33° Zondag (2013)

"Het is altijd goed om de dingen in stereo te horen" zegt een vriend van mij altijd. En zo is het. "In stereo" - van twee kanten, minstens, liefst nog van meer kanten, want wij leven in de tijd van de quadrofonie en van de "rondom"-geluidstechniek. Het is goed om naar vele stemmen tegelijk te luisteren - als je kunt... "Het is altijd goed om de dingen in stereo te horen." Ja, zo is het.

Een paar weken terug stond er een groot interview in de krant met de één of andere wijsneus die precies meent te weten wat er aan onze kerk niet deugt en waar het met diezelfde kerk heen zou moeten. "Kerken zijn een soort musea geworden" stond er boven dat interview. Vanuit Engeland schreef mijn en onze dierbare vriend zo mag ik wel zeggen pater Gregory Brenninkmeijer S.J. mij naar aanleiding van dat interview. Hij schreef, pater Gregory, óók in verband met het aantreden van onze nieuwe paus Franciscus: "Is de kerk een museumstuk geworden? Voor een groot deel is dat zo. Maar er zijn weinig instellingen tegenwoordig zo populair als musea. Ze springen overal als paddenstoelen uit de grond en verheugen zich in een geweldige belangstelling. We brengen er onze meest waardevolle spullen onder, die we niet willen laten verpletteren door de wereld van vandaag. Veel van onze kerk hoort daar thuis. Maar de levendige, pijnlijke, soms hatelijke, soms hartverwarmende discussie die is losgebarsten speelt zich niet in het museum af. Die speelt zich af in de wereld van de mensen die geloven en niet geloven, die getraumatiseerd zijn en gesterkt en die zich allemaal bewogen voelen door deze paus Franciscus die het evangelie wil leven temidden van de mensen en daarmee bijna dagelijks de voorpagina's haalt. We leven in een bewogen en beweeglijke tijd. Ik wens je veel moed en vreugde en niet al te veel angst. Gods beste zegen moge je begeleiden." Tot zover pater Gregory. Hartverwarmende woorden. Woorden waar je wat aan hebt omdat ze je "een hart onder de riem steken" zoals dat heet.

De kerk een museum. Ja of nee? Wie zal het zeggen? En is dat goed of niet goed als de kerk zich ontwikkelt in de richting van een museum? Opnieuw: wie zal het zeggen? We hebben daarover misschien allemáál wel wat te zeggen en ons zegje te doen.

- "Maar wat je daar ziet", zegt Jezus in het evangelie van deze zondag, "maar wat je daar ziet: er zal een tijd komen dat er geen steen op de andere gelaten zal worden: alles zal verwoest worden." Jezus spreekt over de tempel in Jeruzalem waar allerlei mensen vol bewondering naar kijken als ze zien hoe die tempel "daar prijkte met zijn fraaie stenen en wijgeschenken." Er bevinden zich allemaal mooie dingen aan en in die tempel. En de mensen zwijmelen daarover. Het is een bekend sentiment. Ook wij kunnen zeer verrukt zijn over allerlei aspecten van onze eigen tempel hier. "Maar wat je daar", en ook hier!, "ziet: er zal een tijd komen dat er geen steen op de andere gelaten zal worden: alles zal verwoest worden."

Zo. Die zit. Dat we het maar weten. Wij koesteren ons dierbaar bezit, ons dierbaar erfgoed dat vanuit het verleden, vanwege onze ouders, grootouders, overgrootouders enzovoort; dat vanuit dat verleden nu in onze handen ligt. De liefde en moeite waarmee ons voorgeslacht het allemaal met vaak grote persoonlijke offers ook heeft opgebouwd, bijeengebracht en geschonken, die liefde leeft ook in ons, maar toch... "er zal een tijd komen dat er geen steen op de andere gelaten zal worden: alles zal verwoest worden."

Denk dan maar aan wat we op dit moment in de Filippijnen zien gebeuren. Die Filippijnen ken ik in zekere zin heel goed al ben ik er dan persoonlijk nooit geweest, maar in de andere kerk huist sinds enkele jaren ook een Filippijnse katholieke gemeenschap. Elke zondag hebben zij om twee uur hun mis, in het Engels en in het Tagalog. En dat zingt, dat jubelt en dat juicht de hele middag door tot aan de avond. Geweldig lieve en beschaafde mensen die Filippino's. En super-katholiek! Maar hoe vreselijk getroffen nu. Er lijkt, inderdaad, in de getroffen gebieden wel geen steen op de andere gebleven. Alles lijkt wel verwoest. Zoveel doden. Zoveel vermisten. Zo'n grote nood. Gisteren was ik in de kathedraal en de bisschop had 't erover dat er vandaag in onze kerken gecollecteerd zou worden voor de Filippijnen. Ik denk dat ik iets gemist heb, want ik heb daarover eerder niets vernomen. Wij hebben hier zo'n collecte niet georganiseerd. Maar dat hoeft ons er natuurlijk niet van te weerhouden om zo'n collecte wél te houden. Mag ik aan de aanwezige leden van ons collectanten-college Sint-Stefanus vragen om zich na afloop van de viering bij de uitgang van de kerk op te stellen en ons allen in de gelegenheid te stellen om onze portemonnee leeg te kieperen in het kader ván zo'n extra collecte?

Die grote nood op de Filippijnen vráágt om een zo groot mogelijke betrokkenheid van ons. Stel je maar eens voor hoe het zou zijn als wijzelf door zo'n ramp getroffen zouden worden. Dan hopen wij ook dat men vanuit het buitenland ons te hulp schiet. U weet: hier in Holland wonen wij op de bodem van een soort badkuip en de zeespiegel stijgt dus hoe veilig zijn wij eigenlijk achter die duinen en dijken van ons? En als het geen verwoestende watersnoodramp is die ons zal treffen, dan kan het ook iets anders zijn. Het evangelie van deze zondag grossiert in allerlei ellende waardoor mensen getroffen kunnen worden. Het spreekt over "oorlogen en onlusten", van "strijd van volk tegen volk", "van koninkrijk tegen koninkrijk", van "hevige aardbevingen", "hongersnood" en "pest", maar ook van het "vastgrijpen" en "vervolgen", het "overleveren" en "gevangen zetten" van mensen "omwille van mijn naam" zegt Jezus. Dan gaat het dus om godsdienstige tegenstellingen, om religieuze onverdraagzaamheid en geloofsstrijd. "Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn naam." "U zult zelfs door uw ouders, uw broers en zusters, uw familie en vrienden worden uitgeleverd" zo staat er... Het is me allemaal wat. En dit soort geloofsellende lijkt voor ons in het huidige Holland misschien allemaal ver weg, maar van de andere kant kunnen ook wij ons misschien wel voorstellen dat waar en in wie wij geloven werkelijk onder druk kan komen te staan zoals we dat elders op aarde zien gebeuren. Onze geloofsgenoten in het Midden-Oosten hebben het echt geweldig moeilijk in deze tijd. En we kunnen helemaal niet uitsluiten, zo denk ik, dat ook wij in onze streken daar meer mee te maken krijgen.

Wat is ons christelijk geloof, wat is jouw God, wat is Jezus jou werkelijk waard? Hoe ga je ermee om, hoe ga je met Hem om, in verband met je familie bijvoorbeeld? Dobber je maar zo'n beetje mee op de stromen van het luxe leven en van de wellness of durf je ook nog ergens voor te stáán? En wáár sta je dan voor? Wat is de inhoud van jouw geloof? Staat of valt die inhoud mét de stenen en de mooie spulletjes van het kerkgebouw? Wat als je dááraan jezelf niet meer kunt vasthouden en optrekken? Wat als de kerk eventueel dicht gaat of afgebroken wordt of als daar áán of daar ín dingen ingrijpend veranderen? U denkt misschien: nou, dat zal mij, dat zal ons hier niet gebeuren. Wij zitten hier gebeiteld. Ja... maar op allerlei plekken in Nederland maken de mensen, maken onze geloofsgenoten het wél mee. De kerk in de buurt of op 't dorp gaat dicht. En stopt dan ook het geloven? Dat geloof van ons, heeft dat behalve een buitenkant, stenen, wijgeschenken; is er behalve die buitenkant ook een binnenkant?

Gaat het om het huis, dit huis? Of gaat het om de bewoner van het huis? Gaat het om deze kerk en dat alles er eventueel zoveel mogelijk blijft zoals het was, zoals wij het hebben leren kennen? Of gaat het om de Heer die wij op deze gezegende plek ontmoeten en ontvangen, die hier bij ons binnenkomt langs de weg van onze oren en onze ogen en onze mond? Gaat het om de stenen of gaat het om Jezus die ons beleeft en die ons beweegt? Una chiesa che si chiude in se stessa e il passato (...) è una chiesa che tradisce la propria identità. "Een kerk die zich opsluit in zichzelf en in het verleden (...) is een kerk die haar eigen identiteit verraadt." Aldus Paus Franciscus tijdens zijn algemene audiëntie op 16 oktober jongstleden. "Een kerk die zich opsluit in zichzelf en in het verleden (...) is een kerk die haar eigen identiteit verraadt." Zó'n kerk willen wij dus niet zijn. En hoe kunnen wij daarvoor zorgen? Ik denk veelgeliefden: daarvoor zorgen wij niet zelf. Nee. Hij, Jezus, moet het doen. Hij moet het doen, Hij in ons. Het enige dat wij hoeven doen is: mééwerken door inderdaad onze oren en onze ogen en onze mond zo wijd mogelijk te openen voor wat Hij ons wil laten horen en wil laten zien en voor het voedsel dat Hijzelf voor ons is geworden in het allerheiligst sacrament van Zijn Lichaam en Zijn Bloed.

Dan komt 't goed. Dan hoeven we ons nergens zorgen om te maken. Dan zal Hij, Jezus zelf, als er in de familie allerlei toestanden zijn bijvoorbeeld; dan zal Jezus ons een taal en een wijsheid ingeven die geen van onze tegenstanders zal kunnen weerstaan of tegenspreken. Dat is wat Jezus ons in het evangelie vandaag toezegt. "Geen haar van uw hoofd zal verloren gaan" zegt Hij - ook al stort bij wijze van spreken onze hele wereld in zoals op de Filippijnen.

Je moet alles in stereo horen. Is onze kerk een soort museum? Of is het geen museum? En zo ja, is het dan goed om een museum te zijn of niet?  "We brengen er onze meest waardevolle spullen onder, die we niet willen laten verpletteren door de wereld van vandaag. Veel van onze kerk hoort daar thuis." Dat zei pater Brenninkmeijer. En Ik denk: op die manier is het goed om als mens zélf en om ook als gemeenschap sámen een museum te zijn. Breng in jezelf en in ons samen de waardevolle dingen van het geloof onder, de dingen die je en die wij niet willen laten verpletteren door de wereld van vandaag. Bewaar die dingen, koester ze, leef er uit. Lééf die dingen en maak ze tot heden. Amen.