En met Lazarus, de arme van weleer

 

Op10 januari 2016 overleed een zanger. Wie er nog nooit over gehoord had maar die dag de nieuwsberichten had gezien en beluisterd, wist bij het einde van de dag dat deze zanger David Bowie heette. Er werd immers uitvoerig over zijn heengaan bericht. Zijn allerlaatste single en allerlaatste clip heeft de naam Lazarus. Deze single heeft wat te maken met het verhaal bij Lucas over de arme Lazarus en de rijke vrek en wellicht ook met dat van Johannes over Lazarus van Bethanië. Wanneer Jezus vernam dat zijn vriend Lazarus ziek was, zei hij: “Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God” (Joh.11,4).

Look up here, I’m in heaven

I’ve got scars that can’t be seen

I’ve got drama, can’t be stolen

Everybody knows me now

Look up here, man, I’m in danger

I’ve got nothing left to lose

I’m so high, it makes my brain whirl

Dropped my well phone done below

Ain’t that just like me?

But the rime I got to New York

I was living like a king

Then I used up all my money

I was looking for your ass

This way or no way

You know I’ll be free

Just like that bluebird

Now, ain’t that just like me?

Oh, I’ll be free

Just like that bluebird

Oh, I’ll be free

Ain’t that just like me?

Hommage

Zijn lied gaat over de arme en hij die rijk was geweest en over de hoop dat hij nu echt vrij kan zijn. Lieve Wouters schreef op het nieuwe Kerknet een veel gelezen commentaar. “Atheïst of niet, David Bowie legde in zijn 69-jarige leven een hele spirituele zoektocht af. Niet gelovig opgevoed, zette hij hele generaties aan het denken over allerlei thema’s, waaronder religie.

Hij leefde als een koning, zegt hij zelf. Maar wel een koning die al zijn geld verspeelde. Bowie verspeelde in realiteit misschien niet al zijn geld, maar wel zijn gezondheid. Hij stierf niet als de genadeloze en ongenaakbare koning, maar veeleer als Lazarus, een kwetsbare mens” (Lieve Wouters David Bowie Lazarus).

Bij een kerkelijke uitvaart in de kerk is de slotzang meestal het lied ten Paradijze. Het lied brengt de arme Lazarus in herinnering.

Lazarus, de arme van weleer die het nu goed heeft bij de Heer.

Maar deze Lazarus, de man en vrouw, verlangde naar een beter bestaan hier op deze aarde. Hij hoopte zowel op een leven vóór de dood als een leven na de dood.

“Voor ons is het erger niet gewaardeerd te worden dan honger te lijden.

Gebrek aan waardering vanuit de kring van machtigen en rijken is trouwens de oorzaak van onze honger, van onze armoede.

Alle minachting voor de arme, alle machtsmisbruik ten aanzien van de kleine, alle discriminatie van de ‘ander’ is oorzaak van onrecht en onvrede.

Hoe kunnen christenen zingen van ‘Vrede op aarde’’, als ze de bouwstenen voor de vrede zelf – het respect voor de ander – zomaar wegwerpen?

(Albert Tévoedjeré uit Benin, Wereldwijd Brevier).

Lucas is de enige evangelist die het verhaal brengt van Lazarus en de rijke vrek. Hij is gekend om zijn sociale inslag. Hij wijst in zijn evangelie de rijken op hun verantwoordelijkheid voor de armen, hier en nu op deze aarde. De rijke in het evangelie wordt niet zozeer aangeklaagd omdat hij rijk is, maar omdat hij de arme die aan zijn poort ligt niets geeft.

Lucas vraagt om barmhartigheid die moet gedaan worden. Vandaar dat deze parabel heel waardevol is in dit jaar van de barmhartigheid.

Tevens bedoelt Lucas met zijn verhaal dat wij nu moeten luisteren naar het woord van God. Wij moeten niet wachten op spectaculaire dingen om ons tot God en het evangelie te bekeren.

Verontwaardigd

Er klinkt in dit evangelie iets door van de verontwaardiging die Amos had verwoord (Amos, 6,1-7). De Bijbel koestert de droom dat er in Israël geen armen zouden zijn (Deut. 15,4). Profeten zoals Amos protesteren tegen de miskenning van de armen. Onrecht tegenover de medemens is een vergrijp tegen het Verbond van God. Jezus ondersteunt deze stem van de profeten. Mozes en de profeten spraken luid genoeg zodat niemand van de doden moet opstaan om ons wakker te schudden

Jezus stelt de rijke aan de kaak die de arme onmenswaardig behandelt. De uitroepen van Amos en Jezus zijn een gewetensonderzoek naar ons omgaan met armen. Deze zijn nog altijd onder ons. Ondanks vele jaren van armoedebestrijding is de armoede niet verdwenen. Wij zien bedelaars op de straat. Wij weten van nieuwe noden door de komst van duizenden vluchtelingen. Wij horen over en voelen zelf de bestaansonzekerheid. Elke dag worden ons rapporten aangereikt van de OESO en andere organisaties en lezen wij over de al te grote verschillen.

In zijn sobere beschrijving van Lazarus geeft Jezus bij Lucas weer wat tot op onze dagen geldt: de arme is niet alleen degen die onvoldoende inkomsten heeft maar is tevens gekwetst in andere levenswaarden. Hij is gehinderd in zijn gezondheid en hij wordt veracht. Lazarus is een arme, hij is ziek (met zweren bedekt), honden worden op hem losgelaten. Ziek maakt arm en arm maakt ziek. Een van de leuzen en actiepunten van Welzijnszorg, die ook buiten de adventstijd actief blijft.

Een maatschappij met kloven

De bijbels parabel over de feestvierende rijke en de arme Lazarus is al vaak toegepast op de grote kloof op wereldvlak tussen de consumptiebeschaving enerzijds met goederen in overvloed en de landen anderzijds waar in brede lagen honger wordt geleden en veel mensen dagelijks sterven van ondervoeding en ontbering. Paus Franciscus en patriarch Kyrill hebben er de aandacht op gevestigd in hun gemeenschappelijke verklaring bij de historische ontmoeting in Havana.

“Onze blik is ook gericht op hen die ernstige problemen ondervinden, die in extreme nood en armoede leven terwijl de materiële weelde van de mensheid toeneemt. We kunnen niet onverschillig blijven om het lot van miljoenen migranten en vluchtelingen die aankloppen bij rijke landen. Het onverbiddelijke consumentisme van sommige meer ontwikkelde landen put langzaam maar zeker de grondstoffen van onze planeet uit. De toenemende ongelijkheid in de verdeling van materiële goederen doet het gevoel van onrechtvaardigheid van de ontstane internationale orde toenemen.” (Verklaring, 17).

De keuze van Jezus

Jezus kiest in het evangelie voor de arme Lazarus. Deze heeft een naam terwijl de rijke hier naamloos is. Binnen de kerk, onder invloed van de Latijns-Amerikaanse christenen wordt nu vaker opgeroepen tot een ‘bewuste preferentie, niet-exclusieve voorliefde voor de armen en de weerlozen’. Een roep die paus Franciscus gehoord heeft en voortdurend versterkt.

Jezus spreekt heel harde taal in het evangelieverhaal van de rijke man en de arme Lazarus. Hij klaagt aan en roept op. Wij kunnen niet zo rustig blijven bij dit evangelie want het betreft onszelf. Behoren wij tot de familie van de welvarende man die elke dag feest kan vieren? Zijn wij lotgenoten van de arme Lazarus? Of zitten wij tussen beiden?