Bewogen blijven in Gods naam

Lieve mensen,

Vorige vrijdag werd de drie maanden lange tentoonstelling Ad id Temporis van Angela Glajcar afgesloten met een orgelconcert van Nicolas de Troyer.
Het was niet zomaar een concert. Nicolas de Troyer bracht een eigen compositie geïnspireerd door ‘de prachtige wit papieren installatie'. En bracht daarnaast ook werken van Bach, Messiaen en Mendelssohn....
Wie er kon bijzijn heeft genoten van de klanken, van de muziek en van Nicolas aan 't werk te zien...
Wie er kon zijn heeft op 't eind van elke bewerking het slotakkoord gehoord en gezien....
En heb je dat, als niet muzikant zijnde, ook al eens proberen te ontrafelen? Zo één slotakkoord op een orgel? Je ziet die Nicolas dan, met zijn twee handen en twee voeten, zo ongeveer vijftien noten tegelijk aanslaan om dat éne slotakkoord te laten klinken.
Weinigen of geen toehoorders kunnen al die noten die op dàt moment aangeraakt worden en die je dus als luisteraar hoort, benoemen zonder er één over te slaan.
Het is zo op mekaar afgestemd door de componist, het is zo fijn in mekaar gestoken, dat wij genieten van de mooie klank als geheel zonder ooit te beseffen wat die opbouw of die ontrafeling allemaal inhoudt.

Zo kijk ik vandaag ook een beetje naar deze Drievuldigheidszondag.
Deze drievuldigheidszondag is een van de ideeënfeesten die de Kerk viert. Dit wil zeggen dat het geen feestdag is die teruggaat op het Evangelie.
Het is een theologisch feest, bedacht om een bepaalde theologie, ideologie, voet aan de grond te laten krijgen.
In dit feest klinkt door wat voor de jonge Kerk van grote waarde was : God is een geheim, God kun je niet kennen, niet in één, niet in twee zelfs niet in drie personen.
Te onderscheiden zijn ze, niet te scheiden.

Door de eeuwen heen werd het godsbeeld uitgezuiverd, door de eeuwen heen werden mensen bewust dat de zon, de maan, de orkanen en vulkanen, geen goden zijn.
Door de eeuwen heen werden de mensen bewust dat er slechts één God is en die heel betrouwbaar is. Dat er maar één God is en dat de mensen zijn troetelkinderen zijn.

Zo horen we in de mooie poëtische spreuken hoe de wijsheid spreekt over God.
Hoe God er al was vóór de oceanen, de bergen en de bronnen van overstromend water... Toen de fundamenten gelegd werden van de aarde was de wijsheid al aan de zijde van de Kunstenaar en speelde zij al dag na dag voor Zijn aangezicht... het was alsof men een bepaalde kant van God als een afzonderlijke persoon ging zien... en als je het boek van de spreuken leest en vrouwe wijsheid tegenkomt lijkt ze me veel trekjes te hebben van de in de later besproken H.Geest.
Beiden de creatieve raadgevers in het scheppen, in het scheppen van gedachten, de bemiddelaars tussen God en mens.

God aan het begin van alles, aan het begin van alle zin.
Er is geen tegenstelling met de evolutietheorie van Darwin. Deze theorie gaat over ‘hoe' de schepping evolueert. Het is het domein van de wetenschap.
De verhalen uit de bijbel hebben het over ‘de zin' over het ‘begin van de zin' dat nog steeds opnieuw begint, iedere morgen opnieuw.

Er zit een grote beweeglijkheid in. God die beweeglijk is en tegelijkertijd om mensen bewogen.
Hij spreekt tot Mozes in een brandende braambos. Mozes vraagt wie Hij is en Hij zegt: 'Ik ben die ben, Ik zal er zijn' om jouw volk te redden....
Ook vandaag trekken mensen Hoopvol weg onder de onderdrukking uit.
Begeesterd vertrekken zij, een laaiend vuur in hun binnenste doet hen vertrekken. Met woorden als Vuur, Adem, Licht, Hoop, Belofte, Verlangen en Voltooiing, vertrekken zij. Ze blijven zoeken naar een veilige plek en tasten naar een God die niet ver weg is en met hen meetrekt.

En na Mozes, het beloofde land en de Ballingschap komt Jezus ten tonele.
In de mens Jezus komt die God van belofte aan licht, wordt Hij vlees en bloed, krijgt Gods bewogenheid om mensen; handen en voeten.
En de Geest die Jezus bezield is adem en zachte bries.
De Geest die Jezus bezielt doet Hem zijn wie Hij is, doet Hem zijn, zoals wij Hem leren kennen doorheen de evangelieverhalen. Die Man die altijd onderweg mensen uit het slop haalde, die Man die altijd onderweg opkwam voor rechtvaardigheid en vrede. Die Man die altijd onderweg bewogen werd door de miserie van mensen waaruit Hij hen optilde. Die Man die altijd opnieuw de diepste Kracht in mensen naar bovenhaalde en ze hen teruggaf om verder te trekken op de nog ongebaande wegen vol van hoop.
De Geest die Jezus zo bezielt haalt ook zijn volgelingen, zijn apostelen uit het slop, uit hun te neergedrukt zijn. Die Geest wekt hen op uit hun verdriet en verslagenheid, om na verloop van tijd zoals Jezus schitterend voor de dag te komen...

Dit feest van de H Drie-eenheid, werkt als dat slotakkoord van het orgelconcert.
Het is het slotakkoord op wat de liturgie ons aanreikt van de adventtijd tot Pinksteren!
Al die bijbelse verhalen kunnen het geheim niet grijpen, niet weten en niet vastleggen. Ze willen alleen maar meegaan in de bewogenheid van een God de Vader die Stem krijgt in de Zoon en warmte door de Geest.

Die bewogenheid drukken we al eeuwen uit in het kruisteken.
Met dat simpele gebaar - het teken van het kruis - kunnen we het dikwijls uithouden, kunnen we het volhouden met elkaar omwille van de gerechtigheid, de vrede en de heelwording van Gods lieve schepping.
Met dat simpel gebaar - het teken van het kruis - kunnen we elkaars verleden aanvaarden, proberen we elkaars heden te begrijpen en mogen we hopen op elkaars toekomst.
Het hele verhaal van God met de mensen, van God met ieder van ons, van God die mensen aan mensen heeft toevertrouwd - in het verleden, nu en de toekomst - komt samen in deze drie-ene God.

Moge we allen, alle dagen opnieuw, bewogen blijven in Gods naam, Vader, Zoon en H. Geest.