Lieve mensen,

het is niet alleen maar voor het sentiment en de emotie
dat we met kaarsjes een donkere kerk binnenkwamen.
We hopen ook de gevoelssnaar te raken,
en vooral is het omdat kerstmis alles met licht te maken heeft.

De adventskrans geeft al aan dat we uitgekeken hebben naar het licht,
een klein vlammetje om te beginnen,
en meer en meer licht om het duister te verdrijven,
om zo als de krans van licht vol is aan te komen bij kerstmis,
het feest van het licht bij uitstek,
van Jezus als het licht in onze wereld.

Het mag ook weer in onze tijd,
de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid heeft aangegeven
dat het goed is voor ons allen
dat we ons met religie en vragen naar de zin van leven bezig houden.

Je merkt het ook om je heen,
er kan veel meer openlijk gesproken worden over geloof
en over waar het fundament van je leven kan liggen.

Daar vertrouw ik op,
zetten we hier op de voorkant van het boekje,
en dus op de voorkant van de viering.
Daar vertrouw ik op, zingen we straks met Chantiel als een geloofslied,
als een openbare belijdenis van ons geloof,
en het is vooral het refrein
dat aangeeft waar we dan op vertrouwen,
dat er troost en licht zal zijn, dat het licht dat er is om ons heen,
het licht ook van de mens die in ons midden is geboren ,
vanavond misschien wel juist het licht dat Jezus komt brengen,
het licht waar Jesaja in de eerste lezing al van sprak,
niet langer de schaduw van de dood die het voor het zeggen heeft,
maar licht dat het hart van mensen verlicht,
en dat licht is ons een troost,
dat haalt de zwaarte van een aantal dingen af
en maakt het wat makkelijker draagbaar;

* niet alle donkerte is ineens weg, we blijven met twee benen op de grond staan -

maar als er weg is door de zwaarte heen, dan gaat het al makkelijker.

Daar vertrouw ik op,
dat er troost en licht zal zijn,
en Jij ons optilt uit de pijn,
Jij met een hoofdletter, Jij God die ons duidelijk maakt dat Jij/U bij ons hoort,
of Jij met een hoofdletter: Jij Jezus die nog veel dichter bij ons bent,
omdat je immers ons leven deelt, - als mens geboren -
terwijl Jij toch God bij ons brengt.
God die ons optilt uit de pijn,
een menselijker beeld kun je bijna niet geven,
optilt uit de pijn,
daar vertrouw ik op.
Komt dit u bekend voor?
Herkent u in dit beeld uw beeld van God,
herkent U Jezus hierin en wat Hij gedaan heeft en doet,
niet alleen in een lang verleden, nu al 2000 jaar,
maar wat hij nog doet, in u, in mij
Dat er troost en licht zal zijn, en jij ons optilt uit de pijn, daar vertrouw ik op.
Herkent u dat?

En wat ook een spannende vraag is:
zou het ook om te draaien zijn,
zou Hij, God, Jezus,
zichzelf herkennen in mij? in wie ik ben, in wat ik doe,
ik ben toch beeld van God,
ik hoor toch bij de volgelingen van Jezus?
Is dat te herkennen,
bijv. in dat ik troost en licht zal zijn,
en dat ik verlichting geef van pijn.

Eigenlijk is dat een tweede stap,
misschien meer voor de tweede dag,
als het gewone van het leven weer wat meer om de hoek komt kijken.
Op de eerste dag mag er vooral vreugde zijn
om de stap van God zelf die naar ons toe gekomen is,
om licht te brengen en troost, en om ons op te tillen uit de pijn,
om geloof en hoop en liefde te zijn
voor ons, voor allen.