3e Paaszondag C

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Op velerlei wijzen toont zich de Verrezene, aan de vrouwen, aan de Apostelen, aan de leerlingen. Hij toont zich aan enkelingen, aan groepen en aan hele massa's, 'aan vijfhonderd broeders tegelijk', zal Paulus schrijven aan de Korintiërs. Door alle tijden heen is Hij aan kleine begenadigden en aan grote heiligen verschenen. Hij toont zich niet aan de nieuwsgierigen. De Atheners hebben Hem niet gezien. De kletsers en de tv-gapers maken weinig kans een verschijning mee te maken. Hij toont zich niet om zich te tonen. Hij verschijnt, Hij treedt naar voor in de dromen, Hij verlicht het bewustzijn van mensen die liefhebben of haten, die werken en bidden en denken, niet om hun nieuwsgierigheid te bevredigen, maar om hen aan te moedigen, om hun leven te richten, om hen te bevestigen en te troosten in hun honger naar liefde, in hun strijd voor vrede, of om hen tegen te werken, om hen, zoals Paulus, neer te slaan, van hun paard te werpen, om hun tot ideologie uitgegroeide misvattingen en hun haat en vervolgingsdrift om te buigen tot liefde. Hij verschijnt om de mensen te zenden, opdat ze in liefde van de Waarheid getuigen.

Er is een onverbrekelijke band tussen het avontuur, de strijd, het drama, de liefde en de haat van een leven en de openbaring van God in Jezus, de zelfopenbaring van de Verrezene, tussen het strijdend bewustzijn van een mens en de verlichting en bemoediging van dat bewustzijn door Hem, die in de strijd overwonnen heeft. God openbaart in de verrezen Christus dat geen mensenstrijd verloren is. En elk die deze openbaring in geloof ontvangt stuurt Hij op zending als getuige.

De strijd tekent de gezichten, de handen en de voeten en de zijde soms, het hoofd en het hele lichaam. Maria Magdalena herkent de heerlijkheid van Jezus' geschonden lichaam. Zij wil het bij zich houden, voor zich houden. Tomas ziet hoe Jezus' heerlijkheid zijn wonden tot lichtende herinnering veranderde. Hij raakt ze niet aan, hij aanbidt ze. Paulus zal de gekruisigde Slaaf volgen, nadat hij Hem eerst vervolgd had. De 'vijfhonderd broeders' worden gesterkt in hun leven als leerlingen van de Verheerlijkte, te midden van vervolging, spot en scepticisme. De Apostelen breken de deuren open nadat Jezus hun vertwijfeling doorbroken heeft. Hun aller gezicht en aller lichaam dragen de tekenen van de strijd. Jezus' verschijningen en de nederdaling van de Heilige Geest doen hen geloven en geven hen hoop. Ook de tekenen van hún strijd zullen verheerlijkt worden. Ook hún strijd zal niet voor niets zijn. Hun liefde voor Jezus, die geaarzeld, gewankeld of verraden heeft, hun haat tegen Jezus, die een vergissing was, zullen zijn liefde en zijn heerlijkheid ontmoeten. Na de strijd zal hun hart tot rust komen.

Vandaag zijn bijeen rond Simon Petrus: Tomas, Natanaël, de zonen van Zebedeüs en nog twee leerlingen. Tot hen spreekt Jezus van strijd en overwinning. Ze zijn de Kerk met Petrus in het midden. Ze werken. Ze werken schijnbaar tevergeefs. Hun labeur is voor niets. Maar de Heer staat na de nacht aan het strand. Ze herkennen Hem als Hij hun werk wonderbaar zegent. Hun werk is zoals hun liefde, hun verkeerde en hun goede ijver, hun kleine en grote mislukkingen en overwinningen, hun hele leven en denken: het heeft zijn liefde en overwinning nodig, het moet versmelten in zijn leven, het zal versmelten in zijn verheerlijkt leven.

De vraag is niet hoe Jezus nog vis en brood tot zich kan nemen. De vraag is waarom Hij nog niet alles, alles en allen, de hele kosmos, de hele schepping meeneemt in zijn heerlijkheid. Het antwoord is dat de leerlingen, en Petrus in het bijzonder, eerst aan de hele schepping moeten getuigen van wat God in Jezus' lichaam gedaan heeft. Petrus' grotere liefde zal dat getuigenis dragen. Jezus zelf en de Geest zullen hem bevestigen.