Moeder Gods (2013)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Homs. Aleppo. Damascus. We hebben 't, dierbare gasten en parochianen van deze Vredeskerk; we hebben 't weer achter de rug, de jaarwisseling met de bijbehorende licht- en knaleffecten waardoor we ons een beetje hebben kunnen inleven in wat de mensen in Homs, Aleppo, Damascus en andere steden en dorpen in Syrië dezer dagen moeten meemaken en beleven. Vroeger dacht ik altijd aan Belfast, in Noord-Ierland, aan de katholieken en de protestanten die elkaar het leven zuur maakten en elkaar in verderf, ellende en rouw stortten. Anders dan in de genoemde steden, in Belfast destijds en nu in Syrië, zijn de meeste mensen in Amsterdam heel gebleven. Hier of daar zal er, erg genoeg natuurlijk, een hand of een oog beschadigd zijn. Maar Nederland zit nog altijd zó in elkaar dat hulpverleners toesnellen, ook als er iets gebeurt met mensen die zich roekeloos gedragen, waarbij die hulpverleners blij mogen zijn als ze het er zelf heelhuids van af brengen. Maar goed... 2013 is begonnen, in Amsterdam rustig. Maar in Raard, Friesland, is een automobiliste op een groep mensen ingereden die naar het vuurwerk stonden te kijken. Zeventien gewonden. En zo kan nu reeds voorspeld worden dat er in 2013 in Nederland 527 doden zullen vallen in het verkeer. Welke nu nog niets vermoedende mensen zullen de klos zijn? – Je moet er niet aan denken.

 Veel beter is het, zoals u gedaan hebt, gelukgewenst dus daarmee, om naar de kerk te komen om u daar ook voor 2013 weer te wapenen met de goede woorden, veertien karaats goud, die ons in de heilige schrift geschonken worden, woorden die zijn als een medicijn tegen allerlei onheil, de woorden, in de eerste lezing, van de aäronitische zegen waarmee wij sinds jaar en dag elke zondagsviering in deze Vredeskerk afsluiten, en de woorden ook van de 67ste psalm: "God, wees ons barmhartig en zegen ons, toon ons het licht van uw aanschijn; opdat men op aarde uw wegen mag kennen, in alle landen uw heil. Laat alle naties van vreugde juichen omdat Gij de volken rechtvaardig regeert en alles op aarde bestuurt. Geef dat de volken u eren, o God, dat alle volken u eren. God geve ons zo zijn zegen dat heel de aarde Hem vreest." Opvallend: de woorden van die psalm laveren tussen enerzijds een bewustzijn of een geloof "dat het al zo is", dat het al een feit is: dat regeren en besturen door God van alle landen en volken, maar anderzijds is het een bede: moge het zo zijn, mogen allen daarvan doordrongen raken en zich daarin laten meenemen. "Je moet zó bidden alsof je gebed al verhoord is" hoorde ik laatst als advies van onze emeritus-hulpbisschop Jan van Burgsteden. Ja, daar zit wat in. Als jouw gebed de uitdrukking is van jouw wezen en van de wereld zoals die voor en bij God zou moeten zijn, een wereld waarin voor iedereen plaats is en waarin iedereen gelukkig en héél – gezónd mag zijn, dan komt met en in jou als bidder die wereld ook al dichterbij.

 Jezus zelf was en is zo'n bidder. Zo wordt Hij getekend in onze tweede lezing, uit de brief van Paulus aan de Galaten. De Geest van Jezus als Gods Zoon is dat deze Geest Jezus' persoon doortrekt en bezielt door het roepen van "Abba!", hetgeen "Vader!" betekent, of beter nog: "Pappa!" – Dat woord "pappa" lijkt veel meer op "abba" en het heeft ermee gemeen dat zowel "pappa" als "abba" woorden zijn die gevormd worden vanuit de allereerste klanken die het nog heel kleine kind, gelegen in voerbak, kribbe of wieg, uitstoot als het zijn of haar vader herkent. God met vreugde herkennen en erkennen als Schepper en Gever van alle leven. Dát is wat in ons en door ons ook in onze wereld groeien moet. Dát is de potentie die de herders in de pasgeboren Jezus zien en die hen door engelen is ingefluisterd of toegezongen. Dát is de inhoud van Jezus' Naam. "God redt" betekent die naam. En Jezus zal die Naam helemáál, ten vólle leven en wáár maken.

 Ik moet u bekennen dierbare gasten en parochianen: met regelmaat voel ik mij behoorlijk lusteloos, futloos, murw en vertwijfeld ook wat betreft de zin en de toekomst van ons christelijk geloof, van de kerk en van mijn taak daarbinnen als priester. Ook in de afgelopen dagen van het Kerstoktaaf is dat het geval geweest. Hoe ga je met jezelf in zulke omstandigheden om? Nou, in elk geval: door toch maar steeds zo goed en zo kwaad als het gaat dóór te gaan, door dagelijks de mis te doen en de getijden te bidden – waarbij ik mij steeds zeer gesteund voel door de andere mensen, gelovigen, die daarvoor steeds maar weer naar de kerk komen. Ik weet niet of ik het zonder hen zou redden. Wat een vreugde was dat gisteravond, Oudejaarsavond, om met zeven-acht mensen verzameld hier voor het altaar met daarop het in de monstrans uitgestelde Allerheiligste plechtig het laatste avondgebed van 2012 te bidden en het Te Deum te zingen en na afloop een appelflap te nuttigen en bubbels te drinken. Dat deed mij zeer goed. Wat mij ook goed doet en als gelovige en priester letterlijk "redt', dat is: Jezus' Naam regelmatig door mij heen laten gaan, die Naam in de stilte van mijn eigen soms verduisterde en versomberde wezen steeds weer de ruimte trachten te geven en om aldus contact te maken met wie Hij, Jezus is: het Licht der wereld en ook mijn Licht, Licht in mij. Jezus, een mens, een man, geboren uit een vrouw, die vol is van Zijn "Abba". Dát is de Geest van Jezus die ook ons als Kerk, Christus' Lichaam, en aan ons als individuele gelovigen geschonken is. Jezus' Geest is de onze. Wat Hij heeft, dat zit ook in ons. Wij mogen daarin gezamenlijk delen. En zo brengen wij met en in Hem, Jezus, de wereld zoals die zou moeten worden dichterbij.

 Het zal, dierbare gasten en parochianen, allemaal wel niet zo eenvoudig zijn om in het oerwoud van ons leven ook als gelovigen ook in dit pasgeboren jaar 2013 onze weg te vinden. Want de inhoud van ons geloof, van wie Jezus is en van wie Zijn, Jezus' God is, dat is en blijft ook voor onszelf vaak iets duisters en ingewikkelds. Maar wij bevinden ons wat dat betreft gelukkig in het goede gezelschap van Maria en Jozef. Afgelopen zondag, de zondag onder het oktaaf van Kerstmis, op het feest van de Heilige Familie, hoorden wij hoe Jezus als twaalfjarige in de tempel achterbleef: "Waarom hebben jullie mij gezocht? Wisten jullie niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?" zei Hij, Jezus, tegen hen, zijn ouders, tegen Maria en Jozef. "(Maar) zij begrepen deze uitspraak niet" – zo staat er dan vervolgens. En vandaag, op het hoogfeest van de Moeder Gods, horen wij hoe Maria al dat verbazende waar de herders haar mee confronteren, al die mooie, bijzondere, onbegrijpelijke woorden in verband met haar Zoon, dat zij die woorden "bewaarde (...) in haar hart en erover nadacht." Maria, dierbare zusters en broeders; Maria, de Moeder Gods, staat daarmee radicaal aan onze zijde. Zij staat naast ons. Zij staat achter ons. En zij wijst ons daarmee de goede weg. Laten wij aan haar een voorbeeld nemen en doen als zij: dat wijzelf al die soms onbegrijpelijke woorden van ons geloof bewaren in ons hart en erover blijven nadenken, ook in 2013. Amen. Zalig Nieuwjaar.