×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
De betekenis van de geboorte van Jezus wordt belicht door de verkondiging van de engelen en door de ervaringen van de herders. De engelen brengen de boodschap uit de hemel, de herders zijn vertegenwoordigers van de aarde.

Wat de herders zien, is een pasgeboren kind, banaal gebeuren en toch telkens weer uniek. Zij kijken bewonderend naar het gave wezentje dat zal uitgroeien tot een mens, vertederd ook door zijn hulpeloosheid. Het roept het beste in hen wakker: hun verlangen om te behoeden en te beschermen. Wellicht hebben de herders, schamele mensen als zij waren, niet lang stilgestaan bij de benaderde situatie van dit jonge gezin. Maar wij, die zo vaak geconfronteerd worden met ergerlijke beelden van lijdende kinderen, kunnen niet anders dan in deze armzalige situatie een symbool van het menselijk lot zien. Geboren worden is ook binnentreden in de wereld der mensen met zijn onrecht en geweld. Weliswaar hebben wij geen schuld aan deze benarde situatie, maar wij dragen wel de verantwoordelijkheid om dergelijke situaties draaglijker en uiteindelijk ook onmogelijk te maken. Kerstmis kan je niet vieren zonder verontwaardigd te zijn om de ellende en de nood van zovelen, en zonder je beslist en krachtig te werpen in de strijd tegen onrecht, armoede en verdrukking. Wie zich daarvan bewust wordt, kan de schijnbaar vrome liederen in winkels en straten niet langer horen. Wat een feest van delen had kunnen zijn, verwordt tot een koopjesrage, rijkelijk tafelen en het overvloedig uitwisselen van geschenken aan de leden van de eigen groep. Doen ook de heidenen dat niet?

Maar naast deze eerste dimensie, die de herders waarnemen, is er een tweede, die de engelen verkondigen. Deze afgezanten van God openbaren een andere dimensie van dit kind. Het is meer dan een baby, meer ook dan een symbool van alle lijdende kinderen. In dit kind verschijnt God. Wie God is, welke zijn plannen zijn met onze wereld, hoe hij die zal proberen waar te maken, zal blijken in het leven van dit kind. Ons verstand staat hierbij stil. Hoe valt dit gebeuren te rijmen met het beeld van de almachtige God, dat ons sinds onze eigen kinderjaren in al zijn simpelheid is bijgebleven. Hoe kan de eeuwige zich overleveren aan de tijd, hoe kan de almachtige weerloos worden als een kind, hoe kan de geest Gods vlees worden, God mens? Toch is dat de werkelijkheid, die de engelen bezingen.

Deze geboorte vraagt van ons een bekering van ons denken over God. Zij nodigt ons uit om onze illusies en projecties over God te laten varen, en hem elders te zoeken dan in macht en majesteit. Want als dit kind, zoals zijn naam Emmanuël het zegt, God met ons is, dan is God in ons midden als de vragende, de uitnodigende, die zich aan ons mensen prijsgeeft. Het is, minstens, alsof hij afstand heeft gedaan van zijn almacht om een beroep te kunnen doen op onze vrijwillige liefde, alsof hij enkel groter en sterker wil zijn dan wij door de kwaliteit en de kracht van zijn onbedwingbare liefde.

Eens te meer wijst dit mysterie van ons geloof ons de weg naar God, wiens grootheid ligt in de aandrang van zijn uitnodiging aan ons, in zijn eindeloos geduld om te wachten op onze bekering, in zijn door niets te bedwingen liefde ; en de weg naar de even-mens die recht heeft op onze aandacht en onze liefde. Van ons wordt niets uitzonderlijks gevraagd, tenzij de liefdevolle bejegening van de naaste. Wat een dergelijke houding betekent, wordt in Jezus duidelijk. Daarom zei een van de oudste kerkvaders, de heilige Ireneüs van Lyon, dat "God is mens geworden opdat de mens God zou worden". Dat is geen infantiele droom van almacht, maar het verlangen en de verwachting van een nieuw soort mens, die liefdevol zou zijn zoals God zelf. Zo iemand zou terecht zoon of dochter van God worden genoemd.