Ziekenzondag: wie is mijn naaste? (2002)

1e lezing: Jak. 5, 7-8. 13-16
Evangelie: Mt. 10, 25-37

Homilie

Ziek zijn. Er zijn vele manieren om ziek te zijn. Er zijn redelijk onschuldige vormen van ziek zijn. Blijf maar een paar dagen in bed, zegt de dokter en daarna is het als vanzelf over. Je hebt de chronische ziekten, zeurderig, maar er is mee te leven, of, andersom, juist zwaar, omdat het er altijd is. Je kunt ziek zijn in je ledematen, in je hoofd of aan je huid. Je hebt geneeslijke kwalen en ongeneeslijke. Je kunt ziek worden door een depressie, door bestrijdingsmiddelen, door een verkeerde werkhouding, door constante spanningen thuis of op het werk. Ziek zijn.

Vandaag is het ziekenzondag, want zolang als de mens bestaat, wordt hij geconfronteerd met ziekte. Ziekenzondag is er dan ook niet alleen voor degenen die vandaag bijzonder te gast zijn omdat ze de ziekenzalving ontvangen. Jean Vanier, die in Frankrijk de eerste Ark gemeenschap heeft opgericht, waarin gehandicapten met niet gehandicapten een leefverband vormen, heeft al heel snel aangegeven dat iedereen op een of andere manier een handicap heeft. En nog langer terug heeft Jezus aangegeven dat iedereen die zonde doet in feite ziek is. En als we ons bewust zijn van onze tekorten en zonden, dan weten we dat we allemaal in onze relatie met God en elkaar niet helemaal gezond zijn.

En dan lezen we in de eerste lezing, de brief van Jakobus: ‘Is iemand onder u ziek" Laat hij de priesters van de gemeenschap roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en met olie zalven in de Naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten.' We herkennen daarin ook die parabel uit het Evangelie: "Toen kwam een Samaritaan die op reis was bij hem; hij zag hem en kreeg medelijden; hij trad op hem toe, goot olie en wijn op zijn wonden en verbond ze..."

Olie, een zalving, een sacrament, met het oog op ziek zijn en herstellen, of ziek zijn en nieuwe kracht vinden om verder te gaan, of ziek zijn en vrede in je hart vinden omdat je weet dat je leven in Gods hand ligt, of ziek zijn en met Gods hulp het leren accepteren omdat het chronisch is of ongeneeslijk. Er zijn vele vormen om in je ziekte Gods hulp te ervaren.

Het thema in deze viering is: ‘Wie is mijn Naaste?' Wanneer je ziek bent, krijgt dat woord een heel speciale betekenis. Wat zou je nog kunnen doen als je man of je vrouw die voor je zorgt dat niet meer zou kunnen. Wat te doen zonder de maatzorg, zonder de huisartsen, zonder het ziekenhuis, zonder de bezoekjes van familie, vrienden en kennissen en zonder de ziekencommunie. Je wordt je bewust hoe belangrijk het is dat je hen hebt als je naasten om je heen.

Toch wijst Jezus ons vandaag ook op de andere kant van de naaste. Want inderdaad, wanneer je ziek bent, dan hoop je dat er ergens iemand is die jou als zijn of haar naaste ziet. Maar als zieke ben je ook naaste voor de anderen. Je kunt dikwijls weinig meer doen. Dat op zich is al een probleem om te accepteren. Je bent snel moe, of je kunt amper lopen en je ziet tegen alles op. Toch kun je heel veel betekenen voor je naaste.

De eerste lezing eindigt zo: "Het vurig gebed van een rechtvaardige vermag veel." Misschien bent u het niet meer zo gewend om gedurende de dag te bidden. Misschien denkt u, bidden dat is een Onze Vader of een Wees gegroet. Misschien denkt u, bidden, dat is iets voor kloosterlingen en voor de pastoor, iets voor in de Kerk. Maar bidden is ademen, bidden is eten en drinken, bidden is leven, bidden is boven jezelf uitstijgen, want je ademt Gods Geest, in het gebed wordt je gevoed met Gods liefde, je groeit door het gebed binnen in het leven met God, bidden is je leven en je werken je ziekte en je onmacht, je angst en je twijfel, je boosheid en je dankbaarheid, alles in Gods hand leggen, zodat God er iets nieuws, iets waardevols en groots van maakt.

Toen Jezus in het uur van zijn lijden was gekomen. Deed Hij hetzelfde. Hij legde zijn leven in Gods hand, met de woorden: ‘Vader, niet mijn wil maar uw wil geschiede.' En dan staat er, ‘toen kwam er een engel om Hem te sterken'. Zo is ook de ziekenzalving als die engel die je komt sterken; sterken op meer manieren: Eerst door de vergeving van de zonden. Je eigen zonden worden door God vergeven. Dan sterkte door acceptatie, niet mijn wil maar uw wil geschiede, als ik ongeneeslijk ziek ben, leg ik hiermee alles in uw hand. Maar ook sterkte om verder te gaan en goed te doen. Want na dit gebed stond Jezus op weg om het kruis te dragen. En tenslotte, sterkte om weer op te staan. Want het is ook zo dat de ziekenzalving door je verbondenheid met God je soms onverwacht nieuwe kracht geeft om met je ziekte om te gaan.

En heel mooi sacrament. Laten we het in geloof en dankbaarheid ontvangen en ieder die het nu niet ontvangt, mag straks op een vergelijkbare manier gesterkt worden door de Communie, door onze verbondenheid met God, om een naaste te zijn voor elkaar, naar het voorbeeld van Christus. Amen.