14e zondag door het jaar (2004)

Beste dorpsgenoten,

Eerst lees ik u een stukje voor uit de krant van gisteren:

Voor een wetenschappelijk onderzoek in de medische sector in Italiƫ werden een aantal families in een klein dorpje uitgenodigd mee te werken. De ouders van 74 kinderen in de leeftijd van zes tot twaalf waren bereid hun kinderen een week lang bij de TV en de computer weg te houden. Zo de ouders van de 7-jarige Gilberto. Zij vonden het heerlijk zonder TV: "Als Gilberto TV kijkt moeten we uit de buurt blijven. Want o wee als we storen tijdens een tekenfilm. Nu heeft hij ontdekt dat het ook leuk kan zijn om met ons te spelen," vertelde moeder Vanessa. Vader Daniele zei: "We hebben de TV altijd aanstaan tijdens het eten en kijken dan ook. Maar zonder TV praatten we echt aan tafel: ik heb een zoon teruggekregen!"

U ziet het: ook in de krant staat goed nieuws!

In de eerste lezing heeft u een stuk gehoord uit het laatste stuk van het bijbelboek dat aan Jesaja wordt toegeschreven. In feite is een het verzameling van uitspraken van allerlei profeten. Sommigen voorspelden dat het mis zou gaan met Jerusalem, anderen trokken met de bevolking in ballingschap naar Babyloniƫ en probeerden de moed er in te houden en tenslotte anderen die met de ballingen terugkeerden en hun prachtige en geliefde stad Jerusalem terugvonden als een wildernis.

Het stuk dat u gehoord heeft, klinkt als het gedicht van iemand die verliefd is op zijn stad: Jerusalem zoals het nog steeds vol glorie oprijst in het hart en de dromen van de dichter. Niet een uitgemergelde, verhongerde en vernederde vrouw zoals we ze bijna elke dag op TV beelden uit Afrika zien, maar een mooie, sterke, jonge moeder die in staat is haar kinderen de borst te geven. Zij voedt haar moedeloze kinderen, de ballingen, met vreugde en troost. Haar kindern proeven bemoediging en ondervinden haar trouw.

Kennen wij in het nieuwe Europa ook zo'n beeld? Iets dat ons laaft, vertroetelt en troost, om woorden uit de lezing te gebruiken?.

Dan het evangelie waarin we horen dat Jezus 72 leerlingen er op uit stuurt om te verkondigen dat het Rijk Gods nabij is.

In de dromen en de verwachtingen van veel predikanten moet iedereen die gelooft in Jezus zo ook op stap gaan en het goede nieuws, dat is: het evangelie, verkondigen.

Er moet verkondigd worden! In de kerk praat ik, buiten de kerk praat iedereen in zijn of haar mobieltje.

Toen ik het verhaal in de krant las, dacht ik: zo gaat het in de kerk ook! Er wordt verkondigd maar samen praten en naar elkaar luisteren? Daar is geen plaats voor. Juist zoals TV een gesprek onmogelijk maakt. En toch lijkt het er op dat iemand er vaak beter van wordt als er naar hem geluisterd wordt dan als er tegen hem wordt aangepraat.

En zo vroeg ik me af: Zou het niet de moeite waard zijn als ik naar u zou luisteren, naar wat u op het hart heeft, b.v. met betrekking tot de toekomst van de kerk Want als er met aandacht naar je geluisterd wordt, houdt dat in: jij bent de moeite waard, jij telt mee, je verdient het dat ik naar jou luister. Dat hoort ook bij het goede nieuws: niet alleen dat het Rijk Gods nabij is, maar dat jij daar ook bij hoort. En dus ook: dat jij recht van spreken hebt, Niet alleen buiten de kerkdeuren, in weer en wind, maar ook binnen de kerkdeuren of als het kerkelijke onderwerpen betreft.

Ik weet niet hoe dat te verwerkelijken is, maar het verdient wel een plaats te hebben als een belangrijk onderdeel in de verkondiging van het Rijk Gods.

Echt goed nieuws is: woord en wederwoord, niet alleen als schapen luisteren maar ook zelf je zegje doen. U kunt er op rekenen dat er naar u geluisterd zal worden.

Moge daar ook iets van komen!