Heb mij lief

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 459 niet laden

Petrus staan vandaag centraal in de lezingen: Hij legt vandaag zijn Pastoraal examen af.

Eerst een praktische proef: laat eens zien dat je kan vissen. want als je niet kan vissen op het meer dan kan je zeker geen mensenvisser zijn.

"Ik ga vissen" zegt hij aan zijn maten. "Dan gaan we mee"! Heel zelfverzekerd dat het hen wel zal lukken. Heel de nacht gevist, niks gevangen. Glansrijk gebuisd.

Met lege netten en hangende oren komen ze 's morgens aan op het strand. Een koopgrage vreemdeling vraagt hen wat vis! Ze hebben niets. Die man weet te vertellen dat ze het over een andere boeg moeten gooien. Hij spreekt op een manier dat je er niet kan aan weerstaan; "werp het net uit rechts van de boot, daar zult ge iets vangen. Ze doen het en vangen een massa vis.

Vertrouwend op hun eigen methode vangen ze niets. Luisterend naar het woord van de vreemdeling, hebben ze het net vol.

Je voelt aan de sfeer van het verhaal dat ze er 't onderste boven van zijn. Ze herkennen de vreemdeling als de Heer, maar ze durven hem niet vragen: wie zijt gij? Bij het breken van het brood en het delen van de vis herkennen ze de Heer.

Dan volgt het eindexamen: 3 vragen:

Simon zoon van Johannes, hebt ge mij lief. Driemaal opnieuw. Dan stelt Jezus Petrus aan tot herder. Hij vraagt niet naar zijn diploma's, niet naar zijn pastorale successen, niet naar zijn gezagvolle positie te midden van zijn vrienden. Hij vraagt hem alleen: "Petrus, bemin je mij".

 

Jezus wijst hier op de sleutel van alle pastoraal: zowel voor priesters als leken. Te vlug hebben we gedacht dat evangeliseren een kwestie van methode was. En als we ons evangelie niet meer verkocht kregen met de traditionele pastorale werkwijzen, zochten we naar nieuwe manieren, moderne technieken. Maar de kerken bleven leeg lopen. Misschien betekent de raad van Jezus vandaag dat we terug moeten keren naar de methodiek van Jezus zelf: de vriendschap voor allen, te beginnen met de kleinsten.

 

Ik sprak deze week met een priester die niets dan godsdienst geeft aan grotere studenten; Hij zei: "moest ik het resultaat van mijn werk meten aan wat ik hen heb kunnen bijbrengen dan zou het maar mager zijn. Je stoot vaak op zo'n muur van onverschilligheid. Maar ik denk dat de echte invloed die je bij jonge mensen hebt voortkomt van het gevoel dat ze hebben dat je onvoorwaardelijk voor hen kiest".

Onvoorwaardelijk voor iemand kiezen is dat niet de eerste liefde van God waarover St. Jan spreekt: zonder enig voorbehoud en grenzeloos bemind worden.

Wij hebben lief, zegt hij, omdat God ons eerst heeft lief gehad. Wanneer Jezus aan Petrus vraagt: "Heb je mij lief", betekent op de eerste plaats: aanvaard je mij in je leven als de mensgeworden eerste liefde van God. Pas als we echt ons gedragen weten door de eerste liefde van God, zullen we in staat zijn tot de tweede liefde voor God en de medemens. Het radicale goede nieuws is dat de tweede liefde maar een afspiegeling is van de eerste liefde en dat de eerste liefde ons wordt aangeboden door een God in wie geen schaduwen zijn.

 

Petrus moet een herder zijn die zich gedragen weet door de eerste liefde van God en zo met zijn tweede liefde zorg kan dragen voor zijn kudde. Zulk een herder zal zich niet vastklampen aan belangrijk zijn, aan titels en functies, zelfs niet aan successen en resultaten, maar juist in de wereld staan met niets anders dan zijn of haar kwetsbare zelf. Hierdoor zullen zij juist verschillen van de wereld waar alles gemeten wordt naar belangrijkheid titels, functies en prestaties? De herder van de toekomst zal juist moeten durven staande houden dat de onbelangrijke plaats die hij in de moderne maatschappij inneemt juist beleefd kan worden als een goddelijke opdracht. Zo zal hij solidair kunnen zijn met de schreeuwende nood die vaak schuil gaat achter de schittering van het succes en de zucht naar belangrijkheid.

 

Een collega: Je priester zijn moeten ze niet zien, maar voelen. Je moet zijn als heerlijke tandpasta. Je ziet zijn kwaliteit niet. Je voelt ze.