14e zondag door het jaar (1998)

"Gaat dan", zei Jezus, ".... In welk huis je ook binnengaat, laat uw eerste woord zijn: vrede aan dit huis! ..... Gaat niet van het ene huis naar het andere; in elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt, eet wat u wordt voorgezet, geneest de zieken die er zijn en zegt tot hen: 'Het Rijk Gods is nabij'".

Het is toch wat. Jezus zond zijn leerlingen op pad met deze opdracht: "... zegt tot hen: 'Het Rijk Gods is nabij'". Hij deed dat bijna tweeduizend jaar geleden. Dan mag je na zoveel jaren je nu toch afvragen of het wel klopte wat Hij zei: "Het Rijk Gods is nabij", of Hij zich niet heeft vergist.

Natuurlijk, als je met het winnen van de WK-voetbal de koning te rijk bent, en sommigen zijn dat, dat is het gemakkelijk, dan is er elke vier jaar wel een land waar koning voetbal de heerschappij viert. Maar als je kunt zien wat dat koningschap in sommige landen teweegbrengt, dan is dat toch iets anders dan het Rijk waarover Jezus spreekt. Spelers die de wedstrijd verliezen zijn soms hun leven niet veilig.

Als nu iemand zou zeggen dat God het wel erg rustig aan doet met de komst van zijn Koninkrijk, dan lijkt dat menselijk gesproken waar. Stel dat er iemand bij u voor de deur staat die zegt: "Het Rijk Gods is nabij". Hoe zou u reageren? - Daar heb je er weer zo een - . "Het spijt me, wij hebben dat niet nodig. Tweeduizend jaar geleden zeiden ze dat al, maar het is er nog steeds niet".

Wat zou voor de gemiddelde wereldburger het Rijk Gods betekenen? Vrede en veiligheid? Gezondheid en een goed inkomen? Harmonie in het gezin? Een goede verstandhouding; tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen, grootouders en kleinkinderen? Wat zou voor ons het Rijk Gods zijn? Een nieuw vaccin, zodat AIDS de wereld uitgaat? Een grote vondst tegen kanker zodat bestraling, operatie en chemotherapie niet meer nodig is? Nieuwe behandelingen die MS, Reuma, Parkinson, Alzheimer, en zoveel andere vrijwel ongeneeslijke kwalen naar de geschiedenis verwijzen? Wat zou voor u het Rijk Gods zijn? Respecteren van de mensenrechten in alle landen van de wereld. Een rechtvaardige verdeling van voedsel, zodat niemand tekort komt? Uitbannen van kinderarbeid, zodat onderwijs en ontwikkeling binnen ieders bereik komt? Uitbanning van iedere vorm van discriminatie, of het nu gaat om man-vrouw, huidskleur of sociale positie?

Het Rijk Gods is nabij. Gelooft u er nog in? Als we eindelijk een stap in de goede richting lijken te zetten, gebeurt er iets waardoor we eeuwen in de geschiedenis lijken terug te vallen. Deze eeuw is nog altijd een van de bloedigste en meest gruwelijke van de gehele mensengeschiedenis; van volkerenmoord en concentratiekampen, tot atoombommen en etnische zuiveringen. Als ze eindelijk een middel tegen AIDS hebben, is er alweer een nieuwe resistente mutatie ontstaan. Mensen worden steeds ouder maar steeds meer verkommeren er ook in eenzaamheid. Waar blijft het Rijk Gods?

In de eerste eeuwen van onze jaartelling kwamen er Romeinse soldaten via zee hier in de buurt aan land, sommigen van hen brachten de eerste sporen van het Christelijk geloof met zich mee. In de 4e eeuw werd Servatius (gestorven in 384) in Limburg de eerste bisschop in de lage landen. In de 7e en 8e eeuw werkten hier Willibrord (658-739) en Bonifatius (675-754). In 1198 werd hier in de Poel een kapel gebouwd. In 1647 werd Frans Verburgh hier pastoor. Zij en vele anderen hebben erin geloofd, zij geloofden dat Woord van Jezus over Gods Koninkrijk. En zij hebben gedaan wat in deze lezing door Jezus werd opgedragen.

Maar wat geloofden zij? We hebben ons afgevraagd wat het Rijk Gods voor ons, anno 1998 misschien betekent. Maar wat betekende het voor hen en wat betekende het voor Jezus?

Ons geloof is een wonderlijk iets. Jezus gaf als opdracht: "... geneest de zieken die er zijn en zegt tot hen: Het Rijk Gods is nabij". Dat zijn twee dingen en het Christendom heeft die twee aspecten altijd in zich gehad. Het natuurlijke, zoals zieken genezen, hongerigen voeden, naakten kleden. En het bovennatuurlijke: De relatie met God, ons innerlijk; het Rijk Gods is nabij. Waar zit dan ons probleem? Dat het eerste, het lichamelijke steeds de grootste aandacht krijgt. Maar het gaat Jezus niet in de eerste plaats om ons lichaam maar om de ziel.

Kijken we naar de laatste regel van het Evangelie, dan wordt het duidelijk. Niet onze macht, onze invloed, ons succes is het waar het om gaat, zelfs niet als wij macht over alle kwade structuren en boze geesten hebben. Wat moet onze vreugde dan wel zijn? Jezus zegt het aan het einde van deze lezing: ".... maar verheugt u, omdat uw namen staan opgetekend in de hemel". Met andere woorden: weest blij dat jouw naam staat opgetekent in het hemelse bevolkingsregister. Of met een ander beeld, dat God jouw naam heeft geschreven in de palm van zijn hand (Jes. 49-16).

Het probleem met het Rijk Gods is hetzelfde probleem als de persoon van Jezus Zelf. Mensen hadden altijd een heel ander beeld van de Messias. Toen Jezus dus kwam, werd Hij door slechts weinigen herkend en erkend. Zo is het ook met het Koninkrijk van God. Zoals Johannes de Doper zei: onder u staat Hij die gij niet kent (Joh. 1, 26), zo zegt Jezus: Het Rijk van God is midden onder u. Ge kunt het niet zien, ge kunt het niet aanwijzen (vgl. Lc. 17, 20-21).

Wat wij hier in de Mis doen is; het onzichtbare in zichtbare tekenen vieren. Dat onzichtbare Rijk van God, wordt niet zichtbaar in landen of technieken, maar in mensen en in tekenen. Het Woord van Jezus dat we telkens spreken na de woorden over brood en beker, geven dat aan. Het is Jezus' opdracht: Doet dit tot mijn gedachtenis. We doen het hier, als we zijn levensgave, zijn Nieuwe Verbond vieren in de Eucharistie, de Mis. We doen het thuis als we zijn Woord in de praktijk brengen.

Dan wordt ook Gods Koninkrijk, het Rijk Gods zichtbaar. Hier in het midden van ons samenzijn, in de Tekenen die wij vieren, de Sacramenten van zijn Aanwezigheid. Thuis, als in alles wat wij doen zichbaar wordt dat Hij in ons leeft, dat wij leven door Hem.

"Gaat uit, ... geneest de zieken die er zijn en zegt tot hen: Het Rijk Gods is nabij". Het is echt nabij, in uw mond in uw hart, in uw handen en voeten. Hier in wat we ontvangen, thuis in wat wij doorgeven. De Blijde Boodschap van het Rijk Gods is niet tweeduizend jaar weggebleven, is niet ‘tweeduizend-jaar-wachten-tot-het-eindelijk-komt'. het is al tweeduizend jaar doorgegeven, door hen die het begrepen hebben. Daar mogen wij in meedoen. Door eruit te leven, door het te doen. Dan zullen ze over tweeduizend jaar ook onze namen toevoegen aan die rij met: Servatius, Willibrord, Bonifatius, Frans Verburgh en zoveel anderen. Amen.