voorbijgaan aan Gods Boodschap (2010)


Afgelopen week was ik in een kerk, die aan de eredienst onttrokken was. Het gebouw diende niet langer meer als Godshuis. Het deed pijn om een dergelijk stevig gebouw, dat helemaal nog niet aan afbraak toe was, zo troosteloos leeg te zien staan. Ook de pastoor sprak uit dat het hem best veel deed om dit gebouw te moeten sluiten. Er kwamen te weinig mensen naar de kerk toe om hier nog langer de eucharistie te blijven vieren. De oorzaak was niet dat er te weinig mensen woonden, maar het merendeel van de mensen vond andere dingen belangrijker dan het ter kerke gaan. Bij de hoorzitting kwamen een dertigtal mensen opdagen van de zesduizend die woonden in de parochie. Elk draagvlak om dit gebouw in stand te houden was verdwenen. Hiermee werd duidelijk dat veel mensen in onze tijd laten kostbare dingen verloren gaan. Geruisloos verdween het leven uit dit kerkgebouw omdat mensen zich niet meer voedden met de gave van de eucharistie en ook steeds minder de weg van Christus wilden gaan. Zo zijn er veel dingen die gebeuren in een mensenleven zonder dat men er bij stil staat wat er gebeurt.

Zo zag Jezus in zijn tijd dat rijken niet zo erg geïnteresseerd waren in het levenslot van de armen. De Joodse Wet legde de verplichting op het volk om ook de arme en de zwakke te beschermen. Toch stonden velen daar niet bij stil, zoals de rijke. Een rijk man stak veel geld stak in het netjes gekleed zijn. Van iedere dag maakte hij een feestdag. Velen van zijn vrienden kwamen naar hem toe en genoten volop van eten, drinken en plezier. Het viel hun helemaal niet op dat er ook een arme bij de deur zat. Zozeer waren zij bezig met zichzelf. Door geen oog te hebben voor de hulpbehoevende, hadden zij ook geen aandacht voor God. Toen bij het sterven voor de rijke andere tijd aanbrak, zag hij dat de arme rustte in Gods armen, terwijl voor de rijke de rollen waren omgekeerd. Hij leed honger en dorst. Toen de rijke wenste om de arme Lazarus dan naar zijn familie te sturen met het verzoek anders te gaan leven, luidde het antwoord: "God heeft al zo vaak gesproken. Zelfs als een gestorvene naar hun toegaat, zullen zij niet luisteren". Hiermee doelde Jezus ook op zichzelf. Toen Hij verrezen was, vond Hij ook niet altijd gehoor bij de mensen: vroeger niet en nu niet.

Veel mensen beseffen niet wat er voor een gemeenschap verloren gaat bij de sluiting van een kerkgebouw. De kerk, die draagvlak heeft, brengt heel wat in mensen in beweging. Woorden uit de Schrift dwingen je om stil te staan bij je eigen leven. Ze halen ons weg uit een leven, waarin je wordt meegesleurd van de ene naar de andere activiteit. En je nauwelijks toekomt aan jezelf, laat staan aan een contactmoment met God. Kerkbezoek geeft ons kracht om ons gelovig leven te voeden en weerbaar te worden. Niet langer laten wij dingen gebeuren, maar stellen er iets positiefs tegenover. Vrijwilligerswerk wordt vaak geïnspireerd vanuit het geloof. Jezus wil onze ogen richten op datgene waartoe wij bestemd zijn: het leven bij God. Zonder aandacht voor de ander is geloof in God gebrekkig. Iedereen het leven gunnen en degene die werkelijk hulp nodig heeft nabij zijn. Zo'n boodschap komt niet aan bod, waar mensen vrolijk feest vieren. Wel op een plaats waar mensen samen komen om Gods woord en leven te ontvangen. Wat in het kerkgebouw plaatsvindt is geen beginpunt, maar voortzetting van wat in het gezin is gezaaid. Dat wordt samen beleefd wanneer wij als één familie in Christus samen zijn. Mogen wij zuinig zijn op ons kerkgebouw en het blijven beschouwen als een plek waar God en mens elkaar ontmoeten.