gastvrijheid 2010


In een naburig dorp wordt tot op de dag van vadaag het verhaal verteld van een pastoor die graag rondom het middaguur bij mensen op bezoek kwam. Meestal stonden op dat tijdstip de pannen dampend op het vuur. Bij sommige mensen keek hij zelfs even onder het deksel wat de pot schafte en gaf zijn smaakpupillen de vrij loop. "Mmmm .... wat ruikt dat lekker". In veel gevallen werd hij ook uitgenodigd om een hapje mee te eten. Iets wat in onze tijd niet meer vanzelfsprekend is. Door de kleine gezinnen is de hoeveelheid eten vaak nauwkeurig bemeten en wordt niet gerekend op onverwacht bezoek. Bovendien is het middaguur vaak niet meer het moment waarop men de warme maaltijd gebruikt, maar een tijdstip tegen de avond. Velen zijn overdag niet thuis omdat beiden ouders werken. Wie op bezoek wil komen kan het beste van te voren een afspraak te maken. Dan weet je dat je welkom bent.

Toch kom je nog bepaalde mensen bij wie gastvrijheid hoog in het vaandel staat. Ze vinden het geweldig om de gast van eten en te drinken te voorzien. Dat geeft meteen een thuisgevoel. Maar nog belangrijker is het gesprek dat je met elkaar voert over allerlei onderwerpen. Door gedachten met elkaar uit te wisselen leer je elkaar beter kennen en wat nog belangrijker is waarderen. Iemand komt heel anders over dan hij of zij op het eerste gezicht leek te zijn. Naar de ander kunnen luisteren, maar ook zelf je gedachten en vragen naar voren brengen, hoort wezenlijk bij gastvrijheid.

Bekend is het verhaal van Maria en Martha. Martha is de bezige bij het vooral blangrijk vindt dat het huis goed op orde is, dat de gast op een gemakkelijke stoel zit en voldoende te eten en te drinken heeft. Zij is een doe-type die altijd bedrijvig is. Gastvrijheid betekent voor haar: zorgen dat de ander het goed heeft. Maria is op een andere manier gastvrij. Zij zit bij Jezus en luistert naar wat hij te vertellen heeft. Voor haar is aandacht heel erg belangrijk. Dit laatste is ook heel wezenlijk. Ik kan mij herinneren uit de eerste tijd van mijn priesterleven dat ik wel eens tegen de avond warm moest eten. In de keuken kon ik bij de keukenzuster het eten halen. Het was prima verwarmd in de magnetron. Maar nog belangrijker vond ik de houding van een andere zuster in het verzorgingshuis. Zij kwam er even gezellig bij zitten en aan haar kon je vertellen kon hoe de dag verlopen was.

Nog steeds komt Jezus bij ons op bezoek in de geloofsgemeenschap die wij samen vormen. Ook bij ons zijn er mensen die altijd bezig zijn. Echte doe-mensen die ontontbeerlijk zijn. De hele dag zijn zij bezig met werk dat heel belangrijk is. Hun motto is: een paardentand en een vrouwenhand mogen nooit stil staan. Anderen zijn wat nadrukkelijker bezig met wat Jezus ons te zeggen heeft. Jezus' woorden proberen zij over te brengen naar allerlei groepen mensen: kinderen, jongeren en volwassenen. Bij droevige gebeurtenissen en blijde gebeurtenissen spreken zij hun woord mee vanuit datgene wat zij van Jezus vernomen hebben. Door hun contact met Jezus bezielen zij andere mensen bezielen met het woord van de Heer. Ook hun inbreng hoort bij het leven van de geloofsgemeenschap.

De grootste gastvrijheid die wij Jezus kunnen geven vindt plaats in de eucharistie. Wanneer Hij in de communie bij ons komt, is dat voor ons een geweldig moment. Hij is niet zo maar iemand die op bezoek komt. Hij is een godsgeschenk die ons leven voedt met zijn bestaan. Om Hem te ontvangen in de geest van Martha is zorgen voor een mooie verzorgd altaar met brandende kaarsen. En mooie kleding. Maar wat nog net zo belangrijk is: een ontvankelijk hart dat Jezus toelaat in onze bestaan. Mogen wij op die manier Gods Zoon heel vaak bij ons gastvrijheid betonen.