie op de arbeid, afgewezen.

Wanneer men het economisch leven uitsluitend regelt volgens een gecentraliseerd plan, verstoort men ten diepste de maatschappelijke verhoudingen; wanneer men het uitsluitend regelt op basis van de vrije markt schiet men tekort in de sociale rechtvaardigheid, "want er zijn vele menselijke behoeften die niet door de vrije markt bevredigd kunnen worden"

“Men moet een verantwoorde regeling van de markteconomie en van de economische initiatieven aanbevelen volgens een juiste hiërarchie van waarden en met het oog op het algemeen welzijn” (2425).

Delen in welstand

Paus Franciscus heeft al herhaaldelijk de economische orde ter sprake gemaakt, die slachtoffers maakt bij de armen. In januari 2019 publiceerde het Vaticaan een document van de Congregatie voor de Geloofsleer met overwegingen voor een ethische onderscheiding in het huidige economische en financiële systeem. Het geeft de duidelijke boodschap dat geld niet mag regeren maar moet dienen. “Wat op het spel staat, is het authentieke welzijn van het grootste deel van de bevolking van onze planeet, die het gevaar loopt steeds meer uitgesloten en gemarginaliseerd te worden van de vooruitgang en de reële welstand, terwijl een minderheid onverschillig blijft tegenover het lot van de meerderheid en de immense bronnen en rijkdommen exploiteert en voor zichzelf houdt, stellen de auteurs vast. Het wordt almaar duidelijker dat egoïsme niet loont, maar uiteindelijk iedereen een te hoge prijs doet betalen. Als wij het echte welzijn van allen willen, dan mogen we niet vergeten dat ‘geld moet dienen en niet regeren!’

Het Interdiocesaan pastoraal Beleid wijdde op 2 maart 2019 een sessie aan dit document over economische en financiële vraagstukken met een uitzetting van prof Johan Verstraeten en een inbreng van Geert Janssens, hoofdeconoom van Eion (Etion is een forum voor geëngageerd ondernemen).

Paus Franciscus heeft al een bijeenkomst aangekondigd van Nobelprijswinnaars, van economen en sociale pioniers voor maart 2020 in Assisi onder het motto De economie van Franciscus.

Hoe wonderbaar dat de poverello van Assisi door zijn liefde voor vrouw armoede en zijn zorg om de schepping ons vandaag nog kan aanspreken!

Antoine Rubbens

**************************

Een oude Arabier die zijn levenseinde voelde naderen, verdeelde zijn hele bezit – dat uit zeventien kamelen bestond – als volgt onder zijn drie zonen. Hassan, de oudste zoon, zou de helft van de kamelen krijgen. Mohammed, de tweede zoon, had recht op een derde deel van het bezit van zijn vader. En Mustafa, de jongste zoon, zou een negende deel ontvangen. Langs het dorp waarin de oude Arabier en zijn drie zonen woonden, liep de karavaanroute die de uit Mekka weerkerende pelgrims gebruikten om naar hun stamgenoten terug te keren.

De oude Arabier stierf en zijn erfgenamen poogden het bezit van hun vader eerlijk te verdelen, want zij wilden op diens wilsbeschikking geen inbreuk maken. Zij konden echter op geen enkele manier tot een besluit komen, omdat het getal zeventien nu eenmaal noch door twee, nog door drie, noch door negen kan worden gedeeld. Er brak een heftige broedertwist uit, waarbij elk van de drie broers de ondeelbaarheid van het getal tot zijn eigen voordeel trachtte aan te wenden. Nu wilde het toeval dat zij tot een stam behoorden waarin onstuimigheid en strijdlust hoogtij vierden en het scheelde niet veel of de broedertwist werd aanleiding tot een bloedige strijd.

Op dat ogenblik kwam in de verte een derwisj aangereden die als toegewijd moslim, zittend op zijn kameel, voortdurend de lof van Allah zong, Bij het dorp aangekomen steeg hij af en vroeg bekommerd waarom er tussen de drie broers een twist was uitgebroken. Daarop sprak hij: “Ik ben uit Mekka gekomen en ik bezit niets anders dan mijn kameel, maar Allah heeft mij opgedragen jullie mijn rijdier af te staan, zodat jullie volgens de wil van de gestorvene zijn bezittingen kunnen verdelen. Ik weet zeker dat ik een andere kameel zal vinden waarop ik mijn reis kan voortzetten, want Allah voorziet in al onze noden.”

Deze woorden en het onbaatzuchtige gebaar waarmee deze heilige pelgrim hun zijn rijdier schonk, deed de toorn van de broers bedaren. Zij volgden zijn raad op en begonnen opnieuw het bezit van hun vader te verdelen. De kameel van de derwisj werd naar de kudde gedreven, zodat het aantal kamelen nu niet meer zeventien, maar achttien bedroeg. Zo ontving:

  • Hassan, de oudste, de helft van achttien, dus 9 kamelen
  • Mohammed, de tweede zoon, een derde van achttien, dus 6 kamelen
  • Mustafa. de jongste, een negende van achttien, dus 2 kamelen
  • In totaal: 9 + 6 + 2 = 17 kamelen

Verwonderd zagen de broers hoe de derwisj zijn kameel besteeg, die bij de verdeling was overgebleven, en – nog steeds de lof van Allah zingend – zich gereed maakte om zijn reis voort te zetten. De onverwachte wending die hun lot had genomen deed de broers inzien dat een heilige derwisj hen had bezocht. (Blog Jeroen van der Zwaard).